Operation Manual

Tips voor het werken met cartridges
Gebruik de volgende tips om met cartridges te werken:
Om cartridges tegen uitdroging te beschermen, moet u de printer altijd uitschakelen met de Aan-
knop en wachten tot het lampje van de Aan-knop dooft.
Open de cartridges niet en verwijder de tape niet tot u de cartridge kunt installeren. Door de tape
op de cartridge te houden, voorkomt u dat de inkt verdampt.
Plaats de cartridges in de juiste sleuven. Stem de kleur en het pictogram van iedere cartridge af
op de kleur en het pictogram voor iedere sleuf. Zorg ervoor dat de cartridges op hun plaats
klikken.
Lijn de printer uit voor beste afdrukkwaliteit. Zie
De afdrukkwaliteit verbeteren op pagina 62
voor meer informatie.
Wanner het scherm Geschatte inktniveaus aangeeft dat een (of beide) cartridge(s) leeg is (zijn),
moet u overwegen om de cartridges te vervangen om afdrukvertragingen te voorkomen. U hoeft
de inktcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt. Zie
Vervang
de cartridges op pagina 45 voor meer informatie.
Als u om een willekeurige reden een cartridge uit de printer verwijdert, moet u proberen om hem
zo snel mogelijk te vervangen. Buiten de printer kunnen onbeschermde cartridges gaan
uitdrogen.
NLWW Tips voor het werken met cartridges 49