Operation Manual

Het verhogen van de waterstand
Vanuit de fabriek is de waterstand op "normaal" ingesteld.
Wanneer de waterdruk lager is dan 1,0 bar, stroomt er te weinig water in de spoel-
ruimte. Zie hoofdstuk: "Het controleren van de waterstand". In dit geval moet u de
waterstand verhogen.
Wat u moet doen ... n brandt n knippert
Open de deur.
Schakel de afwasautomaat met de Uit - toets (o) uit.
Druk op de toetsen G 55° en G 65°, blijf erop druk-
ken en schakel
tegelijk de afwasautomaat met be-
hulp van de Aan - toets (g) in.
Aan k
Laat de toetsen G 55° en G 65° weer los.
Aan k + n
Attentie: Wanneer er een ander controlelampje begint
te knipperen, begin dan nog eens van voren af aan.
Tegelijk met "Aan" kunnen de volgende controlelampjes
gaan branden en wel in de volgende gevallen:
Er is nog geen naspoelmiddel gedoseerd of er moet
naspoelmiddel worden bijgevuld.
H
De functie "Zonder drogen" is ingeschakeld.
G 55°
De waterstand is verhoogd.
G 65°
De functie "Zonder zoemer" is ingeschakeld.
Zie paragraaf: "Extra functies".
u
Het verhelpen van storingen
60