Operation Manual

22 Nederlands
GEBRUIK
Beluchtingstips
Moet het gazon voor het beluchten gesproeid
worden?
Het beluchten gaat het best op zachte en vochtige
aarde. Als u niet zeker bent van de
grondomstandigheden, bijv. bij aarde met een hoog
kleigehalte, kan een eenvoudige test aantonen of u
voor het beluchten moet sproeien. Steek een spa of
een grote schroevendraaier in de aarde. U moet
met gemak ca. 5 - 7,5 cm naar beneden komen. Als
dat niet lukt moet het gazon een dag voor het
beluchten gesproeid worden.
Wanneer moeten de afneembare gewichten
gebruikt worden?
De grondomstandigheden bepalen of er extra
machinegewicht nodig is om het beluchten effectief
te laten zijn. De gewichten geven u een beter
stuurvermogen en een betere mespenetratie.
Voordat u begint
Zorg ervoor dat het inklapbare handvat in
bedrijfsstand staat en vergrendeld is met de
nokvergrendeling (geldt model AR19)
2. Plaats gewichten indien nodig.
3. Zorg ervoor dat het koppelingshandvat goed
los laat en dat de koppelingskabel makkelijk
loopt. (geldt model AR19).
4. Zorg ervoor dat de gashendel/koppeling goed
los laten en dat de gas- en koppelingskabel
makkelijk lopen (geldt model AR25).
BELANGRIJKE INFORMATIE
Verwijder losse voorwerpen van het gazon.
Markeer stenen en evt. andere vaste
voorwerpen.
Controleer vooral of er geen verborgen
elektriciteitsleidingen of iets dergelijks in de
oppervlaktelaag van het gazon liggen.
Beluchten
1. Start de motor en stel de gasinstelling zo af dat
u in een prettig wandeltempo kunt bewegen en
in alle posities de controle over de apparatuur
kunt behouden.
2. Stel de gewenste diepte in met de
diepteinstelknop (zie afbeelding). De
beluchtingsdiepte wordt minder als men de
knop met de klok mee draait.
3. Laat de messen in de grond zakken door de
achterwielhendel naar beneden te drukken (de
achterwielen komen omhoog).
4. Druk het handvat naar beneden. Dit maakt dat
de messen beter door dringen en de machine
makkelijker te besturen wordt (het voorwiel
komt omhoog).
5. Druk het koppelingshandvat tegen het handvat
en de machine komt in beweging.
6. Stop door het koppelingshandvat los te laten.
7. Stel indien nodig de gasinstelling op de motor
af op een prettige snelheid.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Door de achterwielen helemaal op te tillen
(voor maximale beluchtingsdiepte) wordt de
stabiliteit minder terwijl de beluchtingsdiepte
toeneemt.
8011-125
8011-058