Operation Manual

Probleem Oorzaak Oplossing
Problemen met invoeren Het papier heeft onregelmatige randen. Gebruik papier van hoge kwaliteit voor
laserprinters.
De zijden van het papier wijken ten
opzichte van elkaar af.
Het papier omkeren.
Het papier is te vochtig, te ruw, te zwaar,
te glad of reliëfpapier of uit een slechte
partij papier.
Probeer een ander type papier, tussen
100 en 250 Sheffield, met een
vochtgehalte van 4 tot 6%.
Open de achterste uitvoerbak of gebruik
papier met lange vezels.
Afdruk is scheef. Mogelijk zijn de papiergeleiders niet
goed ingesteld.
Verwijder al het papier uit de invoerlade,
leg de stapel recht en plaats het papier
terug in de lade. Pas de
materiaalgeleiders aan de breedte en
lengte van het afdrukmateriaal aan en
druk opnieuw af.
Er wordt meer dan één vel tegelijk
ingevoerd.
Mogelijk is de lade voor afdrukmateriaal
te vol.
Verwijder een deel van het
afdrukmateriaal uit de lade. Zie
Afdrukmateriaal laden in de
invoerladen .
Mogelijk is het afdrukmateriaal gekreukt,
gevouwen of beschadigd.
Controleer of het afdrukmateriaal niet is
gekreukt, gevouwen of beschadigd.
Probeer opnieuw af te drukken op
materiaal uit een nieuwe of andere
verpakking.
Er wordt geen afdrukmateriaal ingevoerd
vanuit de invoerlade.
Mogelijk staat de all-in-one in de modus
voor handmatige invoer.
Als Handmatige invoer wordt
weergegeven op het
bedieningspaneel van de all-in-
one, drukt u op
om de taak af te
drukken.
Controleer of de all-in-one niet is
ingesteld op handmatige invoer en
druk de taak opnieuw af.
Mogelijk is de transportrol vuil of
beschadigd.
Neem contact op met de
klantenondersteuning van HP.
Raadpleeg
Klantenondersteuning van
HP of de ondersteuningsbrochure in de
verpakking van de all-in-one.
De papierlengtegeleider in lade 2 of
optionele lade 3 (alleen HP LaserJet
3390/3392 all-in-one) is ingesteld op een
lengte die groter is dan de lengte van het
afdrukmateriaal.
Stel de papierlengtegeleider op de juiste
lengte in.
352 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW