Operation Manual

38
Hoe te handelen bij storingen
In dit hoofdstuk wordt beschreven, hoe kleine storingen gevonden en verholpen
kunnen worden.
Storingen tijdens het rijden
Wanneer uw scooter goed onderhouden en behandeld wordt, dan is het
onwaarschijnlijk dat er tijdens het rijden defecten optreden. Het kan echter
voorkomen, dat de scooter plotseling stopt en niet weer aan de gang te krijgen
is. In dit geval raden wij u aan, als u niet over voldoende technische kennis
beschikt, de volgende punten te controleren welke in het algemeen de stilstand
veroorzaken er van uitgaande dat er geen sprake is van een defect.
Controleer of er voldoende brandstof in de tank aanwezig is en of dit wel bij de
carburateur komt, daarna controleren of de zekering niet is doorgebrand. De
zekering bevindt zich direct naast de accu onder het inspectiedeksel onder de
voetenplank.
Kijk of de bougie wel vonkt. Om dit te controleren dient u de bougie uit de
cilinderkop te draaien en daarna in de bougiedop te plaatsen. Let op dat er geen
koolaanslag tussen de elektroden van de bougie bevindt. Laat nu het metalen
gedeelte van de bougie contact maken met het motorblok en start de motor.
Indien u met het voetpedaal start, niet vergeten het contactslot in de positie ON
te zetten. Wanneer het ontstekingssysteem goed functioneert, dan springt er
tussen de elektroden van de bougie een blauwe vonk over. Is dit niet het geval,
raadpleeg dan uw PGO dealer. Met behulp van deze kleine controles zal in de
praktijk het probleem in de meeste gevallen op te lossen zijn.
Voorzichtig
Let er op dat bij het controleren van het vonken van de bougie, u deze niet te
dicht bij het bougie gat van de motor houdt, daar de brandstofdamp binnenin de
cilinder hierdoor kan ontvlammen. Zorg bij deze controle voor een goede massa
verbinding met de cilinderkop.
Demontage van het voorwiel
Demonteer de wielmoer en verwijder de wielas. Bij de montage van het wiel in
omgekeerde volgorde werken. Let er hierbij goed op, dat de twee meeneem-
nokken van de kilometerteller-aangever precies in de uitsparingen rechts in het
wiel vallen.
Demontage van de achterwielen
Draai de centrale wielbevestigingsmoer los waarna het wiel van de as geschoven
kan worden. Bij montage van het achterwiel in omgekeerde volgorde werken.
Voorzichtig
Let voor het weer aandraaien van de achterasmoer goed op de kwaliteitstoestand
van de schroefdraad in de moer. Als de draad slecht of beschadigd is, dan de
moer altijd door een nieuwe vervangen. De aantrekspanning van de moer is 10
kgm.