User manual

OPMERKING: De printerinstelling moet overeenkomen met de instelling van het netwerkapparaat (een
netwerkhub, switch, gateway, router of computer).
OPMERKING: Wanneer u aan deze instellingen wijzigingen aanbrengt, wordt de printer uit- en vervolgens
weer ingeschakeld. Breng alleen wijzigingen aan wanneer de printer niet-actief is.
1. Veeg vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van de printer totdat het menu Instellingen wordt
weergegeven. Raak de knop Instellingen
aan om het menu Instellingen te openen.
2. Open de volgende menu's:
Netwerk instellen
Verbindingssnelh.
3. Voer een van de volgende handelingen uit:
Automatisch: De afdrukserver zorgt zelf automatisch voor configuratie met de hoogste
verbindingssnelheid en communicatiemodus die op het netwerk zijn toegestaan.
10T vol: 10 megabytes per seconde (Mbps), volledige duplexwerking
10T half: 10 Mbps, half-duplexwerking
100TX vol: 100 Mbps, volledige duplexwerking
100TX half: 100 Mbps, half-duplexwerking
1000T vol: 1000 Mbps, volledige duplexwerking
4. Raak de knop Opslaan aan of druk op OK. De printer wordt uit- en weer ingeschakeld.
NLWW IP-netwerkinstellingen configureren 107