Operation Manual

Blz. 16-51
Sla deze versie van het programma op onder de naam GSPEC (Genereer
SPECtrum). Voer het programma uit met m = 6, a = 0, b = 100. Gebruik in de
RPN-modus:
6#0#100@GSPEC!
Druk op ` als u klaar bent voor een extra kopie van de
spectrumverzameling. Zet deze rijvector om in een kolomvector en sla deze op
in ΣDAT. Na de procedure voor het genereren van een staafdiagram ziet het
gegenereerde spectrum er voor dit voorbeeld zoals hieronder uit. Het
horizontale bereik is in dit geval 0 tot 64, terwijl het verticale –1 tot 10 is:
Gebruik de functie IFFT voor het reproduceren van het signaal waarvan het
spectrum wordt getoond. Omdat we een kopie van het spectrum in het
stapelgeheugen (een rijvector) hebben laten staan, hoeft u alleen maar de
functie IFFT in het menu MTH/FFT of via de commandocatalogus, ‚N te
zoeken. Als alternatief kunt u de functienaam invoeren, dus
~~ifft`. Het signaal wordt getoond als een verzameling
(rijvector) met complexe getallen. We zijn alleen geïnteresseerd in het reële
deel van de elementen. Om het reële deel van de complexe getallen eruit te
halen kunt u de functie RE uit het menu CMPLX (zie hoofdstuk 4) gebruiken, dus
voer bijvoorbeeld ~~re` in. Het resultaat is een andere rijvector. Zet
deze om in een kolom, sla op in ΣDAT en maak een staafdiagram voor het
signaal. Het signaal uit dit voorbeeld wordt hieronder getoond met een
horizontaal bereik van 0 tot 64 en een verticaal bereik van –1 tot 1:
Behalve een grote piek bij t = 0 bestaat het signaal vooral uit ruis. Een kleinere
verticale schaal (-0.5 tot 0.5) toont het signaal als volgt: