Operation Manual

Blz. 21-50
U ziet dat het gebruik van SAME een heel strikte interpretatie van het woord
“identiek” inhoudt. Daarom is SQ(2) niet identiek aan 4, hoewel ze bij
evaluatie allebei de numerieke waarde 4 geven.
Vertakken van programma’s
Het vertakken van de loop van een programma houdt in dat het programma
een keuze maakt tussen twee of meer richtingen die de programmaloop
uitgaat. De RPL-gebruikerstaal biedt een aantal commando’s die kunnen
worden gebruikt voor het vertakken van programma’s. De menu’s met deze
commando's kunnen worden geactiveerd met de toetsencombinatie:
„°@)@BRCH@
Dit menu toont submenu’s voor de programmaconstructies
De programmaconstructies IF…THEN..ELSE…END en CASE…THEN…END
worden beschouwd als constructies om een programma te vertakken. De
overige constructies, namelijk START, FOR, DO en WHILE zijn geschikt voor de
controle van repetitieve processen binnen een programma en zullen worden
aangeduid als programmalusconstructies. Dit laatste type
programmaconstructies zal verderop uitvoeriger worden behandel.
Vertakken met IF
In deze paragraaf geven we voorbeelden met de constructies
IF…THEN…END en IF…THEN…ELSE…END.
De IF…THEN…END-constructie
De IF…THEN…END is de eenvoudigste programmaconstructie met IF. De
algemene notatie van deze constructie is:
IF logical_statement THEN program_statements END.
De werking van deze constructie is als volgt: