Operation Manual

BE
33
NL
mensen, meer bepaald van kinderen en
huisdieren.
Let op open vensters, kinderen, huisdie-
ren, enz. Onderbreek het werk wanneer
kinderen en huisdieren in de nabijheid
vertoeven. Het geblazen materiaal kan
in uw richting geslingerd worden. Neem
een veiligheidsafstand van 5 m rond u in
acht.
Schakel het apparaat niet in indien het
omgekeerd vastgehouden wordt of
indien het zich niet in de werkstand be-
vindt.
Vermijd een ongewilde ingebruikname.
Vergewis u dat het apparaat uitgescha-
keld is voordat u het op de stroomvoor-
ziening aansluit, het oppakt of draagt.
Als u bij het dragen van het apparaat uw
vinger aan de schakelaar hebt of het ap-
paraat ingeschakeld op de stroomvoor-
ziening aansluit, kan dit tot ongevallen
leiden.
Richt het apparaat tijdens de werking
niet op personen en richt meer bepaald
de luchtstraal niet op ogen en oren.
Maak uzelf met uw omgeving vertrouwd
en let op mogelijke gevaren, die bij de
werkzaamheden soms aan uw aan-
dacht kunnen ontgaan.
Let bij de werkzaamheden op een vei-
lige stand, vooral aan hellingen. Houd
het apparaat steeds met beide handen
vast en werk uitsluitend met een correct
ingestelde draagriem.
Het lichaam niet te ver strekken en erop
letten, het evenwicht niet te verliezen.
Inspecteer het te reinigen oppervlak
zorgvuldig en ruim alle (prikkel- of me-
taal) draden, stenen, conservenblikjes
en andere vreemde voor werpen uit de
weg.
Los vreemde voorwerpen vóór blaas-/
zuigbegin met een hark of een bezem.
Gebruik het aan te brengen blaasmond-
stuk opdat de luchtstroom dichtbij de
grond kan werken.
Bevochtig bij zeer droge omstandighe-
den het oppervlak lichtjes om de stofbe-
lasting te verminderen.
Houd vingers en voeten op een veilige
afstand van de opening van de aanzuig-
buis en de waaier. Er bestaat gevaar
voor verwondingen.
Werk niet met apparaat indien u moe of
on ge con centreerd bent of na het nutti-
gen van alcohol of tabletten. Las steeds
tijdig een werkpau ze in. Ga op een ver-
standige manier aan het werk. Beweeg
langzaam, ren niet.
Een langer gebruik van het apparaat
kan tot door trillingen veroorzaakte door-
bloedingsstoornissen van de handen lei-
den. U kunt de gebruiksduur echter door
geschikte handschoenen of regelmatige
pauzes verlengen.
Gebruik het apparaat niet in geval van
regen, slechte weersomstandigheden of
in een vochtige omgeving. Werk uitslui-
tend bij daglicht of bij goede kunstmatige
verlichting.
Werk niet met een beschadigd, onvol-
ledig of zonder de toestemming van de
fabrikant omgebouwd apparaat. Con-
troleer vóór het gebruik de veiligheids-
toestand van het apparaat, meer in het
bijzonder van de net aan sluit leiding en
van de schakelaar.
Maak uitsluitend gebruik van het appa-
raat indien het volledig gemonteerd is.
Gebruik het apparaat in de modus “Aan-
zuigen” uitsluitend indien de opvangzak
aangebracht is. Controleer de vangzak
regelmatig op slijtage of beschadigin-
gen.
Zuig geen brandende, gloeiende of
rokende materialen (bijvoorbeeld siga-
retten, vuur(gloed)), dampen of licht ont-
vlambare, giftige of explosieve stoffen
aan.
Gebruik uitsluitend (reserve)onderdelen