Operation Manual

Blz. 6-7
‚Ϙ˜@@OK@@ Selecteert Solve poly...
„Ô3‚í2‚í 0
‚í 1\‚í1@@OK@@ Voert de coëfficiënten vector in
@SOLVE@ Lost de vergelijking op:
Het beeldscherm toont de oplossing als volgt:
Druk op ` om naar het stapelgeheugen terug te keren. Het stapelgeheugen
toont de volgende resultaten in de ALG-modus (de RPN-modus zou hetzelfde
resultaat tonen):
Druk op de pijltoets omlaag, (˜), om de regeleditor te activeren.
Alle oplossingen zijn complexe getallen: (0.432,-0.389), (0.432,0.389), (-
0.766, 0.632), (-0.766, -0.632).
Opmerking: vergeet niet dat complexe getallen in de rekenmachine als
gerangschikte tweetallen weergegeven worden, waarvan het eerste getal van
het tweetal het reële gedeelte is en het tweede getal het imaginaire gedeelte.
Het getal (0.432,-0.389) , een complex getal, zal bijvoorbeeld gewoonlijk
geschreven worden als 0.432 - 0.389i, waar i de imaginaire eenheid is,
d.w.z. i
2
= -1.
Opmerking: de basisgrondstelling van algebra
geeft aan dat er n
oplossingen zijn voor elke polynoomvergelijking van rangorde n. Er bestaat
een andere grondstelling van algebra die aangeeft dat als een van de
oplossingen voor een polynoomvergelijking met reële coëfficiënten een
complex getal is, dan is het conjugaat van dit getal ook een oplossing. Met
andere woorden, complexe oplossingen voor een polynoomvergelijking met
reële coëfficiënten komen in tweetallen. Dit betekent dat
polynoomvergelijkingen met reële coëficiënten van oneven rangorde op zijn
minst een reële oplossing zullen hebben.