Operation Manual

Blz. 22-41
45 + 90 = 135
o
. Druk op totdat we de waarde van
φ
aantreffen. We
vinden het volgende: (
σ
yy
, τ
xy
) = (-1.00E-10,-2.5E1) = (0, 25).
Om de voornaamste normale waarden te vinden, drukt u op š tot de cursor
terugkeert naar het snijpunt van de cirkel met de positieve sectie van de σ-as.
De waarden die nu worden gevonden, zijn
φ
= 59
o
en (σ
xx
, τ
xy
) = (1.06E2,-
1.40E0) = (106, -1.40). Nu hadden we de waarde van τ
xy
= 0 verwacht op
de plaats van de voornaamste assen. Wat er gebeurt is dat we het precieze
punt waar de schuine druk nul wordt, missen omdat we de resolutie van de
onafhankelijke variabele hebben beperkt tot
Δφ
= 1
o
. Wanneer u nogmaals op
š drukt, vindt u waarden van
φ
= 58
o
en (σ
xx
, τ
xy
) = (1.06E2,5.51E-1) =
(106, 0.551). Deze informatie vertelt ons dat ergens tussen
φ
= 58
o
en
φ
= 59
o
de schuine druk, τ
xy
, nul wordt.
Druk op $ om de precieze waarde van
φ
n te vinden. Voer dan de lijst in die
overeenkomt met de waarden {σx σy τxy}; in dit geval:
{ 25 75 50 }
[ENTER]
Druk vervolgens op @CC&r. Het laatste resultaat in de uitvoer, 58.2825255885
o
,
is de precieze waarde van
φ
n.
Een programma om de voornaamste drukpunten te berekenen
De hierboven gevolgde procedure om
φ
n te berekenen, kan als volgt worden
geprogrammeerd:
Programma PRNST:
« Activeert het programma PRNST (PRiNcipal
STresses)
INDAT Voert gegevens in in het programma
MOHRCIRC
CC&r Berekent σc, r, en fn, zoals in MOHRCIRC
φ
n” TAG Voorziet de hoek voor voornaamste
drukpunten van een tag
3 ROLLD Verplaatst de getagde hoek naar niveau 3