Operation Manual

De menu's Foto-opname en Video-opname gebruiken
Met de menu's Foto-opname en Video-opname kunt u camera-instellingen
aanpassen die van invloed zijn op de kenmerken van de foto’s en videoclips die u met
de camera maakt. Het menu
Foto-opname geeft alleen de functies weer die
beschikbaar zijn voor het maken van foto's, terwijl het menu
Video-opname alleen
de functies toont die beschikbaar zijn voor het opnemen van videoclips.
1.
Schuif
naar of en druk op .
2.
Markeer een optie met
en druk op om het menu dat bij de menuoptie hoort
te openen.
3.
Markeer een instelling met
en druk op om de instelling te veranderen of druk
op
om het menu af te sluiten zonder de instelling te veranderen.
4. U verlaat het menu door
ingedrukt te houden totdat het menu verdwijnt.
U kunt op de camera informatie over een optie weergeven door met
de functie
Help... te markeren in het menu van de optie. Druk vervolgens op .
Tenzij anders wordt aangegeven, blijft de instelling van kracht tot u de camera uitzet.
Wanneer u de camera de volgende keer weer aanzet, worden de standaardwaarden van
de instellingen hersteld.
Opnamemodus (alleen voor )—Voor het selecteren van een vooraf gedefinieerde
instelling die optimaal is ingesteld voor specifieke soorten taferelen of opnamecondities.
Modus Auto (standaard)—Handig voor het snel maken van goede foto's
wanneer u geen tijd hebt om een speciale opnamemodus te selecteren.
Close-up—Voor het maken van close-up foto's van een onderwerp dat zich op
een afstand van 100 tot 800 mm (3,94 tot 31.5 in) bevindt.
Scherpe foto—Voor het tegengaan van wazige opnames wanneer het
onderwerp in beweging is of wanneer u de camera niet lang genoeg kunt stilhouden
als de belichting matig tot slecht is (zie "
Een optimale belichting verkrijgen"
op pagina 12).
Theater—Voor het fotograferen van grote bijeenkomsten, concerten of
binnensportevenementen zonder gebruik van de flitser.
Landschap—Voor het fotograferen van onderwerpen met een diep perspectief,
zoals berglandschappen.
Portret—Voor foto's die een of meer mensen als voornaamste onderwerp
hebben.
Actie—Voor het fotograferen van sportevenementen, bewegende auto's of een
willekeurige scène waarvan u de actie wilt vastleggen.
Nachtportret—Voor het 's nachts fotograferen van mensen. In deze modus
wordt de flitser en een lange belichtingstijd gebruikt. Daarom kunt u de camera het
beste op een statief of stabiele ondergrond zetten.
Zonsondergang—Voor het maken van opnames tijdens zonsondergang.
Zelfontspanner—Voor het maken van foto's of videoclips na een vertraging van 10
seconden (zie "De instelling voor zelfontspanner gebruiken" op pagina 17).
Fotokwaliteit (alleen voor )—Voor het instellen van de resolutie en compressie van
opnames. Hoe hoger het getal, des te hoger is de resolutie. De instelling blijft van kracht
totdat deze wordt gewijzigd, zelfs wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
De menu's Foto-opname en Video-opname gebruiken 15