User manual

Sort. Nr. 717 01 964
Bevestiging aan de schommelinrichting:
Controleren of de schroefhaken stevig in de door u gekozen inrichting ingedraaid werden.
Schroefhaken met houtschroefdraad moeten minstens 1 cm boven de schroefdraad uit in
de houten balken gedraaid worden. Betonhaken moeten minstens 10 % tot over de
schroefdraad in plugs geschroefd worden. De haken moeten na het aantrekken dwars en
opzichte van de schommelinrichting staan. Met andere woorden, wanneer u voor de
schommel staat kunt u door de haken kijken. De inrichting moet stabiel staan
(niet waggelen!) en bestand zijn tegen een gewicht van 200 kg.
Na de schommel ingehangen te hebben moeten de haken ( niet meegeleverd ) met een tang
dichtgedrukt worden om te verhinderen dat de ringen loskomen of uit hun positie springen.
Om de lengte van het touw aan de grootte van uw kind
aan te passen gaat u te werk zoals in de afbeeldingen
hiernaast getoond
(afbeelding 1 en 2):
Verzeker dat bij de bevestiging van de schommel
de afstand A groter is dan de afstand
B plus de afstand h maal 0,04
A > Bx0,04
(zie afbeelding). A = 0,04 h + B
De minimum afstand tussen de ophangingpunten van een schommel, gemeten langs
de dwarsbalk, moet als volgt berekend worden:
A = Afstand tussen de ophangingpunten langs de dwarsbalk
B = Afstand tussen de verbindingspunten van het schommelelement en de
ophangingmiddelen
h = Afstand van de grond tot de bovenkant van de dwarsbalk
A = 0,04 h + B
ONDERHOUD:
De volgende punten moeten altijd gecontroleerd worden wanneer het activiteitenspeelgoed langere tijd niet gebruikt werd.
Dit geldt vooral altijd in het begin van elk nieuwe openluchtseizoen.
Alle delen van het activiteitenspeelgoed moeten regelmatig gecontroleerd worden. Controleer daarbij ook alle schroeven
en moeren op vaste zit en trek ze zonodig opnieuw aan. Alle beweeglijke delen uit metaal moeten regelmatig geolied
worden. Alle afdekkingen van schroeven en scherpe kanten moeten gecontroleerd en, wanneer nodig, vervangen worden.
Schommelzitjes, kettingen, labels en andere accessoires moet regelmatig op tekenen van slijtage gecontroleerd worden.
Wanneer nodig moet een vervanging volgens de aanwijzingen van de fabrikant plaatsvinden.
Touwen en ringen moeten continu op verrotting, slijtage en bestaande scheurbestendigheid gecontroleerd worden., bij
voorkeur door de touwen zover open te draaien dat het interieur zichtbaar wordt. Controleer regelmatig of de knopen goed
vast zitten. Onderzoek het hout regelmatig op verrotting en gebroken plaatsen. Controleer ook of er spaanders op houten
delen zijn. Deze moeten verwijderd worden om verwondingen te vermijden.
De haken, waarin het activiteitenspeelgoed gehangen wordt, moeten permanent op correcte eigenschappen gecontroleerd
worden. De schroefhaken moeten glad zijn, om wrijving en daardoor slijtage van het materiaal te vermijden.
Opslag:
Alle delen van het activiteitenspeelgoed mogen niet onnodig aan de weersomstandigheden worden blootgesteld, dit geldt
vooral bij natheid, in de herfst/winter en wanneer het speelgoed langere tijd niet gebruikt wordt. Alle delen moeten droog
opgeslagen worden om schade en schimmelvorming te vermijden.
Let op:
Defecte delen altijd door originele reserveonderdelen vervangen. Veranderingen aan het originele speelgoed (bijvoorbeeld
door het toevoegen of verwijderen van een aanbouwdeel) mogen alleen volgens de aanwijzingen van de fabrikant
gebeuren.
Onvakkundige montage of verkeerde opslag van het speelgoed kunnen tijdens het gebruik tot gevaarlijke situaties leiden.