HP notebook Referentiehandleiding

Sluimerstand activeren of beëindigen
Standaard is het systeem zo ingesteld dat de sluimerstand wordt geactiveerd als de computer enige
tijd inactief is geweest en op accuvoeding of netvoeding werkt of wanneer de acculading een kritiek
laag niveau bereikt.
U kunt de instellingen voor energiebeheer en de time-outs wijzigen in het Configuratiescherm van
Windows.
U activeert als volgt de sluimerstand:
Klik op Start, klik op de pijl naast de knop Afsluiten en klik vervolgens op Sluimerstand.
U beëindigt als volgt de sluimerstand:
Druk kort op de aan/uit-knop.
De aan/uit-lampjes gaan branden en uw werk verschijnt op het scherm op het punt waar u was
gestopt met werken en de sluimerstand werd geactiveerd.
OPMERKING: Als u heeft ingesteld dat een wachtwoord nodig is om de sluimerstand te
beëindigen, moet u uw Windows-wachtwoord invoeren voordat uw werk weer op het scherm
verschijnt.
Energiemeter gebruiken
De Energiemeter wordt standaard weergegeven in het systeemvak aan de rechterkant van de
taakbalk. Met behulp van de energiemeter krijgt u snel toegang tot de instellingen van Energiebeheer
en kunt u de resterende acculading bekijken.
Beweeg de aanwijzer over het pictogram van de energiemeter om de acculading en het huidige
energiebeheerschema weer te geven.
Als u de opties voor Energiebeheer wilt weergeven of het energiebeheerschema wilt wijzigen,
klikt u op het pictogram van de Energiemeter en selecteert u een item in de lijst.
Aan de verschillende pictogrammen kunt u zien of de computer op accuvoeding of op externe
netvoeding werkt. Het pictogram geeft tevens een bericht weer wanneer de accu een laag of kritiek
ladingsniveau heeft bereikt.
Energiebeheerschema's gebruiken
Een energiebeheerschema bestaat uit een reeks systeeminstellingen waarmee het energieverbruik
van de computer wordt beheerd. U kunt energiebeheerschema's gebruiken om energie te besparen
of de prestaties van de computer te maximaliseren.
Huidig energiebeheerschema weergeven
Gebruik een van de volgende methodes:
Klik op het pictogram Energiemeter in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
Selecteer Start > Configuratiescherm > Systeem en beveiliging > Energiebeheer.
Opties voor energiebeheer instellen 23