Operation Manual

Nederlands 11
Vul nooit binnenshuis brandstof bij.
Brandstofsysteem
Doe de brandstoftoevoer altijd dicht bij stalling of
transport.
Bewaar de brandstof alleen in een tank die
voor dit doeleinde is goedgekeurd.
Verwijder nooit het brandstofdeksel om
brandstof bij te vullen terwijl de motor draait.
Stop de motor altijd tijdens het bijvullen van
brandstof.
Rook niet tijdens het bijvullen van benzine en
vul ook geen benzine bij in de buurt van
vonken of open vuur.
Vul nooit binnenshuis brandstof bij.
Voordat u na het tanken de machine start,
moet deze ten minste drie meter verplaatst
worden van de plek waar hij stond toen u
tankte.
Doe de brandstoftoevoer altijd dicht bij stalling
of transport.
Als er lekkage in het brandstofsysteem is
opgetreden, mag de motor niet gestart worden
voordat dit verholpen is.
Controleer het brandstofniveau voor ieder
gebruik en laat ruimte over zodat de brandstof
kan uitzetten, omdat de warmte van de motor
en de zon de brandstof anders kan uitzetten
zodat die overloopt.
Voorkom overvulling. Wanneer er benzine op
de machine is geknoeid, moet u de benzine
opdrogen en wachten tot het verdampt is
voordat de motor gestart wordt. Als u benzine
op uw kleding heeft gemorst, moet u zich
omkleden.
Controleer het brandstofpeil voor ieder gebruik.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
8011-144
8011-036
8011-224
WAARSCHUWING!
Benzine en benzinedampen zijn giftig en zeer licht ontvlambaar. Wees extra voorzichtig
met het hanteren van benzine, omdat onachtzaam hanteren kan leiden tot persoonlijk
letsel of brand.