User manual

4. Sluit de telefoonkabel van het antwoordapparaat aan op de poort voor de telefoonuitgang aan de
achterkant van de printer.
OPMERKING: Sluit het antwoordapparaat rechtstreeks aan op de printer; anders registreert het
antwoordapparaat misschien de faxtonen van een zendend faxapparaat en worden geen faxberichten
ontvangen.
OPMERKING: Als het antwoordapparaat geen ingebouwde telefoon heeft, sluit u voor het gemak een
telefoon aan op de OUT-poort van het antwoordapparaat.
OPMERKING: Op sommige printers bevindt de faxpoort zich boven de telefoonpoort. Raadpleeg de
pictogrammen op de printer.
5. Configureer de instelling Aantal belsignalen op de printer.
a. Zet de printer aan.
b.
Raak vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van de printer de knop Instellingen
aan.
c. Raak het menu Fax instellen aan.
d. Raak het menu Basisinstellingen aan.
e. Raak de optie Aantal belsignalen aan.
f. Gebruik het numerieke toetsenblok op het bedieningspaneel van de printer om het aantal
belsignalen in te stellen op 5 of meer en raak vervolgens de knop OK aan.
g. Raak de knop
aan om terug te keren naar het hoofdmenu.
6. Stel de printer in op het automatisch beantwoorden van faxoproepen.
a.
Raak vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van de printer de knop Instellingen
aan.
b. Raak het menu Fax instellen aan.
c. Raak het menu Basisinstellingen aan.
d. Raak eerst de instelling Antwoordmodus en vervolgens de optie Automatisch aan.
e. Raak de knop
aan om terug te keren naar het hoofdmenu.
7. Stel de printer in om te controleren of er een kiestoon is voordat een fax wordt verzonden.
OPMERKING: Zo voorkomt u dat er een fax wordt verzonden terwijl er iemand aan de telefoon is.
86 Hoofdstuk 7 Fax NLWW