Operation Manual

Andere draadloze veiligheidsrichtlijnen
Volg de volgende richtlijnen om de veiligheid van een draadloos netwerk te waarborgen:
Gebruik een draadloos wachtwoord van ten minste 20 willekeurige tekens. In een draadloos
WPA-wachtwoord kunt u maximaal 64 tekens gebruiken.
Vermijd in een draadloos wachtwoord veelvoorkomende woorden of woordgroepen,
eenvoudige opeenvolgingen van tekens (zoals alleen enen) en persoonsgebonden
gegevens. Gebruik altijd willekeurige reeksen die zijn samengesteld uit hoofdletters en
kleine letters, cijfers en, indien toegestaan, speciale tekens zoals leestekens.
Verander het standaard draadloos wachtwoord dat de fabrikant heeft ingesteld en waarmee
de beheerder toegang heeft tot het toegangspunt of de draadloze router. Met sommige
routers kunt u ook de beheerdersnaam wijzigen.
Schakel indien mogelijk draadloze toegang voor het beheer uit. Als u dat doet, moet u de
router met een bekabelde verbinding aansluiten wanneer u configuratiewijzigingen wilt
doorvoeren.
Schakel indien mogelijk internettoegang voor het beheer op afstand op uw router uit. U kunt
Remote Desktop gebruiken om een gecodeerde verbinding te maken met aan computer
achter uw router en configuratiewijzigingen van de lokale computer waar u toegang heeft tot
het internet.
Om toevallige verbinding met een ander draadloos netwerk te vermijden, schakel dan de
instelling om automatisch te verbinden met ongewenste netwerken uit. Dit is standaard
inactief bij Windows XP.
Richtlijnen voor het verminderen van storing op een draadloos netwerk
De volgende tips helpen de kans op storing in een draadloos netwerk te verminderen:
Houd de draadloze apparatuur verwijderd van grote metalen voorwerpen zoals
archiefkasten en van elektromagnetische apparaten zoals magnetrons en draadloze
telefoons, omdat deze radiosignalen kunnen verstoren.
Gebruik de draadloze apparatuur niet in de buurt van grote gebouwen en objecten, omdat
deze radiogolven kunnen absorberen en de signalen kunnen verzwakken.
Positioneer het toeganspunt of de draadloze router op een centrale locatie, in het
gezichtsveld van de draadloze apparaten op het netwerk.
Houd alle draadloze apparaten op het netwerk onderling binnen bereik.
Basisnetwerkinstellingen wijzigen
Met de opties van het bedieningspaneel kunt u een draadloze verbinding instellen en beheren en
verschillende netwerkbeheertaken uitvoeren. Deze taken omvatten onder meer het bekijken van
de netwerkinstellingen, het herstellen van de standaardwaarden van het netwerk, het inschakelen
van de draadloze radio en het wijzigen van de netwerkinstellingen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Netwerkinstellingen weergeven en afdrukken
De draadloze radio in- en uitschakelen
Netwerkinstellingen weergeven en afdrukken
U kunt een overzicht van de netwerkinstellingen weergeven op het bedieningspaneel van de
printer of in de HP-software die bij de printer is geleverd. U kunt een meer gedetailleerde
netwerkconfiguratiepagina afdrukken waarop alle belangrijke netwerkinstellingen worden
weergegeven, zoals het IP-adres, de verbindingssnelheid, DNS en mDNS. Zie
De
netwerkconfiguratiepagina begrijpen voor meer informatie.
Basisnetwerkinstellingen wijzigen 211