User's manual

29
rookgastemperatuur om de warmteafgifte van de houtkachel te vergroten.
Als de huidige kamertemperatuur hoger is dan het gewenste warmteniveau, verlaagt de regeling de
rookgastemperatuur, waardoor de gloeifase zoveel mogelijk wordt verlengd voordat opnieuw moet
worden bijgevuld. Dit is om de warmteafgifte van de houtkachel te verminderen, maar tegelijkertijd hout
bij te kunnen vullen zonder dat de kachel opnieuw moet worden aangemaakt. Als de kamertemperatuur
daalt tot onder het gewenste niveau, zal de gloeifase worden verkort en een bijvulalarm worden gegeven.
Het systeem geeft een bijvulsignaal bij een rookgastemperatuur van 180°C. Bij 100°C gaat het systeem
in stand-by en worden alle kleppen gesloten.
Als de huidige kamertemperatuur veel lager is dan het gewenste warmteniveau, verhoogt de regeling
de rookgastemperatuur. Als de daaropvolgende temperatuurstijging onvoldoende is, geeft de regeling
een bijvulalarm af, omdat er naar verwachting meer hout nodig is om het gewenste warmteniveau in
de ruimte te bereiken.
Als de kamertemperatuur na opnieuw bijvullen nog steeds niet het gewenste niveau heeft bereikt, is
er mogelijk sprake van een te hoog vochtgehalte in het hout of een te zwakke schoorsteentrek. Het
IHS-systeem streeft altijd naar een voldoende hoge rookgastemperatuur om een milieuvriendelijke
verbranding te garanderen.
Bijvullen van hout
Wanneer het alarm voor opstoken luidt, is de kachel klaar om opgestookt te worden. Het alarm voor
het opstoken komt via de kamertemperatuursensor of de aangeschafte afstandsbediening. De IHS Smart
Control
TM
-app komt ook met een melding dat het tijd is om op te stoken, als de app geopend wordt. Voor
meer informatie over de app, zie de aparte handleiding.
De hoeveelheid hout die gebruikt wordt voor het opstoken moet aangepast worden op basis van de
actuele gevraagde warmte.
Kleine
hoeveelheid hout
Gemiddelde
hoeveelheid hout
Grote
hoeveelheid hout
(700 - 1200 gr) (1000 - 2000 gr) (1800 - 3000 gr)
Uit verbrandingstechnisch oogpunt moet de kachel altijd met minimaal 2 stukken hout tegelijk worden
bijgevuld, ook als voor het bijvullen slechts een kleine hoeveelheid hout nodig is. U kunt er ook voor
kiezen om niet bij te vullen. De kachel zal dan na verloop van tijd automatisch in de slaapstand gaan.
Belangrijk!
Laat een kachel nooit alleen voordat er na het opstoken blijvende vlammen in het hout zitten!
Als de kachel brandt, worden de buitenvlakken van de kachel warm. Wees dus voorzichtig.
Stoken met kolen, briketten en cokes
De haard is niet goedgekeurd voor het stoken met kolen en cokes. U kunt echter briketten gebruiken,
die op de as van het hout worden gelegd.
Wees opmerkzaam op het feit dat stoken met andere brandstoffen dan hout, roet op de
ruit als gevolg kan hebben.
Bediening van de klep in het warmtemagazijn
Aan de achterzijde van de kachel, tussen de topplaat van de kachel en het warmtemagazijn, bevindt
zich een klep waarmee de convectielucht in het warmtemagazijn kan worden geregeld. De aanvoer van
convectielucht vindt plaats door de klep naar links te verplaatsen en de convectielucht wordt afgesloten
als de klep naar rechts staat. Om de kachel zo snel mogelijk klaar te maken voor de opslag van warmte
in de warmtevasthoudende stenen moet de convectieklep tijdens het opstoken van de kachel gesloten
blijven. Met gesloten convectieklep houdt de warmteopslag de opgeslagen warmte het langst mogelijk
vast in de warmtevasthoudende stenen. Wanneer de klep wordt geopend, wordt de warmte van de
warmtevasthoudende stenen in het warmteopslag daarentegen zo snel mogelijk afgegeven aan de ruimte.