Operation Manual

Nederlands 29
!
Carburateur
WAARSCHUWING! De zaag nooit starten als
het zaagblad, de ketting en het
koppelingdeksel (kettingrem) niet gemonteerd
zijn. Anders kan de koppeling loskomen en
ernstige verwondingen veroorzaken.
Werking
Via de gasklepbediening stuurt de carburateur het toerental van
de motor. In de carburateur worden brandstof en lucht
vermengd. Dit mengsel kan worden afgesteld. Om het maxi-
mum vermogen van de zaag te kunnen benutten, moet de
afstelling correct zijn.
Afstellen van de carburateur houdt in dat de motor wordt
aangepast aan plaatselijke omstandigheden, b.v. klimaat,
hoogte, benzine en type 2-taktolie.
De carburateur heeft drie
afstelposities:
L = Lage toeren-naald
H = Hoge toeren-naald
T = Stelschroef voor
stationair draaien
Met de L- en de H-naalden wordt de gewenste
brandstofhoeveelheid afgesteld in functie van de luchtstroom
die de opening van de gasklepbediening toelaat.
Door de schroeven met de klok mee te draaien wordt het lucht/
brandstofmengsel armer (minder brandstof) en door ze tegen
de klok in te draaien, wordt het lucht/brandstofmengsel rijker
(meer brandstof). Een armer mengsel geeft een hoger toerental
en een rijker mengsel een lager toerental.
De T-schroef regelt de positie van de gasklepbediening bij
stationair draaien. Als de T-schroef met de klok mee wordt
gedraaid, krijgt men een hoger stationair toerental en als ze
tegen de klok in wordt gedraaid, een lager stationair toerental.
Basisafstelling en inrijden
Tijdens de testritten in de fabriek wordt de basisafstelling van
de carburateur uitgevoerd.
61: De basisafstelling bedraagt respectievelijk H=1
toeren en L=1 toeren.
268: De basisafstelling bedraagt respectievelijk H=1
toeren en L=1 toeren.
272XP: De basisafstelling bedraagt respectievelijk H=1
toeren en L=1 toeren.
Opdat de onderdelen van de motor een goede
basissmeerbeurt zouden krijgen (inrijden) moet de
carburateur gedurende de eerste 3-4 uur dat u de zaag
gebruikt, afgesteld worden voor een iets rijker
brandstofmengsel. Stel hiervoor het vollasttoerental 6-7000
omw./min. af dan het aanbevolen max. vollasttoerental.
Als u het vollasttoerental niet kunt controleren met een
toerenteller, mag de H-naald niet op een armer mengsel
worden afgesteld dan de basisafstelling aangeeft.
Het aanbevolen vollasttoerental mag niet meer
overschreden worden. N.B.! Als de ketting roteert bij stationair
toerental moet de T-schroef tegen de klok in gedraaid worden
tot de ketting stopt.
Fijnafstelling
Wanneer de zaag ingereden is, moet de fijnafstelling van de
carburateur uitgevoerd worden. Ze moet uitgevoerd worden
door een gekwalificeerd deskundig persoon. Eerst wordt de
L-naald, dan de T-schroef voor het stationair toerental en
tenslotte de H-naald afgesteld.
De volgende toerentalaanbevelingen zijn van toepassing:
Max. vollasttoerental Stationair toerental
61: 12.000 rpm 2.500 rpm
268: 12.500 rpm 2.500 rpm
272XP: 13.500 rpm 2.500 rpm
Voorwaarden
Voor met het afstellen wordt begonnen, moet het luchtfilter
schoon zijn en het cilinderdeksel gemonteerd zijn. Als de
carburateur afgesteld wordt wanneer het luchtfilter vuil is, krijgt
men een te arm brandstofmengsel wanneer het luchtfilter wordt
schoongemaakt. Dit kan tot ernstige beschadigingen van de
motor leiden.har nu inställningen H = 1 och L = 1.
ONDERHOUD
L
+ 1/4
Draai de L- en de N-naalden voorzichtig (met de klok mee) naar
de bodem. Draai daarna de naalden 1 toer (tegen de klok in).
De carburateur heeft nu instelling H=1 en L=1.
Start de zaag volgens de startinstructie en laat ze ca. 10 min.
warmdraaien.
OPGELET! Als de ketting draait bij stationair toerental,
moet de T-schroef tegen de klok in gedraaid worden tot de
ketting stopt.
Plaats de zaag op een plat oppervlak zodat het zaagblad weg
van u wijst en zodat het zaagblad en de ketting niet in contact
komen met het oppervlak of met een ander voorwerp.
Laag toerental-naald L
Zoek het hoogste stationair
toerental door de lage
toerental-naald langzaam met
de klok mee of tegen de klok
in te draaien. Wanneer u het
hoogste toerental gevonden
heeft, moet u de L-naald 1/4-
toer tegen de klok in draaien.
OPGELET! Als de ketting
draait bij stationair toerental,
moet de T-schroef tegen de
klok in gedraaid worden tot de ketting stopt.
Fijnafstelling van schroef T
Het stationair toerental wordt afgesteld met de schroef T.
Als afstelling nodig is, moet u terwijl de motor draait, de schroef
met de klok mee draaien tot de ketting begint te roteren. Draai
daarna de schroef tegen de klok in tot de ketting stilstaat. Het
stationair toerental is correct afgesteld wanneer de motor in alle
posities gelijkmatig draait en dit met een goede marge tot het
toerental waarbij de ketting begint te draaien.
WAARSCHUWING! Als het stationair toerental
niet zo kan worden afgesteld dat de ketting
stilstaat, dient u uw dealer te raadplegen.
Gebruik de zaag nooit voor ze correct is
afgesteld of gerepareerd.
Hoge toeren-naald H
De hoge toeren-naald H
beïnvloedt het vermogen en
het toerental van de zaag.
Een te arm afgestelde hoge
toeren-naald (H-naald te ver
naar beneden geschroefd)
leidt tot te hoge toerentallen
waardoor de motor
beschadigd wordt. Laat de
zaag gedurende ca. 10 sec.
op volle gas draaien.
Draai daarna de H-naald 1/4 toer tegen de klok in. Laat de zaag
opnieuw gedurende ca. 10 sec. op volle gas draaien en luister
naar het verschil in vollasttoerental. Herhaal deze procedure
nadat u de H-naald nog eens een 1/4 toer tegen de klok in heeft
gedraaid.
U heeft de zaag nu laten draaien op H±0, H=+1/4, en H = +1/2
van de basisafstelling. Bij vol gas geven klonk de motor bij elke
afstelling anders. De H-naald is correct afgesteld wanneer de
zaag een ietsje lalt. Als de zaag fluit, is de afstelling te arm.
Als de geluiddemper veel rook ontwikkelt en de zaag erg lalt is
de afstelling te rijk. Draai de H-naald met de klok mee tot de
afstelling juist klinkt.
OPGELET! Voor een optimale afstelling moet u beroep doen
op een vakman die over een toerenteller beschikt. Het
aanbevolen max. vollasttoerental mag niet overschreden
worden.
Correct afgestelde carburateur
Een correct afgestelde carburateur houdt in dat de zaag
accelereert zonder enige aarzeling en dat de zaag een ietsje
lalt bij vol gas geven. Verder mag de ketting niet roteren bij
stationair draaien. Een te arm afgestelde L-naald kan tot
startmoeilijkheden en slecht accelereren leiden. Een te arm
afgestelde H-naald leidt tot een lager vermogen van de zaag,
een slechte acceleratie en/of motorbeschadiging. Een te rijke
afstelling van L- en de H-naald leidt tot acceleratieproblemen of
een te laag werktoerental.
H
!