Yes, you can.
Hoe bereikt u Invacare®? Wanneer u vragen heeft of wij u op een andere manier van dienst kunnen zijn, verzoeken wij u contact op te nemen met uw Invacare®-leverancier. Daar beschikt men over de noodzakelijke vakkennis en voorzieningen, maar ook over de kennis die speciaal voor uw Invacare®-product van belang is. Wij hopen u hierdoor naar volle tevredenheid van dienst te kunnen zijn.
Invacare® Poirier SAS Route de St Roch F-37230 Fondettes France : Fax: @: WWW: Invacare® Ltd Pencoed Technology Park Pencoed Bridgend CF35 5AQ United Kingdom (Customer services): Fax (Customer services): @: WWW: Invacare Mecc San s.r.l. Via dei Pini, 62 I - 36016 Thiene (VI) ITALIA : Fax: @: WWW: +39 0445 38 00 59 +39 0445 38 00 34 italia@invacare.com www.invacare.it Invacare Ireland Ltd.
Återförsäljare: Invacare® AB Fagerstagatan 9 S-163 91 Spånga Sverige (Kundtjänst): Fax (Kundtjänst): @: @: WWW: Tillverkare: Invacare® Deutschland GmbH Kleiststraße 49 D-32457 Porta Westfalica Deutschland MÖLNDAL : Fax: @: Eastern european countries European Distributor Organisation (EDO) Kleiststraße 49 D-32457 Porta Westfalica Deutschland +46 (0)8 761 70 90 +46 (0)8 761 81 08 sweden@invacare.com finland@invacare.com www.invacare.se +46 (0)31 86 36 00 +46 (0)31 86 36 06 ginvacare@invacare.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 2 6 6 16 Algemene veiligheidsvoorschriften.......................................................................................16 Veiligheidsvoorschriften m.b.t. het onderhoud....................................................................19 Veiligheidsvoorschriften m.b.t. elektromagnetische straling.............................................20 Veiligheidsvoorschriften voor het rijden/voortduwen............................................
6.1 7 Stuurconsole 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 8 Motor ontkoppelen ..................................................................................................................31 Aanpassingsmogelijkheden 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 8.9 8.10 8.11 32 Indeling van de stuurconsole.................................................................................................32 7.1.1 Statusaanduiding ...................................................................................................
.11.2 De rollatorbeugel verwijderen.......................................................................................64 8.11.3 De achterreflector plaatsen...........................................................................................64 9 Elektriciteit 9.1 9.2 Beveiliging van de voertuigelektronica.................................................................................66 9.1.1 Hoofdzekering..........................................................................................
1 Inleiding Geachte gebruiker, Hartelijk dank voor het in onze producten gestelde vertrouwen! Wij hopen dat u veel plezier zult beleven aan uw nieuwe scooter. Deze bedieningshandleiding bevat belangrijke voorschriften en informatie over: • Veiligheid • Werking • Verzorging en onderhoud. Maak u hiermee a.u.b. goed vertrouwd voordat u voor het eerst in uw scooter rijdt. Dit product is gemaakt voor een grote gebruikerskring met verschillende behoeftes.
Deze handleiding bevat auteursrechtelijk beschermde informatie. Deze mag zonder schriftelijke toestemming vooraf van Invacare® c.q. diens wettelijke vertegenwoordiger noch gedeeltelijk, noch volledig nagedrukt of vermenigvuldigd worden. In sommige gevallen bevat deze handleiding informatie over modelvarianten, die slechts in bepaalde landen worden aangeboden. In deze gevallen wordt dit bij de informatie vermeld. Vergissingen en technische wijzigingen voorbehouden. 1.
Risico op kneuzingen Dit symbool waarschuwt voor mogelijke kneuzingen bij onvoorzichtige omgang met zware onderdelen. • Volg de aanwijzingen op om verwondingen of schade aan het product te voorkomen! Veiligheidsbril dragen Dit symbool geeft aan dat een veiligheidsbril moet worden gedragen, bijvoorbeeld bij het werken met accu's. • Zorg ervoor dat u een veiligheidsbril draagt bij werkzaamheden waar dit symbool bij wordt gebruikt.
1.2 Belangrijke symbolen op het voertuig Dit product is geleverd door een milieubewuste fabrikant. Dit product kan stoffen bevatten die schadelijk zijn voor het milieu wanneer deze niet volgens de richtlijnen worden afgevoerd. • Het container symbool geeft aan dat u wordt verzocht het product te recyclen wanneer mogelijk. • Neem alstublieft uw verantwoordelijkheden en recycle dit product via een erkend reclyclingbedrijf aan het eind van het gebruiksleven.
Dit elektrische voertuig kan niet worden gebruikt als zitvoorziening in een voertuig. • Dit elektrische voertuig voldoet niet aan de vereisten van ISO 7176-19:2001 en mag in geen geval worden gebruikt als zitvoorziening in een voertuig of om de gebruiker te vervoeren in een voertuig. • Als een elektrische voertuig dat niet aan deze criteria voldoet, wordt gebruikt als zitvoorziening in een voertuig, kan dit leiden tot ernstig of fataal letsel in geval van een verkeersongeluk.
1.3 Typeclassificatie en reglementair gebruik Dit voertuig werd geconstrueerd voor personen die slecht ter been zijn of in het geheel niet kunnen lopen, die op basis van gezichtsvermogen en algemene lichamelijke en geestelijke conditie in staat zijn een elektrisch voertuig te besturen. Het werd als mobilieitsproduct in klasse C (voor buiten) conform EN 12184 geclassificeerd. D.w.z.
technieken geen technische beperkingen ontstaan. De levensduur kan echter door ondeskundig gebruik of gebruik onder extreme omstandigheden ook aanzienlijk worden verkort. De door onze onderneming bepaalde levensduur biedt in dit geval geen enkele garantie.
2 Veiligheidsvoorschriften • 2.1 VOOR HET EERSTE GEBRUIK GOED DOORLEZEN! Algemene veiligheidsvoorschriften Gevaar voor verwondingen, indien de scooter voor een ander doel wordt gebruikt als in deze handleiding wordt beschreven! • Houdt u zich aan de aanwijzingen in deze handleiding! Gevaar voor verwondingen, indien u de scooter onder invloed van geneesmiddelen of alcohol gebruikt! • De scooter niet gebruiken wanneer uw rijvaardigheid wordt beïnvloed door het gebruik van medicatie.
Gevaar voor verwondingen, indien de scooter tijdens het rijden met de AAN/UITschakelaar wordt uitgeschakeld, omdat de scooter dan met een plotselinge schok tot stilstand komt! • Wanneer u in geval van nood moet remmen, eenvoudigweg de stuurhendel loslaten.
Gevaar voor verwondingen door bewegende onderdelen! • Let er bij het rijden, het gebruik van een zitlift (indien aanwezig) en bij andere bewegende onderdelen op, dat andere personen in de buurt niet gewond kunnen raken! Risico van persoonlijk letsel door hete oppervlakken! • Stel het elektrische voertuig niet voor langere tijd bloot aan direct zonlicht. Metalen onderdelen en oppervlakken, zoals bijvoorbeeld de zitting of de armleuningen, zouden dan extreem heet kunnen worden.
2.2 Veiligheidsvoorschriften m.b.t. het onderhoud Bij onvoldoende onderhoud bestaat er een gevaar voor ongevallen en vervalt de aanspraak op garantie! • Uit veiligheidsoverwegingen en om ongevallen als gevolg van niet-tijdig herkende slijtage te voorkomen, is het van belang dat het elektrische voertuig onder normale omstandigheden in ieder geval jaarlijks aan een inspectie wordt onderworpen (zie ook het inspectieschema in de servicehandleiding)! • Onder zware omstandigheden, bijv.
2.3 Veiligheidsvoorschriften m.b.t. elektromagnetische straling Dit elektrische voertuig is conform de internationale normen op elektromagnetische compatibiliteit gecontroleerd. Desondanks kunnen elektromagnetische velden, die bijvoorbeeld kunnen ontstaan door radio- en televisiezenders, radio‘s en mobiele telefoons, de werking van elektrische voertuigen beïnvloeden. De in onze voertuigen gebruikte elektronica kan eventueel zwakke elektromagnetische storingen veroorzaken.
2.4 Veiligheidsvoorschriften voor het rijden/voortduwen Gevaar voor verwondingen door kantelend voertuig! • Alleen hellingen oprijden met het max.
Gevaar voor verwondingen door omkantelend voertuig! (Vervolg) • Nooit meer dan één persoon met het voertuig vervoeren! • Nooit de toegestane maximale belasting overschrijden! • Bij het beladen van het voertuig het gewicht steeds gelijkmatig verdelen! Altijd proberen het zwaartepunt van het voertuig in het midden te houden en zo dicht mogelijk bij de grond! • Let erop dat het voertuig remt c.q.
ATTENTIE: Soms is het moeilijk om voor een lift of ingang van een gebouw te keren, omdat de draaicirkel van de scooter in tegenspraak met de normen voor gebouwen kan zijn! • Houd bij het binnenrijden van een gebouw c.q.
3 De belangrijkste onderdelen 1) Ontkoppelingshendel 24 2) Ontgrendelingshendel voor het verschuiven van de zittingrail (rechtsvoor onder de zitting) 3) Ontgrendelingshendel voor het zwenken en verwijderen van de zitting (links onder de zitting, niet zichtbaar op foto) 4) Besturingsconsole 5) Remhendel (rechter hendel) 6) Hendel voor het verstellen van de helling van de stuurkolom (linker hendel, niet zichtbaar op foto).
4 Positie van de sticker op het product 1) Type oplaadbus (linkerzijde van het stuur, niet zichtbaar op de afbeelding) 2) Serienummersticker op de achterkant van het chassis 25
3) Label van de fabrikant op de achterkant van het chassis 4) Label van de distributeur op de achterkant van het chassis 5) Type HD versie (uitsluitend voor Comet HD) 6) Stand van de veren aan de voor- en achterzijde van het chassis (uitsluitend voor CometHD) 7) Acculabel onder de bekleding aan de achterkant De symbolen op de labels worden uitgelegd in paragraaf "Belangrijke symbolen op het voertuig" op pagina 12.
5 Rijden 5.1 In- en uitstappen Voor het in- en uitstappen kunnen de armleuningen omhoog worden gezwenkt. Bovendien kan de zitting voor het in- en uitstappen naar de zijkant worden gedraaid. • Vergrendelhendel (1) omhoog trekken. • Zitting naar de zijkant draaien. Informatie over het draaien van de zitting Steeds nadat deze 45° is gedraaid klikt de vergrendeling automatisch weer vast.
5.2 Voor het eerste gebruik... Voor het eerste gebruik dient u zich vertrouwd te maken met de bediening van het voertuig en alle bedieningselementen. Neem de tijd om alle functies te testen. OPMERKING Wanneer een veiligheidsgordel aanwezig is, moet deze voor iedere rit correct ingesteld en ook daadwerkelijk gebruikt worden. Goed zitten = veilig rijden Zorg bij ieder gebruik: 28 • dat u alle bedieningselementen gemakkelijk kunt bereiken.
5.3 Over hindernissen rijden Informatie over de maximale hindernishoogte vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens" vanaf pagina 84. ATTENTIE: gevaar voor kantelen! • Rijd nooit scheef over hindernissen! • Zet eerst de rugleuning rechtop voordat u over hindernissen rijdt! Naar boven rijden • Goed Rijd in een rechte hoek en langzaam over de hindernis c.q. de stoeprand heen.
5.4 Hellingen Informatie met betrekking tot het maximale hellingspercentage staat in hoofdstuk "Technische gegevens" vanaf pagina 84. ATTENTIE: Gevaar voor kantelen! • Rijd hellingen met max. 2/3 van de maximale snelheid af.
6 Scooter handmatig duwen De motor van de scooter is uitgerust met automatische remmen, die verhinderen dat de scooter ongecontroleerd verder rijdt wanneer de elektriciteitsvoorziening wordt uitgeschakeld. Bij het duwen van de scooter moet de magneetrem worden losgelaten. 6.
7 Stuurconsole 7.
7.1.1 Statusaanduiding OPMERKING De AAN/UIT-diode dient als storingsaanduiding (statusaanduiding). Een toelichting van de storingscodes vindt u in hoofdstuk "Storingscodes en diagnosecodes" op pagina 42. 7.1.2 Aanduiding van de acculading • • • Alle LED’s branden: volledige reikwijdte Alleen de rode en gele LED's branden: beperkte reikwijdte. Accu's aan het einde van de rit weer opladen. Alleen de rode LED's branden/knipperen, de elektronica piept 3x: Accureserve = zeer geringe reikwijdte.
7.2 Met de scooter rijden WAARSCHUWING: Risico op onbedoeld wegrollen van het voertuig! De elektromagnetische rem van het voertuig kan niet worden geactiveerd als de joystick zich niet volledig in de middelste stand bevindt. Hierdoor kan het voertuig onbedoeld wegrollen. • Zorg ervoor dat de joystick zich in de middelste stand bevindt wanneer het voertuig stil moet blijven staan. • De elektriciteitsvoorziening inschakelen (sleutelschakelaar). De aanduidingen op de stuurconsole branden.
ATTENTIE: Iedere wijziging van het rijprogramma kan het rijgedrag en de kantelstabiliteit van het elektrische voertuig beïnvloeden! • Daarom mogen wijzigingen aan het rijprogramma uitsluitend door daarvoor opgeleide Invacare®-leveranciers worden uitgevoerd! • Invacare® levert alle mobiliteitsproducten af fabriek met een standaard rijprogramma af.
Om een akoestisch signaal voor een bepaalde functie te activeren of te deactiveren, moet de elektronica uitgeschakeld worden, en bij het opnieuw inschakelen moet op een bepaalde toetsencombinatie worden gedrukt. Na een geslaagde activering/deactivering van een signaal voor een functie, knippert een combinatie van LED's van de ladingsindicatie van de accu ter bevestiging.
De toetsencombinaties en LED-codes van de verschillende opties zijn als volgt: Functie Toetsencombinatie Akoestisch signaal bij lage 'Verlichting' + accucapaciteit 'richtingaanwijzer links' Akoestisch signaal bij bediening richtingaanwijzer 'Verlichting' + 'richtingaanwijzer rechts' LED('s) Toestand.
Een akoestisch signaal activeren of deactiveren Om een akoestisch signaal voor een functie te activeren of te deactiveren, gaat u als volgt te werk: 1) Elektronica uitschakelen. 2) Toetsencombinatie indrukken en vasthouden. 3) Elektronica inschakelen 4) Twee seconden wachten tot de betreffende knippercode op de ladingsindicatie wordt weergegeven, dan de toetsencombinatie loslaten. Toetsencombinatie niet langer dan vijf seconden indrukken.
7.4 Snelheidsreductie bij het rijden van bochten activeren en deactiveren Uw scooter is uitgerust met een automatische snelheidsreductie, die bij het inschakelen van de scooter standaard geactiveerd is. Deze functie verlaagt de snelheid van de scooter zodra u door een bocht rijdt. Dit is met name voor onervaren gebruikers bedoeld, die zich bij een dynamisch rijgedrag van de scooter vooral in een bocht nog onzeker kunnen voelen.
7.5 Diagnose en het verhelpen van storingen Het elektronische systeem biedt diagnose-informatie over de ondersteuning van de technicus bij het herkennen en verhelpen van storingen aan de scooter. Wanneer er zich een storing voordoet, knippert de statusaanduiding meerdere malen, daarna volgt een pauze, en dan knippert de aanduiding opnieuw. Elke serie geeft een bepaalde storing aan, wat ook als “Knippercode” wordt aangeduid.
7.5.1 Storingendiagnose Indien er zich bij de scooter een storing voordoet, kunt u de volgende handleiding raadplegen om de storingen te lokaliseren OPMERKING Stel voor het begin van iedere diagnose vast, of de scooter op de sleutelschakelaar is ingeschakeld. Wanneer de statusaanduiding UIT is: Controleer of de sleutelschakelaar is INGESCHAKELD. Controleer of alle kabels correct zijn aangesloten. Wanneer de statusaanduiding KNIPPERT: Tel het aantal knipperingen en ga naar de volgende paragraaf.
7.6 Storingscodes en diagnosecodes Knippercode 1 2 3 Storing Gevolgen voor de scooter Accu moet worden Rijdt verder • opgeladen Accuspanning te Het rijden wordt • laag onderbroken • Accuspanning te hoog Het rijden wordt • onderbroken • 42 OPMERKINGEN De accu’s zijn ontladen. Accu’s zo snel mogelijk opladen. De accu’s zijn leeg. Accu’s opladen. Wanneer men de motor enige minuten uitgeschakeld laat, kan de laadtoestand van de accu’s zover herstellen, dat een korte rit nog mogelijk is.
Knippercode 4 Storing Stroomtijdoverschrijding Gevolgen voor de scooter Het rijden wordt • onderbroken • • 5 Rem weigert Het rijden wordt • onderbroken • OPMERKINGEN Het max. stroomverbruik werd gedurende langere tijd overschreden, waarschijnlijk omdat de motor werd overbelast, of wanneer de scooter een onoverkoombare weerstand heeft geprobeerd te overwinnen. Scooter uitschakelen, enige minuten wachten en dan weer inschakelen. De elektronica heeft een kortsluiting in de motor vastgesteld.
Knippercode 6 Storing Geen neutrale stand bij het inschakelen van de scooter Gevolgen voor de scooter Het rijden wordt • onderbroken • 7 Storing in de snelheidspotmeter Het rijden wordt • onderbroken • 8 Motorspanningsfout Het rijden wordt • onderbroken 9 Overige, interne storingen Fout in de duw/rolwerking Het rijden wordt • onderbroken Het rijden wordt • onderbroken 10 44 OPMERKINGEN Rijhendel staat niet in de neutrale stand, terwijl de sleutelschakelaar wordt gedraaid.
8 Aanpassingsmogelijkheden 8.1 Zittingpositie voor en achteruit verstellen De ontgrendelingshendel voor de verstelling van de zitting bevindt zich rechtsvoor onder de zitting. • Hendel (1) aantrekken om de zitting te ontgrendelen. • De zitting naar voren c.q. achteren in de gewenste positie brengen. • Hendel weer loslaten om de zitting in deze positie te vergrendelen.
8.2 Breedte van de armleuning verstellen De handwielen voor het vrijgeven van de armleuningen bevinden zich achter onder de zitting (1). 46 • Maak de bevestiging van de armleuning los door de handwielen te draaien. • Armleuning op de gewenste breedte instellen. • Handwielen weer vastdraaien.
8.3 Hoogte van de armleuning verstellen Voorwaarden: • Kruiskopschroevendraaier • Bevestigingsschroef van de armleuning met de schroevendraaier losdraaien en verwijderen. • Armleuning op de gewenste hoogte instellen. • Schroef opnieuw positioneren en weer vastdraaien.
8.4 Hoek van de rugleuning verstellen De hendel (1) voor het verstellen van de hoek van de rugleuning zit aan de rechterkant van de zitting. • 48 Hendel aantrekken en de rugleuning door naar voren of achteren leunen in de gewenste stand zetten.
8.5 Lordosesteun verstellen (alleen bij de CometHD) De lordosesteun is een extra bolling van de rugleuning, waardoor de lendewervels worden ondersteund. U kunt de dikte van de bolling zelf regelen met behulp van een luchtpomp, zodat u deze aan uw eigen situatie kunt aanpassen. Bollere lordosesteun • Controleer of de luchtuitblaasbout (1) met de wijzers van de klok mee is dichtgedraaid. • Pomp dan de lordosesteun op met de rubberbal (2).
8.6 Zitting losmaken om hem te draaien en/of af te nemen De zitting kan naar één kant worden gedraaid om het op- en afstappen op de scooter te vergemakkelijken. In deze positie kan de zitting ook worden verwijderd. De hendel voor het ontgrendelen van de zitting, zodat hij kan worden gedraaid, bevindt zich rechts onder de zitting (1). 50 • Om de zitting te ontgrendelen, de hendel naar voren trekken. • Zitting naar de zijkant draaien.
8.7 Zithoogte handmatig verstellen Voorwaarden: • 2 schroefsleutels, 17 mm • Zitting verwijderen • Afdekking van de accu- en motorruimte verwijderen. • Met behulp van de twee schroefsleutels de veiligheidsschroeven van de zittingkolom verwijderen. • Hoogte van de zitting aanpassen. • Schroef weer aanbrengen en vastdraaien.
8.8 Zittinglift bedienen (optie) De kantelschakelaar (1) voor het verstellen van de zittinglift bevindt zich op de stuurkolom. • 52 Toets boven of onder indrukken. De zittinglift gaat omhoog c.q. omlaag.
8.9 De veiligheidsgordel Een veiligheidsgordel is een optie die ofwel af fabriek op de rolstoel gemonteerd wordt geleverd, of achteraf door de leverancier kan worden aangebracht. Indien uw rolstoel reeds van een veiligheidsgordel is voorzien, zal uw leverancier u over de aanpassing en het gebruik ervan geïnformeerd hebben. De veiligheidsgordel is ervoor bedoeld, de gebruiker van een rolstoel te helpen, in een optimale zitpositie te blijven zitten.
8.9.2 54 De veiligheidsgordel correct instellen • Zorg ervoor, dat u correct in de rolstoel zit, dat wil zeggen helemaal naar achteren op de zitting, het bekken rechtop en zo symmetrisch mogelijk, dus niet naar voren, achteren of naar de zijkant leunend. • Bevestig de veiligheidsgordel zodanig, dat de heupbotten nog net voelbaar zijn boven de gordel. • Stel de lengte van de gordel in met de hierboven weergegeven verstelmogelijkheid.
8.9.3 De veiligheidsgordel op de scooter monteren Voorwaarden: • Steeksleutel 12 mm • Steeksleutel 13 mm De bevestigingspunten (1) voor het aanbrengen van de gordel bevinden zich onder de zitting (hier is alleen de linkerzijde te zien).
• Pak de houder van de gordel vast en houd deze voor het gat in de bevestiging. • Breng de schroef in de juiste positie (1), draai de moer er aan de andere zijde op en draai deze met een steeksleutel vast. • Ga op dezelfde manier te werk aan de andere kant van de zitting. Controleer of de moer stevig op de schroef is vastgedraaid.
8.10 Vering instellen De vering van de Comet kan individueel worden ingesteld. Deze instelling moet echter wel door daarvoor opgeleide vakmensen worden uitgevoerd. Neem hiervoor a.u.b. contact op met uw geautoriseerde Invacare-leverancier. 8.10.1 Comet en CometAlpine Vering harder instellen • Draai de verstelbare veerschotel (1) van onderen af gezien met de wijzers van de klok mee om de vering harder in te stellen.
Veren achter Betekenis van de symbolen op de sticker (1) - = vering harder (2) + = vering zachter 59
Bij levering af fabriek staat de hendel in de middelste stand (1). De vering kan telkens in vier stappen harder of zachter worden ingesteld. Vering harder instellen 60 • Draai de hendel naar links om de vering harder in te stellen. • De vierde stand (2) zorgt voor de hardste vering.
Vering zachter instellen 8.11 • Draai de hendel naar rechts om de vering zachter in te stellen. • De vierde stand (3) zorgt voor de zachtste vering. Rollatorbeugel Uw scooter kan worden voorzien van een optionele rollatorbeugel. Alleen de volgende rollators, die door Invacare zijn goedgekeurd, kunnen met behulp van deze beugel worden vervoerd: • Dolomite Jazz 600 • Dolomite Legacy 600 • Invacare Banjo P452E/3 Het maximaal toegestane gewicht van de rollator is 9 kg.
VOORZICHTIG! Risico op kantelen ten gevolge van een verschoven middelpunt van de zwaartekracht. Het middelpunt van de zwaartekracht van de scooter verschuift naar achteren zodra de rollator wordt bevestigd. De nog veilige hellingshoek wordt hiermee beperkt tot maximaal 2°. • Houd u er rekening mee dat hellingen waar u gewoonlijk geen moeite mee heeft, nu te steil kunnen zijn waardoor uw scooter zou kunnen kantelen. Doe geen poging om deze hellingen op of af te gaan. 8.11.
Dolomite Legacy 600 Invacare Banjo P452E/3 63
8.11.2 De rollatorbeugel verwijderen • Draai de schroeven los (1). • Trek de rollatorbeugel uit de houders. 8.11.3 De achterreflector plaatsen VOORZICHTIG! Risico op ongelukken door slechte zichtbaarheid. Als u uw rolstoel op de openbare weg wilt gebruiken en een achterreflector wettelijk verplicht is, mag de rollatorbeugel de achterreflector niet afdekken. • Zorg ervoor dat de achterreflector zodanig is bevestigd dat het zichtbare reflectiegedeelte groot genoeg is.
• Plaats de achterreflector zoals weergegeven op de tekening.
9 Elektriciteit 9.1 Beveiliging van de voertuigelektronica De voertuigelektronica van het voertuig is voorzien van een beveiliging tegen overbelasting. Wanneer de aandrijving gedurende langere tijd wordt overbelast (bijv. bij het oprijden van steile hellingen) en met name wanneer de buitentemperatuur daarbij erg hoog is, kan de elektronica oververhit raken. In dit geval wordt het vermogen van het voertuig geleidelijk minder, tot hij uiteindelijk tot stilstand komt.
9.1.1 Hoofdzekering Het gehele elektrische systeem wordt door twee hoofdzekeringen tegen overbelasting beveiligd. De hoofdzekeringen zijn op de positieve accukabels gemonteerd. OPMERKING Een defecte hoofdzekering mag uitsluitend na controle van de hele elektrische installatie worden vervangen. Dit moet door een Invacare-leverancier worden gedaan. Het zekeringstype vindt u in hoofdstuk "Technische gegevens" Op pagina 84. 9.2 Accu‘s 9.2.
OPMERKINGEN: De batterijen/accu’s waarmee uw elektrische rolstoel wordt geleverd, vallen niet onder gevaarlijke stoffen. Deze classificatie heeft betrekking op verschillende internationale verordeningen voor gevaarlijke stoffen zoals bijv. DOT, ICAO, IATA en IMDG. De batterijen/accu’s mogen onbeperkt getransporteerd worden, zowel over de openbare weg, per spoor of per luchtvracht.
9.2.2 Accu‘s opladen • Neem absoluut de bedieningshandleiding van de lader, voor zo ver deze werd bijgeleverd, en de voorschriften aan de voor- en achterzijde van de lader in acht! ATTENTIE: Gevaar voor explosies en gevaar voor onherstelbare schade aan de accu‘s wanneer een onjuiste lader wordt gebruikt! • Gebruik alleen de bij uw voertuig geleverde lader c.q.
De oplaadbus bevindt zich links op de stuurkolom Oplader aansluiten • Scooter uitschakelen. • Beschermkap van de oplaadbus naar de zijkant draaien. • Oplader op de scooter aansluiten. • Oplader op het elektriciteitsnet aansluiten. Oplader loskoppelen van de scooter 70 • Eerst de oplader loskoppelen van het elektriciteitsnet. • Dan de oplader loskoppelen van de scooter.
9.2.
9.2.3.1 Oude accu‘s verwijderen Voorwaarden: • Schroefsleutel 11 mm 72 • Zitting verwijderen. • Afdekking van accu- en motorruimte verwijderen. • Stekkerverbindingen (1) van de accu's loskoppelen. • Accubevestigingsriem openen. • Accu's verwijderen.
• Accuklem van de blauwe kabel op de minuspool van de accu met de schroefsleutel losmaken en de kabel verwijderen. • Accuklem van de rode kabel op de pluspool van de accu met de schroefsleutel losmaken en de kabel verwijderen. • De voorgaande procedure herhalen voor de andere accu. OPMERKING Het plaatsen van de nieuwe accu's gebeurt in omgekeerde volgorde.
9.2.3.2 Correct omgaan met beschadigde accu‘s ATTENTIE: Etswonden door vrijkomende zuren bij beschadigde accu‘s! • Trek kleding die met het zuur in aanraking is gekomen, onmiddellijk uit! Na contact met de huid: • Bij contact met de huid, onmiddellijk met veel water spoelen! Na contact met de ogen: • Onmiddellijk gedurende meerdere minuten onder stromend water spoelen; een arts raadplegen! • Draag bij de omgang met beschadigde accu‘s geschikte beschermende kleding.
10 Verzorging en onderhoud Het begrip „Onderhoud“ staat voor iedere handeling die nodig is om de elektrische rolstoel in goede staat te houden, zodat het veilig rijden te allen tijde wordt gegarandeerd. Het onderhoud heeft betrekking op verschillende werkzaamheden zoals de dagelijkse reiniging, inspecties, reparaties en algemene revisies. OPMERKING: Laat uw voertuig eenmaal per jaar door een erkende Invacare®-speciaalzaak controleren zodat u uw voertuig altijd veilig kunt gebruiken. 10.
10.2 Inspectielijst Kussen zitting en rugleuning: • Op perfecte toestand controleren. Banden: • Banden op de gespecificeerde luchtdruk controleren (2,5 bar). Voorwielen • De voorwielen moeten soepel draaien. • Lopen de wielen niet rond of stroef, stuurgewrichtspennen of voorwiellagers gebruiken. Achterwielen: • Controleer of de wielen goed vastzitten op de aandrijfas. • De achterwielen moeten rond draaien.
• Alle stekkerverbindingen op hun staat en stabiele verbinding controleren. • Zijn de accu’s voor het dagelijks gebruik volledig opgeladen? • Zitten alle bevestigen en schroeven goed vast? • Zijn alle elektrische lampen van het verlichtingssysteem (indien van toepassing) bedrijfsklaar? Reiniging: • Alle onderdelen zorgvuldig reinigen.
11.1.1 Bandenpech verhelpen (luchtbanden van het type 4.00 - 5) Voorwaarden: • Schroefsleutel 17 mm • Rubberhamer • Voertuig opkrikken en houten blok eronder plaatsen om het voertuig te ondersteunen. • De wielbeveiligingsmoer (1) met behulp van de 17 mm schroefsleutel verwijderen. • Wiel verwijderen door voorzichtig met de rubberhamer op de achterzijde te slaan om het van de as los te maken. Problemen bij het verwijderen van het wiel? U dient indien nodig een speciaal gereedschap te gebruiken.
11.1.1.1 Reparatie van een lekke band Voorwaarden • Binnenband repareren of een nieuwe binnenband aanbrengen. • Talkpoeder • Steeksleutel 12 mm • Ventielafsluiting verwijderen. • Lucht uit de band laten lopen, door het binnenventiel in te drukken. • De 4 schroeven (1) met de steeksleutel losdraaien en verwijderen. • De velghelften van de band trekken en de binnenband uitnemen. • De binnenband repareren en weer plaatsen of door een nieuwe binnenband vervangen.
Is de oude binnenband tijdens de reparatie nat geworden? Indien de oude binnenband gerepareerd en weer gebruikt moet worden, en wanneer de binnenband tijdens de reparatie nat wordt, is het gemakkelijker de binnenband er weer in te zetten wanneer hij met talkpoeder wordt bestrooid. 80 • De velgdelen van buiten in de band plaatsen. • De band licht oppompen. • Schroeven en moeren, om de velg bij elkaar te houden, weer aanbrengen en stevig vastdraaien.
12 Transport ATTENTIE: Gevaar voor ernstig of zelfs dodelijk letsel voor de gebruiker en andere personen in het transportvoertuig, indien de elektrische rolstoel met een vierpunts verankeringssysteem van een externe aanbieder wordt vastgezet en het leeggewicht van de elektrische rolstoel het maximale gewicht waarvoor het verankeringssysteem is goedgekeurd overschrijdt! • Controleer of het gewicht van de elektrische rolstoel het maximale gewicht waarvoor het verankeringssysteem is goedgekeurd, niet overschr
12.
12.2 De rolstoel zonder inzittende transporteren ATTENTIE: gevaar voor verwondingen! • Wanneer uw elektrische rolstoel niet over een van de onderstaand beschreven verankeringsmogelijkheden c.q. een vergelijkbaar verankeringssysteem beschikt, is het niet aan te bevelen de rolstoel in een ander voertuig te transporteren. • Controleer voor het transport of de aandrijving gekoppeld is en of de rijelektronica uitgeschakeld is. Invacare® raadt u met klem aan om ook accu’s te verwijderen of ontkoppelen.
14 Technische gegevens De technische informatie die hieronder staat, heeft betrekking op een standaardconfiguratie of verwijst naar maximaal haalbare normen. Deze kunnen veranderen als accessoires worden toegevoegd. De exacte veranderingen in deze normen worden omschreven in de hoofdstukken over de respectievelijke accessoires.
Banden Bandentype Bandentype • 4.00 - 5 pneumatisch De aanbevolen maximale bandendruk in bar of kpa is aangegeven op de zijkant van de band of op de naaf. Als er meer dan één waarde is aangegeven, is de laagste waarde in de betreffende maateenheid van toepassing. (Tolerantie = -0,3 bar,1 bar = 100 kpa) • 13" antilek Rij-eigenschappen Snelheid Min. remafstand Max. stijgvermogen ****** Max.
Afmetingen Breedte van de rijeenheid Totale breedte (verstelbereik van armleuningen) Totale hoogte Breedte van de zitting Diepte zitting Hoogte van de zitting Hoek rugleuning Hoogte armleuning Gewicht Leeggewicht Comet • 660 mm • 630 tot 725 mm • • • • • • Comet Alpine HD • 1290 mm • 660 mm • 535 mm 1255 mm 510 mm 485 mm 440 / 465 / 490 / 515 mm 95° tot 145° 200 tot 245 mm • 95° tot 120° Alpine Comet • 3-wiel: 133 kg • 4-wiel: 136 kg Comet HD Comet • 4-wiel: 143 kg Comet • 4-wiel: 148 kg Gewic
*** Opmerking: De reikwijdte van een elektrische rolstoel hangt sterk af van externe factoren zoals de laadtoestand van de accu’s, omgevingstemperatuur, topografie ter plaatse, gesteldheid van het straatoppervlak, bandenspanning, gewicht van de gebruiker, manier van rijden en het verbruik van de accu’s voor verlichting, servo’s enz. De aangegeven waarden zijn theoretisch maximaal bereikbare waarden, gemeten volgens ISO-7176-4:2008.
15 Uitgevoerde inspecties Met een stempel en handtekening wordt bevestigd dat alle in het inspectieschema van de onderhouds- en reparatiehandleiding genoemde werkzaamheden deskundig zijn uitgevoerd. De lijst met uit te voeren inspectiewerkzaamheden bevindt zich in de servicehandleiding, verkrijgbaar bij Invacare®.
Hersteller / Manufacturer / Fabricante / Proizvođač: CHIEN TI ENTERPRISE CO. LTD. No. 13, Lane 227, Fu Ying Road Hsin Chuang, Taipei, Taiwan R.O.C.
Tel: (44) (0) 1656 - 77 62 22, Fax: (44) (0) 1656 - 77 62 20 Sweden, Danmark, Nederland Invacare REA Växjövägen 303 S-343 71 DIÖ Sweden Tel: (46) (0) 476 - 535 00, Fax: (46) (0) 476 - 535 99 Deutschland, Eastern Europe Invacare Deutschland GmbH Kleiststraße 49 32457 Porta Westfalica Deutschland Tel: (49) (0) 5731 - 754 0, Fax: (49) (0) 5731 - 754 52 191 90
Nederlands Bestelnummer van deze handleiding: 1514603.