Operation Manual

34
7.2 Met de scooter rijden
WAARSCHUWING: Risico op onbedoeld wegrollen van het voertuig!
De elektromagnetische rem van het voertuig kan niet worden geactiveerd als de joystick
zich niet volledig in de middelste stand bevindt. Hierdoor kan het voertuig onbedoeld
wegrollen.
Zorg ervoor dat de joystick zich in de middelste stand bevindt wanneer het voertuig stil moet
blijven staan.
De elektriciteitsvoorziening inschakelen (sleutelschakelaar). De aanduidingen op de
stuurconsole branden. Er kan met de scooter worden gereden.
OPMERKING
Is de scooter na het inschakelen niet rijklaar, controleer dan de statusaanduiding (zie hoofdstuk
"Statusaanduiding" op pagina 33 en hoofdstuk "Diagnose en het verhelpen van storingen"
op pagina 40.
Gewenste rijsnelheid met de snelheidsregelaar instellen.
De rechter rijhendel voorzichtig aantrekken om vooruit te rijden.
De linker rijhendel voorzichtig aantrekken om achteruit te rijden.
OPMERKING
De besturing is af fabriek geprogrammeerd met standaardwaarden. Een individuele
programmering die is aangepast aan uw wensen, kan door uw INVACARE®-leverancier worden
uitgevoerd.