Operation Manual

Blz. 11-6
In algebraïsche modus is de opeenvolging toetsenaanslagen de volgende:
[voer de matrix in of selecteer hem] Q [voer de macht in] `.
In RPN modus is de opeenvolging toetsenaanslagen de volgende: [voer de
matrix in of selecteer hem] [voer de macht in] Q `.
Matrices kunnen eveneens tot een negatieve macht worden verheven. In dat
geval is het resultaat equivalent aan 1/[matrix]^ABS(power).
De identiteitsmatrix
In Hoofdstuk 9 introduceerden we de identiteitsmatrix als de matrix I = [δ
ij
]
n×n
,
waarbij δ
ij
de Kronecker’s delta functie is. Identiteitsmatrices kunnen worden
verkregen door de in Hoofdstuk 9 beschreven functie IDN te gebruiken. De
identiteitsmatrix heeft de eigenschap dat AI = IA = A. Om deze eigenschap
te verifiëren, geven we de volgende voorbeelden met de matrices die we eerder
hebben opgeslagen:
De inverse matrix
De inverse van een vierkante matrix A is de matrix A
-1
zodat AA
-1
= A
-1
A = I,
waarbij I de identiteitsmatrix is met dezelfde afmetingen als A. U verkrijgt de
inverse van een matrix met de inverse functie INV (d.w.z. de toets Y) in de
rekenmachine. Voorbeelden van inverse van enkele eerder opgeslagen
matrices ziet u hieronder: