GEBRUIKSAANWIJZING voor afwasautomaten GSVI 8264-3 M
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Het apparaat in één oogopslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Bedieningsveld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu .
Inhoud Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Reinigingsmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Het doseren van reinigingsmiddel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Het kiezen van een programma. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Het inschakelen van de afwasautomaat . . . . .
Algemeen Het apparaat in één oogopslag 4 1 Bovenste sproeiarm (niet zichtbaar) 7 Reservoir voor naspoelmiddel (met keuzeknop) 2 Besteklade (afhankelijk van het model) 8 Tweevaksdoseerbakje voor reinigingsmiddel 3 Bovenrek 9 Typeplaatje 4 Watertoevoer voor de middelste sproeiarm 5 Middelste sproeiarm 6 Onderste sproeiarm 10 Bedieningsveld 11 Optische functiecontrole 12 Reservoir voor regenereerzout 13 Zeefcombinatie 14 Vier stelvoeten
Algemeen Bedieningsveld (10) 15 Aan - toets 16 Uit - toets 17 Controlelampjes voor watertoevoer en waterafvoer, zout en naspoelmiddel 18 Programma’s 19 Programmatoetsen / Controlelampjes van de programmatoetsen Symbolen voor de Aan - en Uit toetsen g o Aan Uit Symbolen voor de controlelampjes p/q Watertoevoer/Waterafvoer k Zout H Naspoelmiddel Symbolen voor de programmatoetsen Wat de symbolen betekenen komt aan de orde in de hoofdstukken: "Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Deze afwasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt daarmee schade aan uw apparaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen De elektrische veiligheid van deze afwasautomaat is alleen dan gewaarborgd als hij wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsvoorschriften is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman/vakvrouw controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische schok).
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Gebruik uitsluitend het speciale grofkorrelige regenereerzout of andere zuivere ingedampte zouten. Gebruik in geen geval andere soorten zout, bijv. keukenzout of strooizout. Deze soorten zout bevatten soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ontharder. Zorg ervoor dat kinderen niet met reinigingsmiddelen in aanraking kunnen komen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Ter voorkoming van materiële schade Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het reservoir voor naspoelmiddel, want dan gaat het reservoir kapot. Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het reservoir voor het regenereerzout, want dan gaat de ontharder kapot. Gebruik geen reinigingsmiddelen die voor bedrijfsafwasautomaten of industriereinigers bestemd zijn.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig belast en kan worden hergebruikt. Hergebruik van het verpakkingsmateriaal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. De vakhandelaar neemt de verpakking terug. Het afdanken van het apparaat Apparaten die u afdankt, bevatten nog waardevolle stoffen/materialen.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Wat u voor het eerste gebruik nodig heeft – ca. 2 l water; – ca. 2 kg regenereerzout; – reinigingsmiddel voor huishoudafwasautomaten; – naspoelmiddel voor huishoudafwasautomaten. Iedere afwasautomaat wordt in de fabriek op zijn werking getest. Als gevolg van deze tests blijft er water in het apparaat achter. Dit water betekent niet dat het apparaat eerder door een andere consument is gebruikt.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Het openen van de deur Het sluiten van de deur ^ Schuif de rekken naar binnen. ^ Klap de deur omhoog en druk hem dicht totdat hij vastklikt. ^ Trek aan de deurgreep. Wanneer de deur wordt geopend terwijl de automaat in gebruik is, worden alle functies automatisch onderbroken. Hoe u de deur van de afwasautomaat zonder frontpaneel kunt openen, kunt u lezen in de montageaanwijzing.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Waterontharder Om goede reinigingsresultaten te bereiken heeft de afwasautomaat zacht (kalkarm) water nodig. Bij hard water ontstaat er witte kalkaanslag op het vaatwerk en op de wanden van de spoelruimte. Water met een waterhardheid van 4 °dH (0,7 mmol/l) en hoger moet daarom worden onthard. Daar wordt in de ingebouwde waterontharder automatisch voor gezorgd.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt ^ 1. Open de deur. Tabel 1 ^ 2. Schakel de afwasautomaat met de o - toets uit. °dH 1- 4 mmol/l 0,2 - 0,7 toets G ^ 3. Druk op de toetsen G en F, blijf erop drukken en schakel tegelijk de afwasautomaat met de g - toets in. 5- 6 7 8 - 10 0,9 - 1,1 1,3 1,4 - 1,8 n F o 11 - 12 2,0 - 2,2 u ^ 4. Laat alle toetsen weer los. De controlelampjes k en n gaan knipperen. Is dat niet het geval, begin dan van voren af aan.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Instelling van de waterhardheden 13 °dH - 70 °dH Het controleren van de geprogrammeerde waterhardheid ^ Druk op toets l. Wanneer u wilt controleren welke waterhardheid is geprogrammeerd, Controlelampje l gaat branden. Brandt één van de controlelampjes naast de programmatoetsen, dan geeft dat aan welke waterhardheid is ingesteld. Zie tabel 2.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Het doseren van regenereerzout Als de hardheid van uw water steeds onder de 4 °dH (= 0,7 mmol/l) ligt, hoeft u geen zout te doseren. U moet dan echter wel de afwasautomaat programmeren naar de hardheid van uw water. ^ Haal het onderrek uit de spoelruimte en draai de dop van het zoutreservoir open. ^ Vul het zoutreservoir voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt met ca. 2 l water.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Controlelampje voor zout (k) Attentie Zolang controlelampje k op het bedieningsveld niet brandt, zit er nog genoeg zout in het reservoir. Controlelampje k gaat ook branden wanneer er geen regenereerzout is gedoseerd doordat de hardheid van uw water onder de 4 °dH ligt.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Naspoelmiddel Naspoelmiddel is nodig om ervoor te zorgen dat het water tijdens het drogen als een film van het vaatwerk afloopt en het vaatwerk na het spoelen droogt zonder dat het vlekken gaat vertonen. Het doseren van naspoelmiddel Het naspoelmiddel wordt in het reservoir voor naspoelmiddel gedoseerd en bij het naspoelen in de ingestelde hoeveelheid automatisch toegevoegd.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Controlelampje voor naspoelmiddel (H) Zolang controlelampje H op het bedieningsveld niet brandt, zit er nog genoeg naspoelmiddel in het reservoir. ^ Doseer zoveel naspoelmiddel totdat het in het zeefje in de vulopening zichtbaar is. In het naspoelmiddelreservoir kan ca. 130 ml. ^ Sluit het klepje en wel zo dat het duidelijk vastklikt. Is het klepje niet goed gesloten dan kan er tijdens het spoelen water in het naspoelmiddelreservoir lopen.
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt Het instellen van de hoeveelheid te doseren naspoelmiddel De te doseren hoeveelheid naspoelmiddel is met behulp van de keuzeknop instelbaar. Men kan kiezen tussen 6 standen. Vanuit de fabriek is de keuzeknop (zie pijl) op stand 3 ingesteld. Er wordt dan per programma ca. 3 ml naspoelmiddel verbruikt. Deze stand wordt geadviseerd. Vertoont het vaatwerk vlekken: ^ zet de keuzeknop dan op een hogere stand.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Waar u bij het inruimen van serviesgoed en bestek op moet letten ^ Verwijder de ergste etensresten van het vaatwerk. Het is niet nodig om het vaatwerk van te voren onder stromend water af te spoelen! ,Was vaatwerk met as, zand, was, smeervet of verf niet in de afwasautomaat. As wordt niet opgelost, maar in de spoelruimte verdeeld. Door was, smeervet en verf raakt de afwasautomaat beschadigd. U kunt ieder stuk servies in principe overal in de rekken inruimen.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Bovenrek Kopjesrek Plaats in het bovenrek klein, licht en teer serviesgoed zoals glazen, kopjes, schoteltjes en dessertschaaltjes. U kunt er ook een plat steelpannetje in plaatsen. Klap het kopjesrek omhoog om hoog serviesgoed te kunnen inruimen. Leg erg lang bestek zoals soeplepels, pollepels en lange messen dwars aan de voorkant van het bovenrek.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Het verstellen van het bovenrek Om in het boven- of onderrek meer plaats te krijgen voor hoger serviesgoed kunt u het bovenrek in hoogte verstellen. U kunt kiezen tussen 3 standen met een verschil van telkens ca. 2 cm. U kunt het bovenrek ook schuin plaatsen, nl. met één kant hoog en met één kant laag. Let er echter op dat u het rek zonder problemen in de spoelruimte kan schuiven. Afhankelijk van de stand van het bovenrek kunt u bijv.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Onderrek Omklapbare spijlen Plaats in het onderrek groot en zwaar serviesgoed zoals borden, platte schotels, pannen en schalen. U kunt ook schoteltjes, ontbijt- of dessertbordjes in het onderrek zetten. Plaats geen dun en fijn glaswerk in het onderrek, want daarvoor is een aparte inzet of een apart onderrek noodzakelijk. De twee rijen spijlen aan de achterkant kunt u omklappen om meer ruimte te krijgen voor grote stukken vaatwerk, bijv. potten, pannen en schalen.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Hoogte-indicator Met de beugel aan het bovenrek kunt u zien hoe hoog het serviesgoed in het onderrek mag zijn, zonder dat de middelste sproeiarm daar tegenaan komt. Fleshouder (afhankelijk van het model) Op de fleshouder kunt u smal serviesgoed plaatsen zoals een melk- of babyfles. U kunt de fleshouder op de wit gemarkeerde plaatsen in het onderrek zetten.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Bestek Bestekkorf ,Wanneer u daardoor echter kans loopt om zich aan de scherpe kant van de messen en de punten van de vorken te verwonden, dan kunt u het bestek het beste met de grepen boven en met de scherpe kant beneden plaatsen. ^ Plaats kleine lepels in de speciale lepelsegmenten aan weerszijden van de bestekkorf. ^ Plaats het bestek ongesorteerd en met de grepen beneden in de vakjes van de bestekkorf. Het water kan er dan beter bij.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Speciale bestekhouder voor de bestekkorf In de bijgevoegde bestekhouder kunt u sterk vervuilde lepels en/of vorken plaatsen. De lepels en/of vorken liggen niet op elkaar maar worden in deze houder naast elkaar opgehangen. Daardoor kan het water er beter bij. ^ Plaats de lepels en/of vorken in de bestekhouder met de grepen beneden. Verdeel het bestek gelijkmatig over de houder. ^ Plaats de bestekhouder als dat nodig is op de bestekkorf.
Het inruimen van serviesgoed en bestek Serviesgoed en bestek die niet geschikt zijn voor de afwasautomaat – Serviesgoed en bestek die óf helemaal óf voor een deel uit hout bestaan drogen uit en worden lelijk. Bovendien houdt de lijm niet in de afwasautomaat. Het gevolg daarvan is dat houten grepen los kunnen raken. – Kunstvoorwerpen, antieke vazen of glazen met decoraties zijn niet bestand tegen de afwasautomaat. – Voorwerpen van niet hittebestendig kunststof kunnen vervormen.
Bediening Reinigingsmiddelen ,Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen voor huishoudafwasautomaten. ^ U kunt poedervormige of vloeibare reinigingsmiddelen of reinigingstabletten gebruiken. Neem bij het doseren van het reinigingsmiddel de aanwijzingen in acht die op de verpakking staan. ^ Doseer poedervormige of vloeibare reinigingsmiddelen in de reinigingsmiddelvakjes. ^ Leg reinigingstabletten alleen in reinigingsmiddelvakje II, als de fabrikant van deze tabletten dat adviseert.
Bediening Het doseren van reinigingsmiddel ,Adem geen poedervormig reinigingsmiddel in! Slik geen reinigingsmiddel in! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in neus, mond en keel veroorzaken. Ga direct naar de dokter wanneer u een reinigingsmiddel hebt ingeademd of ingeslikt. Zorg ervoor dat kinderen niet met reinigingsmiddelen in aanraking kunnen komen. Laat kinderen daarom niet bij de afwasautomaat komen als deze geopend is. Er zouden nog resten reinigingsmiddel in de afwasautomaat aanwezig kunnen zijn.
Bediening Het kiezen van een programma Laat de keuze voor een programma steeds afhangen van het soort vaatwerk en de mate waarin dat is vervuild. In de meeste gevallen zult u het G programma of het n - programma kiezen. Deze programma’s zijn optimaal berekend voor de dagelijkse afwas. In het programma-overzicht aan het einde van deze gebruiksaanwijzing zijn de programma’s beschreven en tevens de toepassingsmogelijkheden ervan.
Bediening Het inschakelen van de afwasautomaat Het starten van een programma ^ Draai de kraan open indien deze nog gesloten is. ^ Neem bij het kiezen van een programma het programma-overzicht aan het einde van de gebruiksaanwijzing in acht. ^ Open de deur. ^ Controleer of de sproeiarmen vrij kunnen draaien en niet worden geblokkeerd. ^ Druk op de g - toets (15). Het controlelampje "g" (15) gaat branden. ^ Druk op de toets van het door u gewenste programma (19).
Bediening Einde van het programma Na afloop van een afwasprogramma gaat, wanneer de deur nog gesloten is, de optische functiecontrole knipperen. De optische functiecontrole gaat één uur na het einde van het programma uit. De optische functiecontrole gaat ook uit zodra u de deur opendoet. Het uitschakelen van de afwasautomaat ^ Open de deur na afloop van het programma. De optische functiecontrole en het controlelampje van de programmatoets gaan uit. U kunt nu het vaatwerk uit de automaat halen.
Bediening Wisseling van programma Is het klepje van het reinigingsmiddeldoseerbakje al geopend, is het niet meer mogelijk om van programma te wisselen. Zolang u de deur na het kiezen van een programma nog niet heeft gesloten, kunt u als volgt van programma wisselen: ^ Druk op de toets van het door u gewenste programma. ^ Sluit de deur. Het programma start. Wanneer het door u in eerste instantie gekozen programma al is gestart, kunt u als volgt van programma wisselen: ^ Open de deur.
Bediening Het uitruimen van de afwasautomaat ^ Heet serviesgoed breekt snel! Laat het serviesgoed daarom na het uitschakelen van de automaat zo lang in de afwasautomaat afkoelen, totdat u het goed kunt vastpakken. ^ Wanneer u de deur na het uitschakelen van de automaat helemaal opent, koelt het vaatwerk sneller af. ^ Ruim eerst het onderrek, dan het bovenrek en tenslotte de besteklade uit. Zo voorkomt u dat er druppels van het bovenrek of van de besteklade op het vaatwerk in het onderrek vallen.
Reiniging en onderhoud Controleer regelmatig - ongeveer 2 tot 3 keer per jaar - de algehele toestand van uw afwasautomaat. De kans op storingen is daardoor geringer. Het reinigen van de zeven in de spoelruimte Op de bodem van de spoelruimte bevindt zich een zeefcombinatie. Deze zeefcombinatie houdt het ergste vuil tegen dat in het afwaswater zit. Op deze manier wordt voorkomen dat het vuil in het circulatiesysteem en via de sproeiarmen weer in de spoelruimte terechtkomt.
Reiniging en onderhoud Om de binnenkant van het tuitvormige gedeelte van de zeefcombinatie te reinigen moet u de sluiting opendoen. ^ Plaats de zeefcombinatie zo terug, dat ze plat tegen de bodem van de spoelruimte aanligt. ^ Doe dat door de gele vergrendeling naar achteren te trekken. ^ Vergrendel de zeefcombinatie door de greep van rechts naar links te draaien. ^ Reinig alle delen met een afwasborstel onder stromend water. ^ Doe daarna de sluiting dicht. De vergrendeling moet daarbij vastklikken.
Reiniging en onderhoud Het reinigen van de sproeiarmen ^ Trek het onderrek naar buiten. Het is mogelijk dat er etensresten vast gaat zitten in de sproeikoppen en de lagering van de sproeiarmen. Controleer de sproeiarmen derhalve regelmatig - ongeveer 2 tot 3 keer per jaar. ^ Schakel de afwasautomaat eerst uit. Verwijder de sproeiarmen als volgt: ^ Trek de besteklade naar buiten. ^ Druk de bovenste sproeiarm omhoog, zodat de tanden in elkaar grijpen en schroef de sproeiarm er af.
Reiniging en onderhoud Het reinigen van de spoelruimte Het reinigen van de lichtgeleider Wanneer u altijd de juiste hoeveelheid reinigingsmiddel gebruikt houdt u daarmee automatisch de spoelruimte schoon. De lichtgeleider van de optische functiecontrole bevindt zich in de afdekplaat onder het werkblad. Wanneer zich echter toch kalk of vet heeft afgezet, kunt u deze aanslag met een speciaal reinigingsmiddel verwijderen. Deze speciale reinigingsmiddelen zijn in de handel te verkrijgen.
Reiniging en onderhoud Het reinigen van het bedieningsveld Het reinigen van het front van de afwasautomaat ^ Reinig het bedieningsveld alleen met een vochtige doek. ^ Reinig het front met een voor keukenfronten geschikt reinigingsmiddel. ,Gebruik geen schuurmiddelen ^ Neem een houten front alleen af met een vochtige zeem en wrijf het daarna met een doek droog. en ook geen glas- of allesreinigers, want deze kunnen het oppervlak door hun chemische samenstelling flink beschadigen.
Nuttige tips De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik voordoen kunt u zelf oplossen. Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op de Technische Dienst, bespaart u tijd en kosten! Het nu volgende overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te vinden en uit de wereld te helpen. Vergeet echter niet: ,Reparaties mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Door ondeskundige reparaties kan de gebruiker grote risico's lopen.
Nuttige tips Probleem Mogelijke oorzaak Kort na de start van het programma stopt de automaat met afwassen. De optische functiecontrole begint snel te Probleem bij de watertoeknipperen. voer Wanneer u de deur opendoet ziet u dat het controlelampje p/q afwisselend gaat knipperen en branden. Na de start van het programma brandt de optische functiecontrole niet. 42 De lichtgeleider is niet goed gemonteerd. Oplossing Schakel, voordat u het probleem gaat oplossen, eerst de afwasautomaat uit.
Nuttige tips Probleem Mogelijke oorzaak De automaat stopt met afwassen. De optische functiecontrole begint snel te knipperen. Schakel, voordat u het probleem gaat oplossen, eerst de afwasautomaat uit. Probleem bij de watertoe- – Draai de kraan helevoer. maal open. Wanneer u de deur open- – Controleer het zeefje in doet ziet u dat het controde watertoevoer en reilelampje p/q aan het nig het indien nodig. knipperen is. Zie hoofdstuk: "Het verhelpen van storingen".
Nuttige tips Probleem Mogelijke oorzaak Er kan sprake zijn van een Na afloop van het programma begint de opti- technische storing. sche functiecontrole snel te knipperen. Wanneer u de deur opendoet ziet u dat tevens de controlelampjes naast de programmatoetsen G, n, F, 5, u aan het knipperen zijn. 44 Oplossing – Schakel de afwasautomaat uit. U kunt toch gewoon afwassen. Wanneer de controlelampjes na afloop van het afwasprogramma echter weer gaan knipperen, is er sprake van een technische storing.
Nuttige tips Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Er is in de spoelruimte een kleppend geluid te horen. De sproeiarm slaat tegen een stuk servies aan. Onderbreek het programma en verplaats het stuk servies dat de sproeiarm in de weg zit. Onderbreek het programma en plaats de stukken servies zo stevig dat ze niet meer klepperen. Dit heeft geen negatief effect op de werking van de automaat. Vraag de installateur.
Nuttige tips Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het vaatwerk is niet schoon. Het vaatwerk is niet op de juiste wijze in de rekken geplaatst. De waterstralen konden er niet bij. De opening van de watertoevoerbuis voor de middelste sproeiarm was geblokkeerd, waardoor er te weinig water in deze sproeiarm is gestroomd. Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk: "Het inruimen van serviesgoed en bestek" in acht.
Nuttige tips Probleem Mogelijke oorzaak Het vaatwerk wordt niet Er is te weinig of heledroog of er zitten vlekmaal geen naspoelmidken op de glazen en het del gedoseerd. bestek. Het vaatwerk is er te vroeg uitgehaald. Het serviesgoed en be- Er is te weinig naspoelstek zijn wit uitgeslagen. middel gedoseerd. Glazen zijn wit geworden. Aanslag is te verwijderen. Er zit geen zout in het zoutreservoir. Oplossing Doseer (meer) naspoelmiddel.
Nuttige tips Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Deze glazen kunnen niet De schade aan de glazen in de automaat worden af- is onherroepelijk. gewassen. Koop glazen die wel geschikt zijn voor de afwasautomaat. Er zit nog thee of lippen- De temperatuur van het Kies een programma met stift op het servies. gekozen programma is te een hogere temperatuur. laag geweest. De bleekwerking van het Gebruik een ander reinireinigingsmiddel is te ge- gingsmiddel. ring geweest.
Nuttige tips Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het klepje van het reinigingsmiddeldoseerbakje gaat niet goed dicht. Er zijn resten reinigingsmiddel vast blijven zitten die de sluiting blokkeren. Verwijder de resten. In het reinigingsmiddeldoseerbakje zijn na de afwas resten reinigingsmiddel achtergebleven. Na afloop van het afwasprogramma zit er water in de spoelruimte. Het reinigingsmiddeldoseerbakje was nog vochtig toen het middel werd gedoseerd.
Het verhelpen van storingen Het reinigen van het zeefje in de schroefkoppeling van de watertoevoer Om de watertoevoerslang tegen verontreinigingen in het water te beschermen is in de schroefkoppeling een zeefje ingebouwd. Wanneer het zeefje vuil is dan loopt er te weinig water in de spoelruimte. ,De kunststof behuizing van de Waterproofventielen bevat een elektrisch onderdeel. Dompel dit niet in vloeistof.
Het verhelpen van storingen Het reinigen van de afvoerpomp en de terugslagklep Is het water na afloop van een programma niet weggepompt, dan kan dat verschillende oorzaken hebben. Het is mogelijk dat de afvoer door vetaanslag verstopt is geraakt. Om vetaanslag te voorkomen kunt u de afvoer het beste 1 x per 2 maanden met een machinereiniger behandelen. Hoe u dat moet doen kunt u op de verpakking lezen. Een andere mogelijkheid is dat bepaalde voorwerpen de afvoerpomp of de terugslagklep blokkeren.
Het verhelpen van storingen ^ Til de terugslagklep omhoog, verwijder de klep en spoel hem onder stromend water goed af. ^ Verwijder alle voorwerpen die de terugslagklep blokkeren. Onder de terugslagklep bevindt zich de afvoerpomp (zie pijl). ^ Verwijder alle voorwerpen die de afvoerpomp blokkeren. Let erop dat glassplinters bijzonder moeilijk zijn te zien. Draai daartoe het loopwiel van de afvoerpomp met de hand. ^ Zet de terugslagklep weer zorgvuldig op zijn plaats en sluit de afsluitbeugel.
Technische Dienst Reparaties Programma-actualisering ^ Mocht u een opgetreden storing ondanks bovenstaande tips niet zelf kunnen verhelpen, neem dan contact op met: Reinigingsmiddelen, afwasgewoonten en afwasvoorschriften zullen in de toekomst veranderingen ondergaan. – de imperial-vakhandel of De spoel- en afwasprogramma’s zullen daaraan moeten worden aangepast. – de Technische Dienst van imperial. Het adres en diverse telefoonnummers vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Extra toebehoren Voor een nog efficiënter gebruik van de afwasautomaat Wanneer u ... hebt u nodig ... ...flessen wilt afwassen, bijv. melk- of babyflessen ...een fleshouder ...glazen met een lange steel wilt afwassen ...een glazenrek dat in het bovenrek wordt geplaatst ...naast het gewone bestek wat kleiner bestek wilt afwassen, bijv. kleine lepeltjes, gebakvorkjes ...
Instructies voor vergelijkende onderzoeken Onderzoeksnorm: EN 50242 Standaardprogramma voor vergelijkende onderzoeken (energielabel): u Tip: Wanneer het programma n 55 ° voor normaal vervuild vaatwerk wordt gebruikt, zijn de reinigingsen droogresultaten beter, duurt het programma korter, maar wordt er meer energie verbruikt. Beladingscapaciteit: 12 couverts Hoeveelheid reinigingsmiddel: 30 g alleen in vakje II. Hoeveelheid naspoelmiddel: Stand 3 (ca.
Programma-overzicht Programma Toepassing Reinigingsmiddel Vakje II (Reinigen) u 1) 2) Voor normaal vervuild vaatwerk Bijzonder energiebesparend programma door lange werkingtijd bij lage temperatuur 100 % 5 50 ° Voor licht tot normaal vervuild vaatwerk met etensresten die niet zijn aangekoekt en met een kortere reinigingstijd 100 % G 55 ° Voor normaal vervuild vaatwerk 100 % n 55 ° Voor normaal vervuild vaatwerk met aangekoekte etensresten en met een langere reinigingstijd 100 % F 75 ° Voor
Programma-overzicht Programmaverloop Verbruik Energie Voorspoelen 1 2 X X kWh Water Water warm koud (15 °C) (55 °C) Dauer Water h:min Liter Water Water warm koud (15 °C) (55 °C) Reinigen Tussenspoelen Naspoelen Drogen X 45 ° X X 55 ° X 1,05 0,6 13 2:45 2:34 X 50 ° X X 65 ° X 1,2 0,6 13 1:10 1:03 X 55 ° X X 65 ° X 1,2 0,6 13 1:35 1:17 X 55 ° X X 65 ° X 1,25 0,7 17 2:03 1:45 X 75 ° X X 75 ° X 1,7 1,2 13 2:22 2:04 0,06 0,06 5 0:11 0:11 Bij een v
Transport Let wanneer u de afwasautomaat wilt transporteren, bijv. bij een verhuizing, op het volgende: – Ruim de afwasautomaat uit. – Maak alle losse onderdelen vast, bijv. slangen, kabels, bestekkorf en onderrek. – Transporteer de afwasautomaat rechtop. Alleen in uitzonderingsgevallen mag de automaat op zijn rug worden getransporteerd. De afwasautomaat mag niet op zijn kant of op de deur liggend worden getransporteerd, omdat er dan resten water uit kunnen lopen.
M.-Nr. 05 714 391 / 00 - 2403 Wijzigingen voorbehouden Dit papier bestaat uit 100% chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.