Gebruiksaanwijzing AR19 AR25 Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen.
INHOUDSOPGAVE Gebruiksaanwijzing voor Beluchtingsmachine AR19, AR25 Inleiding ............................................................... 2 Beste klant ....................................................... 2 Gebruik ............................................................ 2 Uw machine verzekeren .................................. 2 Goede service .................................................. 2 Productienummer ............................................. 2 Wat is beluchten? ...................
INLEIDING Beste klant, Wij danken u dat uw keuze is gevallen op een Husqvarna grasonderhoudsproduct. Door uw vertrouwen in ons hebt u een uitstekend kwaliteitsproduct gekozen. Deze gebruiksaanwijzing is een waardevol document. Ze beschrijft uw nieuwe Husqvarnamachine. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u probeert om de machine te gebruiken. Door de inhoud te volgen (gebruik, service, onderhoud enz.
INLEIDING Wat is beluchten? Om zo goed mogelijk te kunnen groeien heeft gras lucht rond de wortels nodig zodat zuurstof, water en voedingsstoffen opgenomen kunnen worden. De luchtgaatjes in het gazon worden kleiner wanneer de aarde samengedrukt wordt door geloop, regen, bewatering, bouw- en constructiewerkzaamheden. Door de grond mechanisch uit te hollen neemt de hoeveelheid lucht in de aarde aanzienlijk toe.
SYMBOLEN EN PLAATJES WAARSCHUWING! Xxxx xxx xxxx xx xxxx x xxxx Wordt in deze publicatie gebruikt om de lezer attent te maken dat het risico van persoonlijk letsel bestaat, vooral wanneer men de gegeven instructies niet opvolgt. BELANGRIJKE INFORMATIE Xxxx xxx xxxx xx xxxx x xxxx Wordt in deze publicatie gebruikt om de lezer attent te maken dat het risico van schade aan het materieel bestaat, wanneer men de gegeven instructies niet opvolgt.
SYMBOLEN EN PLAATJES Plaats van de plaatjes 8011-237 Vertaling van instructieteksten Plaatje E Belangrijke informatie Lees de gebruiksaanwijzing en zorg dat u deze begrijpt voor gebruik of onderhoud. Om een vervangend handboek te krijgen, moet u contact opnemen met uw dealer. Neem alle veiligheidsinstructies in acht, anders kunt u uzelf of anderen verwonden. Zorg ervoor dat de machine voor gebruik in goede bedrijfsstaat verkeert.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Algemeen Het doel van deze gebruiksaanwijzing is u te helpen uw Husqvarnamachine op een veiligere manier te gebruiken en informatie te geven hoe het onderhoud uitgevoerd moet worden. Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u probeert om de machine te gebruiken. Als u na het doorlezen van de gebruiksaanwijzing nog niet zeker bent dat u de veiligheidsrisico’s begrijpt die verbonden kunnen zijn aan het gebruik moet u de machine niet gebruiken.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • • • • • • • • • • • Controleer of alle veiligheidsplaatjes aanwezig zijn. Zie het hoofdstuk ”Symbolen en plaatjes”. Leer hoe u op een veilige manier de machine en de hendels moet bedienen en leer de veiligheidsplaatjes te herkennen. Controleer of de machine gereed voor bedrijf is voordat u hem gebruikt, zie hoofdstuk ”Onderhoud\Onderhoudsschema”. Gebruik de machine alleen bij daglicht of onder andere goed verlichte omstandigheden.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Voorbereidingen • Zorg er altijd voor dat er een EHBO-doos in de buurt is wanneer u de machine gebruikt. • Zorg ervoor dat zich niemand in de buurt van de machine bevindt, wanneer u de motor start, de aandrijving inschakelt of rijdt. • Zorg ervoor dat dieren en mensen zich op veilige afstand van de machine bevinden.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Gebruik WAARSCHUWING! De motor kan erg heet worden. Om brandwonden te voorkomen moet u de motor uitzetten en wachten tot alle onderdelen afgekoeld zijn voordat u de motor aanraakt. • Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 20°. • Verlaag het tempo en wees extra voorzichtig op hellingen. Zorg ervoor dat u de machine op hellingen in de aanbevolen richting rijdt, zie hoofdstuk ”Gebruik \ Gebruik op hellingen”.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Het is niet toegestaan om vlakbij de machine te roken of hem bloot te stellen aan open vuur of vonken. Benzine is licht ontvlambaar en dat kan leiden tot persoonlijk letsel of brand. • Stop en inspecteer de apparatuur als u op een voorwerp rijdt. Repareer indien noodzakelijk voordat u opnieuw start.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Brandstofsysteem WAARSCHUWING! Benzine en benzinedampen zijn giftig en zeer licht ontvlambaar. Wees extra voorzichtig met het hanteren van benzine, omdat onachtzaam hanteren kan leiden tot persoonlijk letsel of brand. • Bewaar de brandstof alleen in een tank die voor dit doeleinde is goedgekeurd. • Verwijder nooit het brandstofdeksel om brandstof bij te vullen terwijl de motor draait. • Stop de motor altijd tijdens het bijvullen van brandstof.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Onderhoud • Laat nooit personeel dat niet opgeleid is in het onderhoud van de machine er onderhoud aan uitvoeren. • Parkeer de machine altijd op vlakke ondergrond wanneer u onderhoud uitvoert of afstellingen maakt. • Voer geen afstellingen uit wanneer de motor draait. • Schakel de aandrijfeenheden uit, zet de motor uit en wacht tot alle beweegbare delen helemaal zijn gestopt voordat u afstellingen maakt, onderhoud uitvoert of de machine schoonmaakt.
PRESENTATIE Presentatie Gefeliciteerd met uw keuze van een uitstekend kwaliteitsproduct. Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de beluchtingsmachine van Husqvarna. De machines zijn verkrijgbaar in twee uitvoeringen AR19 en AR25. Beide machines zijn uitgerust met een viertaktmotor van Honda van 4 pk. De AR19 is de kleinere van de machines (zie afbeelding). Hij is herkenbaar aan het opklapbare handvat. De AR25 is breder en heeft een vast handvat.
PRESENTATIE Motor De externe componenten en bedieningshendels van de motor: 1. Gashendel 2. Starter 3. Starthandvat 4. Brandstofkraan 5. Chokehendel 6. Luchtfilter 7. Bougie 8. Geluiddemper 11. Oliepeilstok motor 8011-043 12. Olieaftappunt motor 13. Oliepeilcontrole 14. Motorschakelaar 15. Brandstoftank 16. Brandstofvuldop 21. Reductiekast 22. Olievulpunt versnelling 23. Oliepeil versnelling 8011-100 Gashendel Met de hendel wordt het motortoerental geregeld.
PRESENTATIE Starter De starter is een magnapulltype met terugloop. Om een starterveer of startkoord te vervangen, moet u contact opnemen met een erkende servicewerkplaats. Starthandvat Een verkeerde behandeling van het starthandvat kan de starter beschadigen. Draai het startkoord nooit rond uw hand. Trek het handvat uit tot ingrijping plaatsvindt. Trek het startkoord niet helemaal uit en laat het starthandvat ook niet los wanneer het uitgetrokken is.
PRESENTATIE Bougie De bougie van de motor zit verborgen onder de bougiedoppen. Bij servicewerkzaamheden is het belangrijk dat de motor niet per ongeluk gestart kan worden. Verwijder daarom de bougiedoppen van de bougie. Om niet aan de kabel te trekken zijn de bougiedoppen voorzien van een handgreep, zie afbeelding. Type bougie, zie ”Technische gegevens”. Serviceinstructies, zie ”Onderhoud \ Ontstekingssysteem”. 8011-027 Geluiddemper De geluiddemper van de motor is voorzien van een hitteschild.
PRESENTATIE Brandstoftank Onder de tank zit een brandstoffilter dat gecombineerd is met de brandstofkraan. In de tank gaat 2,5 liter / 0,66 US Gal. Brandstof bijvullen Lees voor het tanken de veiligheidsinstructies. Hou de brandstof en de brandstoftank schoon. Vermijd bijvullen met verontreinigde brandstof. Zorg ervoor dat de tankdop goed aangebracht is en de afdichting onbeschadigd, vooral voordat de machine gewassen wordt. 8011-224 Gebruik loodvrije benzine min. 86 octaan.
PRESENTATIE Hendels op het handvat Achterwielhendel Door de achterwielhendel naar beneden te drukken gaan de beide achterwielen omhoog en zakken de messen in de grond. 8011-086 Koppelingshandvat Door het terugverende koppelingshandvat naar u toe in te drukken wordt de machine in beweging gebracht. 8011-087 Nokvergrendeling voor handvat Als de hendel voor het vastzetten van het handvat uitgeklapt wordt, kan het handvat naar voren geklapt worden naar een vergrendelde stand.
PRESENTATIE Instelling van achterwielen Door de instelknop voor de diepte/stabiliteit van de achterwielen (zie afbeelding) met de klok mee te draaien verbetert de stabiliteit en de bestuurbaarheid. Door de knop tegen de klok in te draaien wordt de beluchtingsdiepte op de volgende manier bepaald: (A) De achterwielen kunnen op het gewenste niveau ingesteld worden zodat u de mespenetratie met een marge van enkele millimeters kunt regelen. De beluchtingsdiepte kan op vergelijkbare manier geregeld worden.
GEBRUIK Start van motor Controleer of het dagelijkse onderhoud volgens het onderhoudsschema is uitgevoerd. Controleer of er voldoende brandstof in de brandstoftank aanwezig is. Brandstofkraan Open de brandstofkraan. Breng de hendel helemaal naar rechts. 8011-072 Chokehendel Bij het starten van een warme motor moet de hendel in de rechterstand staan, zie afbeelding. Bij het starten van een koude of halfwarme motor wordt de hendel geheel of gedeeltelijk naar links gebracht.
GEBRUIK Gashendel Stel het motortoerental in met de gashendel. Breng de hendel naar links om het toerental te verhogen en naar rechts om het toerental te verminderen. Voor machines met een gashendel op het handvat wordt de gashendel op de motor in stationair stand gezet. 8011-034 Motor stoppen Wanneer de motor met hoge belasting gelopen heeft, laat hem dan 1/2 tot een minuut onbelast op een laag toerental lopen. Motorschakelaar OFF ON Draai de motorschakelaar tegen de klok in naar stand OFF.
GEBRUIK Beluchtingstips Moet het gazon voor het beluchten gesproeid worden? Het beluchten gaat het best op zachte en vochtige aarde. Als u niet zeker bent van de grondomstandigheden, bijv. bij aarde met een hoog kleigehalte, kan een eenvoudige test aantonen of u voor het beluchten moet sproeien. Steek een spa of een grote schroevendraaier in de aarde. U moet met gemak ca. 5 - 7,5 cm naar beneden komen. Als dat niet lukt moet het gazon een dag voor het beluchten gesproeid worden.
GEBRUIK Draaien en bedienen van de beluchtingsmachine De machine wordt bediend doordat men tijdens het beluchten stap voor stap de richting met het handvat stuurt. Wij raden aan de motorsnelheid zo in te stellen dat u zich in prettig wandeltempo kunt voortbewegen. Dat helpt u ook om de volledige controle te behouden bij het werken op krappe oppervlakken. Als de machine ingesteld is op meer stabiliteit (met neergelaten achterwielen en minder mespenetratie) wordt hij makkelijker te keren.
ONDERHOUD Onderhoudsschema Hier volgt een lijst van het onderhoud dat aan de machine uitgevoerd moet worden. Voor de punten die niet in deze gebruiksaanwijzing staan beschreven, moet u een erkende werkplaats opzoeken.
ONDERHOUD Vervangen van luchtfilter Wanneer de motor zwak aanvoelt, zwarte rook uitstoot of ongelijkmatig loopt kan de oorzaak een verstopt luchtfilter zijn. Het is daarom belangrijk om het luchtfilter met regelmatige tussenpozen schoon te maken en te vervangen (zie onderhoudsschema voor de juiste serviceinterval). WAARSCHUWING! Laat het uitlaatgassysteem voor service afkoelen. Risico van brandwonden. 8011-028 Schoonmaken / vervangen van luchtfilter moet op de volgende manier gedaan worden: 1.
ONDERHOUD Schoonmaken van filterbeker 1. Doe de brandstofkraan dicht. 8011-036 2. Schroef de filterbeker (2) eruit. Let op de o-ring (1). 3. Was de filterbeker en de o-ring in bijv. terpentine en droog ze dan af. 4. Leg de o-ring weer op z’n plaats in de gleuf en plaats de filterbeker. Zet hem niet te hard vast zodat de schroefdraad niet beschadigd raakt. 5. Zet de brandstofkraan op stand ON en controleer of er geen lekkage is. Als het lekt, moet u de o-ring vervangen.
ONDERHOUD Instelling van gaskabel Geldt alleen model AR25. 1. Start de motor en laat hem op bedrijfstemperatuur komen. 2. Stel de gaskabel in bij de instelbare bevestiging (de linker op de afbeelding) door aan de stelmoer te draaien. Des te harder aangedraaid, des te hoger de motorsnelheid is. Als de moer losgedraaid wordt, daalt de motorsnelheid. BELANGRIJKE INFORMATIE Wanneer het gas juist is ingesteld, neemt de motorsnelheid iets toe wanneer de koppeling losgelaten wordt.
ONDERHOUD Ontstekingssysteem De motor is voorzien van een elektronische ontsteking. Alleen de bougie heeft onderhoud nodig. Aanbevolen bougie, zie ”Technische gegevens”. BELANGRIJKE INFORMATIE Een verkeerd type bougie kan de motor beschadigen. 1. Trek de bougiedop los en maak het rond de bougie schoon. 2. Verwijder de bougie met een 13/16" (21 mm) bougiesleutel. 3. Controleer de bougie. Vervang de bougie wanneer de elektroden rondom verbrand zijn of wanneer de isolator gescheurd of beschadigd is.
ONDERHOUD Vervangen van motor 1. Verwijder de gewichten zodat u er makkelijker bij kunt. 2. Verwijder de aandrijvingsbescherming (1). 3. Verwijder de aandrijfriem. 4. Verwijder de vier motorschroeven (2). Twee aan iedere kant. 5. Til de motor van de eenheid. BELANGRIJKE INFORMATIE Een beluchtingsmachine van model AR25 heeft twee paar tussenlegplaten onder de motor. 6. Maak de inbusschroeven los, verwijder de poelie (3) en de spie (4) en bewaar ze. 7.
ONDERHOUD Vervangen en instellen van aandrijfriem 1. Zet de motor uit en verwijder de aandrijvingsbescherming. 2. Verwijder de aandrijfriem (1). 3. Controleer of de poelies versleten zijn en vervang ze indien nodig. 4. Controleer de instelling van de poelies door ervoor te zorgen dat de beide poelies met elkaar in lijn liggen en in lijn met de riemspanrol (2). Zo niet, corrigeer de instelling dan. 8011-220 5.
ONDERHOUD Nokvergrendeling voor handvat Geldt alleen model AR19. 1. De nokvergrendeling (3) op het handvat moet vergrendelen wanneer men die met de hand middelhard samen drukt. Het frame van het handvat (2) moet goed vast zitten op de machine. 2. Controleer de borgmoer van de nokkenstang (1). Als de moer makkelijk rond gedraaid kan worden, wanneer de nok loslaat, bevestigt hij niet langer goed en moet hij vervangen worden om de vergrendeling veilig te laten zijn.
ONDERHOUD Wielen Vervangen van aandrijfwielas 1. Zet de motor uit en laat alle brandstof uit de brandstoftank lopen. 2. Verwijder gewichten en aandrijvingsbescherming. 3. Maak de borgmoer (2) op de stelschroef (1) los zodat de ketting los komt. Verwijder het kettingslot en de ketting. 4. Klap de beluchtingsmachine voorover zodat hij op het handvat rust. Het voorwiel belandt zo’n 30 cm boven de grond. 8011-219 WAARSCHUWING! Zet het handvat zo vast dat de beluchtingsmachine niet omvalt. 5. 6. 7. 8. 9.
ONDERHOUD Vervangen van achterwielen Geldt model AR19. 1. Zorg ervoor dat de machine op vlakke grond staat en dat de motor uit is. 2. Laat de achterwielhendel zakken zodat de beluchtingsmachine op de messen rust. 3. Draai de diepteinstelknop voor de diepte/ stabiliteit van de achterwielen met de klok mee zodat de achterwielen op de minimale diepte ingesteld worden (= meer stabiliteit). 4. Verwijder de asmoer en de ring. Trek de asschroef eruit en haal het wiel van de wielsteun. 5.
ONDERHOUD Messen en mesas Vervangen van messen 1. Zet de motor uit en verwijder de gewichten. 2. Klap het handvat in (geldt model AR19). 3. Let op de richting van de messchroef. 4. Verwijder de messen en vervang ze door de desbetreffende stopschroef (1) los te draaien. Verwijder de borgschroef (2) en het mes. Plaats een nieuw mes in dezelfde richting en zet het met de borgschroef vast. Draai de stopschroeven aan nadat de messen vervangen zijn.
ONDERHOUD Vervangen van vrijlopende messen 8011-171 Model AR19 heeft aan de buitenkant van iedere kant een vrijlopend mes, maar model AR25 heeft er twee. Op de afbeelding hierboven is model AR25 te zien. Voer punt 1 t/m 10 uit van het eerdere hoofdstuk ”Vervangen van mesaslager” en daarna het volgende: 1. 2. 3. 4. Verwijder het kettingtandwiel (1) door de twee borgschroeven los te draaien (bij het verwijderen van de vrijlopende messen van de ene kant.
ONDERHOUD Ketting Vervangen van ketting 1. Zet de motor uit. 2. Verwijder de aandrijvingsbescherming (zie afbeelding). 3. Maak de stelschroef (1) en de borgmoer (2) van de ketting los. 4. Verwijder het kettingslot en de ketting. 5. Controleer de kettingtandwielen en stel ze evt. af zodat ze in lijn met elkaar lopen. Het kettingtandwiel bij het voorwiel (4) (zie de onderste afbeelding) en het kettingtandwiel op de mesas hebben ieder twee inbusbouten voor vergrendeling. 6.
ONDERHOUD Schoonmaken en wassen Regelmatig wassen, schoonmaken en smeren verlengt de levensduur van de machine. Wen u aan om de machine altijd direct na gebruik schoon te maken, voordat het vuil vast is gaan zitten. Controleer voor het afspoelen of de tankdop goed zit zodat er geen water in de brandstoftank komt. Gebruik hogedrukreiniging met enige voorzichtigheid omdat waarschuwingsplaatjes, instructieplaatjes, lagers, ketting en motor beschadigd kunnen raken.
SMEREN Smeerschema 8011-280 38 – Nederlands
SMEREN Algemeen Stop de motor en verwijder de ontstekingskabel voordat u het smeren begint. Bij smeren met vet kan, indien niet anders aangegeven, Husqvarna Universeelvet nr. 5310038-01 of Husqvarnas Smeervet UL 21 nr. 5310060-74 gebruikt worden. Droog overbodig smeermiddel na het smeren af. Het is belangrijk dat er geen smeermiddel in contact komt met de riem op de aandrijfoppervlakken van de poelies. Als dit gebeurt, kunt u proberen dit met alcohol schoon te maken.
SMEREN Controle van het oliepeil van de motor Zorg ervoor dat de machine recht staat met een gestopte motor bij de controle van het oliepeil. 1. Schroef de oliepeilstok uit en maak deze droog met papier of een pluisvrije doek. 2. Stop de oliepeilstok terug zonder deze vast te schroeven. Haal hem omhoog en controleer het peil op de stok. 3. Vul indien nodig olie bij tot de rand van het gat van de oliepeilstok. Olietype, zie hoofdstuk ”Smeren \ 1. Motorolie”. 4.
SMEREN 3. Ketting Smeer de ketting zodat hij makkelijk rond loopt zonder aan te lopen. Om er goed bij te kunnen schroeft u de aandrijvingsbescherming weg. Gebruik 30W-motorolie of kettingzaagolie of kettingspray voor motorfietsen. 8011-132 4. Achterwielen Geldt model AR19. Smeer de beide achterwielen met een vetspuit, 1 smeernippel aan de buitenkant van de achterwielen, tot het vet eruit loopt. 8011-176 5. Mes Olie het mes licht in om roest te voorkomen.
SMEREN 7. Instelling van de diepte/stabiliteit van de achterwielen Smeer het schroefdraad regelmatig met vet om te voorkomen dat het aanloopt of vast blijft zitten. Het is vooral belangrijk het schroefdraad na het schoonmaken te smeren. 8011-271 8. Nokvergrendeling voor handvat Smeer de nokrand met een beetje vet in. 8011-088 9. Handvat met hendel Smeer de verbindingen met een smeerspuit (op de afbeelding is AR25 te zien).
MONTAGEINSTRUCTIES Montage - In werking stellen Geldt model AR19. 1. Gebruik oogbescherming Verwijder de houten klossen. 2. Snij de zijkant van de doos voorzichtig kapot. 3. De beluchtingsmachine wordt geleverd met ingeklapt handvat. Til eerst de achterwielhendel (4) op en klap daarna het ingeklapte handvat (3) uit naar bedrijfsstand. Vergrendel met de nokvergrendeling (6). 4. Vul de motor bij met door de motorproducent aanbevolen olie (1). Zie hoofdstuk ”Smeren \ Motorolie”.
MONTAGEINSTRUCTIES Geldt model AR25. 1. Gebruik oogbescherming. Verwijder de houten klossen. BELANGRIJKE INFORMATIE Pas op voor spijkers en houtsplinters. 2. Snij de zijkant van de doos voorzichtig kapot. 3. De beluchtingsmachine wordt geleverd met gedemonteerd handvat. Monteer het handvat met behulp van twee sleutels (13 mm). 4. Schuif het handvat op de montagesteunen (zie de bovenste afbeelding). Schroef het handvat op de steunen met de bevestigingselementen A (zie onderste afbeelding). 5.
STALLEN Winterstalling Aan het einde van het seizoen moet de machine direct in orde gemaakt worden voor stalling, dit moet ook gebeuren wanneer hij langer dan 30 dagen ongebruikt blijft staan. Brandstof die lange perioden moet staan (30 dagen of langer) kan plakkerige lagen afzetten, die de carburateur kunnen verstoppen en de werking van de motor verstoren. Brandstofstabilisator is een acceptabel alternatief als het gaat om de plakkerige afzetting tijdens de stalling te voorkomen.
AANSLUITSCHEMA 8011-099 8011-050 1. Motorschakelaar 2. Transistorontsteking 3. Bougie 4.
OPSPOREN VAN STORINGEN Symptoom Oorzaak Maatregel De brandstofkraan is dicht. Open de brandstofkraan. De smoorklep is open. Doe de smoorklep dicht bij een koude motor. Motorschakelaar in stand OFF. Zet de motorschakelaar op stand ON. De brandstoftank is leeg. Bijvullen met brandstof. Gestald zonder dat maatregelen conform hoofdstuk ”Stalling \ Winterstalling” in ogenschouw zijn genomen. Maak tank, filterbeker en leeg de carburateur. Vul de tank met nieuwe brandstof.
TECHNISCHE GEGEVENS Motoreenheid AR19 AR25 Motor Honda GX120 3 Honda GX120 Cilinderinhoud 119 cm (7,3 cu in) 119 cm3 (7,3 cu in) Motorvermogen 4 pk (3 kW) bij 3600 tpm 4 pk (3 kW) bij 3600 tpm Koppel 7,4 Nm bij 2500 tpm 7,4 Nm bij 2500 tpm Bougie NGK BPR6ES DENSO W20EPR-U NGK BPR6ES DENSO W20EPR-U Stationair toerental 1250 - 1400 tpm. 1250 - 1400 tpm.
SERVICEBOEKJE Maatregel Datum, stempel, handtekening Afleverservice 1. Verbreek de verpakking en controleer of de machine onbeschadigd is. 2. Monteer in voorkomende gevallen de meeverpakte onderdelen. 3. Controleer of de uitvoering van de machine klopt met de order van de klant. 4. Controleer of de juiste hoeveelheid olie in de motor en de transmissie zit. 5. Controleer de luchtdruk in de banden en pas aan. 6. Controleer of het werkgereedschap juist is ingesteld. 7.
SERVICEBOEKJE Datum, stempel, handtekening Maatregel ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
SERVICEBOEKJE Datum, stempel, handtekening Maatregel ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
SERVICEBOEKJE Datum, stempel, handtekening Maatregel ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○
8011-156 8011-157 8011-158 8011-159
114 00 28-36 ´+H"s¶6A¨ 2001W35
