Operation Manual

Nederlands 33
ONDERHOUD
Vervangen van achterwielen
Geldt model AR19.
1. Zorg ervoor dat de machine op vlakke grond
staat en dat de motor uit is.
2. Laat de achterwielhendel zakken zodat de
beluchtingsmachine op de messen rust.
3. Draai de diepteinstelknop voor de diepte/
stabiliteit van de achterwielen met de klok mee
zodat de achterwielen op de minimale diepte
ingesteld worden (= meer stabiliteit).
4. Verwijder de asmoer en de ring. Trek de
asschroef eruit en haal het wiel van de
wielsteun.
5. Monteer het nieuwe wiel met de smeernippel
naar buiten gekeerd en de pakkingen goed op
hun plaats in de wiel mof. Voer de asschroef
door het wiel en de wielsteun. Plaats de ring,
de moer en draai goed vast.
6. Smeer de wiellagers.
Geldt model AR25.
1. Zorg ervoor dat de machine op vlakke grond
staat en dat de motor uit is.
2. Laat de achterwielhendel zakken zodat de
beluchtingsmachine op de messen rust.
3. Draai de diepteinstelknop voor de diepte/
stabiliteit van de achterwielen met de klok mee
zodat de achterwielen op de minimale diepte
en daarmee op meer stabiliteit ingesteld
worden.
4. Verwijder de haarspeldpen (1).
5. Verwijder het wiel met as van de machine (2).
6. Plaats de haarspeldpen in de as terug zodat
die niet verdwijnt.
8011-176
8011-096