Operation Manual

14
GEBRUIK
GEBRUIK VAN HET GENERATORAGGREGAAT
Honda generatoraggregaat is een betrouwbaar apparaat. Het
garanderen van de veiligheid van zijn gebruikers stond tijdens
zijn ontwerpfaze op de allereerste plaats. Dankzij zijn hulp wordt
alles makkelijker, thuis en op het werk. Maar het kan ook een
potentieel elektrokutiegevaar vormen indien de in dit hoofdstuk
gegeven gebruiksinstrukties niet in acht genomen worden.
Nooit het generatoraggregaat op een netstopkontakt aansluiten.
Geen enkel apparaat aansluiten zolang het generatoraggregaat nog niet gestart is.
Niet de interne bedrading van het generator veranderen.
De afstelling van de motor mag niet gewijzigd worden: de stroomfrekwentie en de spanning die door
de generator geleverd worden, zijn een rechtstreeks gevolg van de draaisnelheid van de motor. Deze
afstellingen worden in de fabriek uitgevoerd.
Slechts in goede staat verkerende apparaten aansluiten: de meeste draagbare elektrische werktuigen
zijn Klasse II (dubbele isolering). In geval van gebruik van een apparaat dat niet met deze klasse
overeenkomt (metaalachtige omhulsels o.a.) moet men deze aansluiten met een 3-aderige kabel (met
aardedraad) teneinde het potentieel van de massa’s veilig te stellen in geval van elektrische storing.
Slechts apparaten aansluiten waarvan de op hun type plaatje aangegeven spanning overeenkomt met
de spanning die door het generatoraggregaat wordt afgegeven.
Bescherming tegen kortsluiting is afhankelijk van de automatische zekering welke speciaal is bemeten
voor de generator. Indien de zekering moet worden vervangen dient de nieuwe dezelfde waarde en
specificaties te hebben.
In verband met de optredende mechanische krachten dienen alleen zware rubberen verlengsnoeren
(volgens IEC 245-4) of vergelijkbaar te worden gebruikt.
Aarden van de generator is niet nodig.
De elektrische verlengsnoeren moeten met zorg worden uitgezocht, geinstalleerd en onderhouden. In
goede staat verkerend isolatiemateriaal verzekert de gebruiker van een veilig gebruik. De kabels
moeten regelmatig worden nagekeken. In geval van beschadigingen moeten ze worden vervangen en
niet gerepareerd. De lengte en doorsnede van de verlengsnoeren aanpassen aan de te verrichte
werkzaamheden (zie onderstaande tabel voor specificaties).
Waarde voor een toelaatbare spanningsval op de leiding van 7 V en een toelaatbare stroom van 7 A
per mm
2
kabeldiameter:
- omgevingstemperatuur: 20 °C,
- rol de kabel helemaal uit om beschadiging van de isolatiemantel door oververhitting te voorkomen,
- neem strikt de instructies van de kabelfabrikant in acht.
Het wordt niet aanbevolen het generatoraggregaat te gebruiken voor elektronische toestellen zoals
televisie, hifi-installaties, mikrocomputers enz. die qua spanningsvorm en/of -regeling veeleisender
zouden kunnen zijn.
Men moet iedere overbelasting vermijden en de hierna volgende regels beslist in acht nemen teneinde
de levensduur van het generatoraggregaat te waarborgen:
- het totaal van de vermogens van de gelijktijdig op het generatoraggregaat aangesloten apparaten moet
overeenstemmen met de specificaties die in de laatste pagina’s van dit handboek beschreven zijn,
- elektromotoren hebben bij het starten een hoger vermogen nodig dan hun nominaal vermogen
(elektrisch handgereedschap, kompressors enz...). In geval van twijfel raden wij U aan uw Honda
dealer te raadplegen,
- nooit de max. stroomsterkte overschrijden die voor iedere kontaktdoos aangegeven is.
Het generatoraggregaat mag niet tot zijn nominaal vermogen worden belast indien de normale
koelingsvoorwaarden niet in acht worden genomen (atmosferische druk: 100 kPa [1 bar]). In geval van
gebruik in ongunstige omstandigheden, moet men ervoor zorgen dat het gevraagde vermogen wordt
verminderd. Voorbeeld: 28 A (beperkt tot X A door de stroomverbreker).
Kabel
(mm
2
)
Maximale lengte
60 (m)
Stromsterkte
(A)
Eenfazig (kw)
(Cos Φ = 1)
3-fazig (kw)
(Cos Φ = 0.8)
1,5 25 10 2,3 5,5
2,5 40 16 3,7 8,8
4 60 28 6,5 15,5
VEILIGHEID
8 9 10
NEERLANDAIS.book Page 14 Jeudi, 3. novembre 2005 2:36 14