Operation Manual

Nederlands 27
Tanken
WAARSCHUWING! Om het risico op brand te
verminderen, moet u de volgende
voorzorgsmaatregelen nemen.
Rook nooit of plaats nooit warme voorwerpen in de
buurt van de brandstof.
Tank nooit terwijl de motor draait.
Open de dop van de tank voorzichtig wanneer u wilt
tanken zodat eventuele overdruk langzaam verdwijnt.
Haal de dop van de tank goed aan na het tanken.
Verplaats de zaag altijd een eind van de tankplaats
voor u de motor start.
Maak de dop van de tank en
de directe omgeving goed
schoon.
Maak de brandstof- en
kettingolietanks regelmatig
schoon.
Het brandstoffilter moet
minstens één keer per jaar
vervangen worden.
Verontreinigingen in de tank
kunnen defecten veroorzaken.
Zorg ervoor dat de brandstof
goed gemengd is door de
jerrycan voorzichtig te sch-
udden voor u de tank vult. De
volumes van de kettingolie- en
brandstoftanks zijn goed op
elkaar afgestemd.
Vul daarom de kettingolie- en
de brandstoftank altijd op
hetzelfde tijdstip.
BRANDSTOFHANTERING
!
Min 3 m
(10ft)