Operation Manual

– het olielampje gaat branden (
4.7.e) ( HF2220): iis er te weinig olie in de motor
en dient de motor meteen uitgeschakeld te worden.
5.4.13 O
VERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE HANDELINGEN TIJDENS HET GEBRUIK
NL 33GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
Om ...
De motor te starten (5.4.1)
Met rijden te beginneni (5.4.2)
Te remmen of te stoppen (5.4.3)
Achteruit te rijden (5.4.4)
Te maaien (5.4.5)
De opvangzak te legen (5.4.6)
Het uitwerpkanaal schoon te maken
(5.4.7)
Met maaien te stoppen (5.4.8)
De motor te stoppen (5.4.9)
De machine op te bergen (5.4.10)
Dient het volgende te worden uitgevoerd ...
Bereid de machine voor op het starten en steek de sleutel in het
contact.
Bedien de gashendel
Bij modellen met mechanische aandrijving: Het pedaal tot op
het einde toe indrukken, de versnelling inschakelen en het
pedaal langzaam loslaten (4.22);
Bij modellen met hydrostatische aandrijving: en het koppe-
lingspedaal (4.32);
Laat de motor in toeren afnemen en druk op het rempedaal.
Breng de machine;
Bij modellen met mechanische aandrijving: De versnelling in
de vrije stand zetten, het pedaal tot op het einde toe indruk-
ken, de achteruit inschakelen en het pedaal langzaam loslaten
(4.22);
Bij modellen met hydrostatische aandrijving: en duw het kop-
pelingspedaal in de «R» richting (4.32).
Breng de opvangzak of de steenbeschermingskap aan, stel de
hoogte van de beschermwieltjes in en bedien de gashendel;
schakel de messen in en stel de maaihoogte in.
nei modelli a trasmissione meccanica: Het pedaal tot op het
einde toe indrukken, de versnelling inschakelen en het pedaal
langzaam loslaten (4.22);
nei modelli a trasmissione idrostatica: en het koppelingspe-
daal (4.32);
Stop met rijden, ontkoppel de messen en voer met de hendel de
handelingen uit voor het omkiepen van de zak.
Stop met rijden, ontkoppel de messen en schakel de motor uit;
verwijder de opvangzak en reinig het uitwerpkanaal.
Ontkoppel de messen en laat de motor in toeren afnemen.
Laat de motor in toeren afnemen, wacht enkele seconden, draai
de sleutel om.
Schakel de handrem in, haal de sleutel uit het contact en reinig
de machine, de binnenkant van het maaidek, het uitwerpkanaal
en de opvangzak als dit nodig is.