User manual

Tabblad of gebied Omschrijving
Tabblad Systeem
Hiermee kunt u de printer vanaf uw
computer configureren.
Apparaatgegevens: Biedt basisinformatie over de printer en het bedrijf.
Papierinstellingen: Hiermee wijzigt u de standaardpapierverwerkingsinstellingen van de
printer.
Afdrukkwaliteit: Hiermee wijzigt u de standaardinstellingen voor de afdrukkwaliteit van
de printer.
Energie-instellingen: Hiermee wijzigt u de standaardtijden voor het activeren van de
sluimermodus of automatisch uitschakelen.
Taakopslag instellen: Gebruik de volgende taakopslaginstellingen voor de printer.
Afdrukdichtheid: Hiermee kunt u de afdrukdichtheid van contrasten, accenten,
middentinten en schaduwen wijzigen.
Papiersoorten: Hiermee kunt u afdrukmodi configureren die overeenkomen met de door
de printer geaccepteerde papiersoorten.
Systeeminstellingen: Hiermee wijzigt u de standaardsysteeminstellingen van de printer.
Instellingen benodigdheden: Wijzig de instellingen voor waarschuwingen Cartridge
bijna leeg en overige informatie voor benodigdheden.
Service: Hiermee voert u de schoonmaakprocedure van de printer uit.
Opslaan en herstellen: Hier kunt u de huidige instellingen voor de printer opslaan in een
bestand op de computer. Gebruik dit bestand om dezelfde instellingen in een andere
printer te laden of de instellingen op een later tijdstip te herstellen op deze printer.
Beheer: Hiermee kunt u het wachtwoord van de printer instellen of wijzigen. Schakel
printerfuncties in of uit.
OPMERKING: Het tabblad Systeem kan met een wachtwoord worden beveiligd. Als dit
printer op een netwerk is aangesloten, moet u eerst contact opnemen met de
systeembeheerder voordat u de instellingen op dit tabblad wijzigt.
Tabblad Afdrukken
Hiermee kunt u
standaardafdrukinstellingen
wijzigen vanaf uw computer.
Afdrukken: Hier kunt u de standaardafdrukinstellingen van de printer wijzigen, zoals het
aantal exemplaren en de afdrukstand. Deze opties zijn tevens beschikbaar op het
bedieningspaneel.
PCL5c: Hier kunt u de PCL5c-instellingen weergeven en wijzigen.
PostScript: De functie Print PS-fouten in- of uitschakelen.
Tabblad Fax
(Alleen faxprinters)
Ontvangstopties: Hiermee regelt u hoe de printer omgaat met binnenkomende faxen.
Telefoonboek: Hiermee kunt u nummers aan het telefoonboek voor de fax toevoegen of
verwijderen.
Lijst ongewenste faxen: Hiermee blokkeert u faxnummers die geen faxen naar de
printer mogen sturen.
Faxactiviteitenlog: Hiermee bekijkt u de recente faxactiviteiten van de printer.
100 Hoofdstuk 8 De printer beheren NLWW