Operation Manual

Nederlands
15
WARTELVERBINDING
1. Sluit de blazer en de wartelverbinding aan op de flexibele slang. Klem beide einden
van de flexibele slang zorgvuldig vast met de bevestigingsmiddelen die bij de
machine worden meegeleverd.
LET OP
Een licht smeermiddel mag gebruikt worden om de flexibele buis op de
blaaselleboog te bevestigen.
GASHENDEL
1. Plaats de houder van de gashendel op de wartel en draai de schroef op de houder
vast.
Wanneer u de houder plaatst, moet u ervoor zorgen dat de houder op de bolle kant van
de wartelverbinding past zoals te zien in F2.
2. Pas de positie en hoek aan om een comfortabele werkhouding te krijgen en zet de
gashendel vast.
(1) Kabel
(2) Slang
GASKABEL
[330BT]
Bevestig de gaskabel op de middenpositie van de slang met de band die aan de
gaskabel vastzit.
Wikkel de band, die aan de gaskabel vastzit eerst vanaf de onderkant rond de slang.
Stop de band vervolgens door een gat in de band zoals te zien in figuur.
Let op dat de slang beschadigd kan raken wanneer de band te strak wordt vast-
gezet.
[
350BT] [370BTS] [380BTS]
Gebruik de klem om de buis, waar de gaskabel en de elektriciteitskabel doorheen
lopen, op de slang te bevestigen.
(1) Klem
STUUR [OPTIE]
1. Plaats de houder, vervolgens het stuur (OPTIE) en zet goed vast.
BLAZERPIJPEN
1. Lijn het uitsteeksel en de groef op de pijpstukken uit en draai de pijp tot de verbind-
ing vast zit.
LET OP
Een licht smeermiddel mag gebruikt worden om de montage van de blaaspijp
vlotter te doen verlopen.
LET OP
Indien een langere pijp nodig is, kan de tweede rechte pijp op de eerste worden
gezet.
Indien een hogere luchtsnelheid vereist is, kan de ronde blaaspijp vervangen
worden door het vlakke mondstuk met de tweede rechte pijp.
(1) Vlak mondstuk (optie)
F1
(1)
(2)
F2
F3
[330BT]
(1)
F4
[350BT] [370BTS] [380BTS]
F5
F7
F6
(1)
Montage