Operation Manual

28 – Nederlands
Ontstekingssysteem
De motor is voorzien van een elektronische
ontsteking. Alleen de bougie heeft onderhoud
nodig.
Aanbevolen bougie, zie ”Technische gegevens”.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Een verkeerd type bougie kan de motor
beschadigen.
1. Trek de bougiedop los en maak het rond de
bougie schoon.
2. Verwijder de bougie met een 13/16" (21 mm)
bougiesleutel.
3. Controleer de bougie. Vervang de bougie
wanneer de elektroden rondom verbrand zijn of
wanneer de isolator gescheurd of beschadigd
is. Maak de bougie schoon met een
staalborstel als die moet worden gebruikt.
4. Meet de elektrodenafstand met een
voelermaat. De afstand moet 0,7 - 0,8 mm /
0.028 - 0.031" zijn. Stel de afstand indien nodig
af door de massaelektrode te buigen.
5. Schroef de bougie met de hand terug om te
voorkomen dat het schroefdraad beschadigd
raakt.
6. Nadat de bougie aanligt, moet deze met een
bougiesleutel aangetrokken worden zodat de
ring samen wordt gedrukt. Een oude, opnieuw
gebruikte bougie moet 1/8 - 1/4 slag
aangedraaid worden vanaf het aanligpunt. Een
nieuwe bougie moet 1/2 slag aangedraaid
worden vanaf het aanligpunt.
7. Zet de bougiedop terug.
ONDERHOUD
8011-027
8011-054
BELANGRIJKE INFORMATIE
Een bougie, die niet goed is aangedraaid,
kan oververhitting veroorzaken en de motor
beschadigen. Een bougie, die te hard is
aangedraaid, kan het schroefdraad in de
cilinderkop beschadigen.