Operation Manual

Blz. 11-42
Nog een voorbeeld in de ALG-modus. Voer het volgende in:
LINSOLVE([X-2*Y+Z=-8,2*X+Y-2*Z=6,5*X-2*Y+Z=-12],
[X,Y,Z])
om de oplossing te produceren: [X=-1,Y=2,Z = -3].
De functie LINSOLVE werkt met symbolische uitdrukkingen. De functies REF, rref
en RREF, werken met de aangevulde matrix in een benadering volgens de
Gauss' eliminatie.
De functies REF, rref en RREF
De bovendriehoekse vorm waartoe de aangevulde matrix is gereduceerd
tijdens het voorwaartse eliminatiegedeelte van de Gauss' eliminatieprocedure
noemen we de Echelonvorm. De functie REF
(Terugbrengen tot Echelonvorm)
geeft een dergelijke matrix met de aangevulde matrix op niveau 1 van het
stapelgeheugen.
Bekijk de aangevulde matrix:
Deze geeft een lineair stelsel van vergelijkingen, Ax = b, weer waarbij
A = [[1,-2,1],[2,1,-2],[5,-2,1]],
en
b = [[0],[-3],[12]].
Voer de aangevulde matrix in en sla deze op in de variabele AAUG in de ALG-
modus.
[[1,-2,1,0],[2,1,-2,-3][5,-2,1,12]
UG
Toepassing van REF-functieprocedures.
.
12
3
0
125
212
121
=
aug
A