Ecolution® Combi 50 & Solo ventilatiewarmtepomp Installateurs- en gebruikershandleiding
6. In bedrijf stellen ....................................... 23 INHOUDSOPGAVE INSTALLATEUR • • • Inhoudsopgave ......................................................... 2 Leveringsomvang ..................................................... 4 Vereiste benodigdheden ......................................... 4 1. Inleiding ...................................................... 5 Gebruiker informeren ............................... 5 2. Veiligheid ...................................................
Inhoudsopgave GEBRUIKER • Inhoudsopgave ..................................................... 3 Introductie .................................................... 36 1. Inleiding .................................................. 37 2. Veiligheid ................................................ 37 2.1 Voor uw veiligheid ........................................ 37 2.2 Legionella preventie ..................................... 38 3. Voorschriften ......................................... 38 3.1 3.2 3.
HANDLEIDING INSTALLATEUR LEVERINGSOmVANG De ventilatiewarmtepomp wordt compleet gemonteerd af fabriek geleverd. • Controleer bij levering of de verpakking onbeschadigd is. • Controleer of de leveringsomvang compleet is. • Bij incomplete levering kunt u contact opnemen met de helpdesk van Inventum B.V.
1 INLEIDING Deze installateurshandleiding is bedoeld voor de installateur die, op grond van vakopleiding en ervaring, over voldoende vakkennis beschikt over warmtepompinstallaties en cv-installaties. Met deze handleiding is de Inventum B.V. Ecolution® ventilatiewarmtepomp op veilige wijze te installeren, te gebruiken en te onderhouden. Maak de gebruiker erop attent deze handleiding met zorg te bewaren bij het toestel.
Voordat u met de installatie van de Ecolution® ventilatiewarmtepomp begint moet eerst worden gecontroleerd of aan alle voorwaarden, gesteld in de installatierichtlijnen, is voldaan. Let er bij het afnemen van de mantel op dat er delen zijn die onder een levensgevaarlijke spanning staan. Raak deze onderdelen nooit aan zonder het toestel eerst spanningsloos te hebben gemaakt.
3.2 trAnsport en opslAg Haal het toestel pas uit de doos op de plek waar de montage plaats vindt. Het toestel mag zonder doos niet vervoerd worden! • • • • • • • • • 3.3 Beveilig het toestel tegen vallen; Verplaats het toestel alleen in verticale positie; Voor het verplaatsen, bijv. via trappen, mag het toestel gedurende max.15 min. gekanteld worden tot max.
Alvorens de Ecolution® waterzijdig te verbinden met de hr-combiketel en installatie dient u: • • • • • de installatie grondig te spoelen om vuil te verwijderen. Wees ervan overtuigd dat al het vuil uit de installatie is verwijderd; de installatie te voorzien van een vul- en aftapkraan (mogelijk al aanwezig in of in de nabijheid van de hr-combiketel); te zorgen voor voldoende ruimte rondom het toestel voor servicehandelingen (alle onderdelen dienen vanaf de voorzijde bereikbaar te zijn). Zie paragraaf 4.
4 Productinformatie 1 7 2 8 3 4 INSTALLATEUR 9 5 10 6 11 13 12 Figuur 3 Exploded view met servicebare delen Combi 50 Nr.
1 7 2 8 3 INSTALLATEUR 4 9 5 10 6 11 Figuur 4 Exploded view met servicebare delen Solo Nr.
4.1 Technische gegevens Eenheid Ecolution® Combi 50 Ecolution® Solo Aansluitingen Luchttoevoer/Luchtafvoer mm Ø 150 Ø 150 Sanitair water koud/warm mm Ø 15 - Cv-aanvoer/retour mm Ø 22 Ø 22 Condensafvoer mm Ø 32 Ø 32 Netspanning V/Hz 230/50 230/50 Max.
4.2 Appendages Servicenummer Component 15081010 15081050 15081060 15081020 Aanlegsensor RF ontvanger RF zenderschakelaar Montageframe Tabel 3 Appendages 4.3 Maatschetsen 10 MIN 197 160 480 300 465 164 10 MIN 450 MIN 164 197 10 MIN 610 1528 MIN 1090 300 MIN INSTALLATEUR 1840 MIN 10 MIN 778 450 MIN 300 160 maten in mm 300 MIN 610 Figuur 5 Maatschets Ecolution® Combi 50 4.4 Figuur 6 Maatschets Ecolution® Solo Werking 4.4.
bewoner de schakeling van nachtverlaging met een aantal graden blijft toepassen in de klokthermostaat, zal de Ecolution® in de nacht de 1,4 kWh blijven produceren en toevoegen aan de meest gebruikte ruimten (is continu deelname niet gewenst, dan kan men d.m.v. programmeren een nachtverlaging op de regeling instellen). Veranderd gedrag Deze werking, en het daarbij horende andere (stook-) gedrag, dient u wel goed aan de bewoners uit te leggen, want ook zij dienen een ander gedrag t.a.v.
De twee tabellen geven richtlijnen voor de maximale volumestromen per kanaal diameter, in verband met geluidsproductie en drukval.
De op een temperatuur van 70 - 90 °C functionerende groep convectoren zijn minder geschikt voor gebruik achter de Ecolution® . Het zal technisch geen problemen opleveren en deelname van de Ecolution® is ook wel mogelijk, maar het rendement zal achterblijven bij lagere temperatuur systemen. Ventilator convectoren zijn daarentegen wel goed te gebruiken. Deze convectoren zijn bedoeld om met lage temperaturen hun bijdrage te leveren. 4.
6. DRAAI DE BEUGEL EN BOOR Ø 12 MM. DRAAI HIERNA DE BEUGEL DE ANDERE KANT OP EN HERHAAL DIT. 7. SLA DE PLUGGEN IN DE WAND EN DRAAI DE BOUT IN DE ONDERZIJDE VAN DE BEUGEL VAST. 8. ZET DE BOVENSTE BEUGEL VAST. 9. BOOR HET ONDERSTE GAT Ø 12 mm VAN DE BEUGELHAAK IN DE WAND. 10. DRAAI DE BOVENSTE BEUGEL VAST. 11. DRAAI ALLE BOUTEN NA (4 X) 12.Controle op horizontaal hangen van de muurbeugel (plaatje) INSTALLATEUR 5. CONTROLEER OF DE BEUGEL WATERPAS HANGT EN TEKEN DE ONDERSTE TWEE GATEN AF OP DE WAND.
5.2 Ophangen van de Ecolution® Combi 50 Plaats de ventilatiewarmtepomp in de volgende stappen: 1) Haak de ventilatiewarmtepomp in de ophangbeugel. Zorg er hierbij voor dat de pennen aan de onderzijde van de ventilatiewarmtepomp overeenkomen met de gaten in de ophangbeugel (stap 1 en 2); 2) Kantel de ventilatiewarmtepomp recht op tot deze, duidelijk hoorbaar, in de 1e vergrendeling valt.
5.3 Ophangen van de Ecolution® Solo 2. ophangen solo stap 2 3. plaatsing haak 3a. plaatsing haak INSTALLATEUR 1. ophangen solo stap 1 4. nokken onderzijde toestel controleren Indien één van beide nokken niet door de beugel steekt, positioneer deze dan met de hand. 5.4 Aansluiten van de Ecolution® en hr-combiketel 5.4.
5.4.2. WAterzijdig AAnsluiten 5.4.2.1 cv-zijdige instAllAtie WeerstAnd De maximale toelaatbare hydraulische installatieweerstand tijdens combibedrijf (combibedrijf wil zeggen cv-ketel en Ecolution zijn beiden in bedrijf) is 25 kPa [2,5 mWk]. De cv volumestroom door de Ecolution is dan 250 liter/h [4,2 liter/ min]. In geval Ecolution alleen in bedrijf is, is deze volumestroom 250 tot 500 liter/h.
INSTALLATEUR De noodzaak en de plaats van de terugslagklep kan per keteltype verschillen. Neem bij twijfel contact op met uw contactpersoon of de helpdesk van Inventum B.V. Figuur 8 Situaties voor wel of geen keerklep 5.4.2.3 AAnsluiten cv Sluit aanvoer- en retourleidingen van de Ecolution® met behulp van de meegeleverde flexibele leidingen*, parallel (met een Ø 22 mm leiding) en spanningsvrij aan op de aanvoer- en retourleidingen onder de hr-combiketel.
• • • • Monteer een reduceerventiel indien de waterleidingdruk hoger is dan de sluitdruk van de ontlastklep; Het expansiewater uit de ontlastklep en het condenswater uit de condensafvoerleiding worden via een afvoerleiding onder gelijkmatig afschot naar een rioolleiding afgevoerd; Monteer een sifon op de afvoerleiding indien deze direct op het riool wordt aangesloten; Tussen de inlaatcombinatie en boiler mag nooit een afsluiter worden geplaatst. Figuur 9 (alleen Combi 50) 5.4.2.
Aansluiten De cv aanlegthermostaat wordt geleverd met een aansluitkabel van 5 meter. Het uiteinde van de kabel wordt op de aansluiting 5 en 6 van de kroonsteen connector 7 aangesloten (zie figuur 13). Deze connector 7 bevindt zich aan de achterzijde van de regelunit in de Ecolution®. Aan de onderzijde van het toestel zitten Figuur 12 Bevestiging aanlegthermostaat op cv-buis twee vrije kabel doorvoertulen, gebruik één van de twee doorvoertulen om de kabel van de aanlegthermostaat naar binnen te leiden.
6 IN BEDRIJf STELLEN Als het snoer beschadigd is moet dit worden vervangen door de fabrikant, zijn dealer of vergelijkbare gekwalificeerde personen. Dit dient een origineel, of door Inventum B.V. goedgekeurd, snoer te zijn. Voordat u de stekker in de wandcontactdoos steekt, dient u het volledige installatie stappenplan te hebben doorlopen en dient het toestel gesloten te zijn (zie hoofdstuk 5). Het zelf wijzigen van de instellingen kan leiden tot incorrect functioneren van het toestel.
Toevoer tapwatervoorziening (alleen Combi 50) Gebruik uitsluitend onbehandeld leidingwater. Vullen van de boiler (alleen Combi 50) Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Open een warmwaterkraan; Open de stopkraan van de inlaatcombinatie; Open de hoofdkraan van de waterleiding; Laat de boiler goed doorstromen; Contoleer de installatie op lekkage; Sluit de warmwaterkraan.
CV3 - Aanlegthermostaat In CV3 bedrijf detecteert de aanlegthermostaat wanneer de cv-ketel in bedrijf komt voor ruimteverwarming. Op deze manier weet de ventilatiewarmtepomp wanneer er ruimteverwarming gewenst is. CV4 - Kamerthermostaat Hier wordt warmtevraag verkregen d.m.v. een 24 V aan/uit kamer-(klok) thermostaat die de cv en de Ecolution® toestellen aanstuurt. Bij het ontstaan van warmtevraag zal eerst de Ecolution® warmte gaan produceren. Door instellen van een uitsteltijd (10 tot 90 min.
7 BedieningSPANEEL De Ecolution® regelunit bestaat uit een display, een + en toets om wijzigingen in te stellen en een i en een R toets. De i en de R toets zijn om in de menu’s te komen, er door heen te lopen, te wijzigen, te bevestigen en te resetten. Bij aanraking van een willekeurige toets zal het display gedurende 30 seconden oplichten. Bij het doorlopen van de menu’s zal het display altijd in de normale bedrijfstand branden. Bedrijfscode display + i > 5 sec. >3 sec.
7.3 Gebruikersmenu Toegang menu drukt 3 sec de i -toets in. Een volgende menuregel druk kort de i -toets in. Verlaat het menu druk kort R -toets in. Extra instellingen Houd de i - toets 3 sec ingedrukt om het extra instellingen menu te openen, zie tabel 7 Ventilatietimer stand 3 – timertijd instelbaar van 0 naar 60 minuten (zie volgende pagina). Backlight 0 = uit / 1 = automatisch / 2 = continue aan Instelling CV1 binnenluchtthermostaat op winterstand - instelbaar van 15 tot 25 °C (zie volgende pagina).
Ventilatietimer stand 3 (menuregel 1) De timerfunctie regel is er voor bedoeld om de timertijd in te stellen en heeft betrekking op het kort op stand 3 zetten van de driestandenschakelaar. Wanneer de bewoners gebruik willen gaan maken van douche of bad, dan is het gewenst om de driestandenschakelaar op stand 3 te zetten i.v.m. juiste en snelle ontvochtiging van de badkamer. Dit kan men door middel van de timerfunctie doen door kortstondig de schakelaar (1 sec.
Onderstaande submenu's zijn beschikbaar in het installateursmenu. Deze worden verderop in de handleiding uitgelicht. 0 -0 = In bedrijf stellen (zie 6) 0 -1 0 -2 = Status temperatuur ingangen (zie 7.4.2.1) 0 -3 0 -4 = Status uitgangen (zie 7.4.2.3) 0 -5 = Fouthistorie (zie 7.7.1) = Status ingangen (zie 7.4.2.2) = Bedrijshistorie (zie 7.4.3) - “in bedrijf stellen” 0 - 1 0 -0 t/m 0 -5 worden ieder apart verderop in het installateursmenu behandeld.
7.4.2. Submenu's 7.4.2.1 Submenu in bedrijf stellen Voor het openen van het submenu in bedrijf stellen, ga als volgt te werk: ►Open het installateursmenu (zie 7.4); ►Kies met de toets het menu in bedrijf stellen 0 - 0 ; ►Open het submenu in bedrijf stellen door de i toets langer dan 3 seconden in te drukken; ►Verlaat het menu door de R toets in te drukken, direct terug naar het bedrijfscodedisplay.
7.4.2.4 Status uitgangen 0 - 3 voor toegang) De status uitgangen zijn te doorlopen van regel 75 t/m 83. Dit zijn de eerste twee cijfers (knipperend) van het display. De cijfers 3 en 4 geven de status weer. ( Toets i 15 76 78 79 80 81 > 3 sec.
7.6 bedrijfssituAtie Wanneer het toestel in bedrijf is kan de bedrijfssituatie opgeroepen worden door de Onderstaande bedrijfsstituaties zijn mogelijk; i -toets in te drukken. Bedrijfssituaties A1 A2 A3 Alleen ventileren Ventileren + cv-bedrijf Ventileren + boilerbedrijf (alléén Combi 50) Anti legionella programma (wekelijks, alléén Combi 50) Tabel 8 Bedrijfssituaties Ecolution® 7.7 INSTALLATEUR storingen 7.7.
7.7.3 Overzicht Storingscode storingscodes Soort code Betekenis Oplossing F - 01 F-01 Melding Pomp noodbedrijf Controleer status ingang cv-aanvoer-, cv-retour-, defect, kortgesloten of niet aangesloten, controleer bedrading. F-02 Melding Ventilator noodbedrijf Lucht-in-, lucht-uitsensor defect, kortgesloten of niet aangesloten. Melding Compressor noodbedrijf Zuig-, heetgastemperatuur, aanvoer- of retourtemperatuur niet goed.
Het storingssignaal kenmerkt zich door twee kort achterelkaar hoorbare tonen, dit storingssignaal wordt na 30 seconden nog eenmaal herhaald. Resten signalering Na het indrukken van de i -toets zal de zoemmelding opgeheven worden. Het is dan voor de gebruiker noodzakelijk de woningbeheerder of installateur hiervan op de hoogte te stellen. 8 8.1 BUITEN BEDRIJf STELLEN buiten Werking stellen Neem de Ecolution® uit bedrijf door de stekker uit de contactdoos te nemen. 8.
Controleer of de warmtepomp ingeschakeld is. Indien dit niet het geval is,zet u de warmtepomp aan door de stekker in het stopcontact te plaatsen. Controleer de goede werking van de ventilatiewarmtepomp: - geen foutmeldingen op het display; - geen luchtlekkages; - geen waterlekkages; - geen resonantie of andere geluidsproblemen. Controleer de cv-waterdruk en vul indien nodig bij (zie 6.2.2). 9.
HANDLEIDING GEBRUIKER Inventum, veilig en vertrouwd. Gefeliciteerd met de aankoop van uw Ecolution® ventilatiewarmtepomp. Met de Ecolution® heeft u een flinke stap gezet in het energiezuiniger maken van uw woning. Samen met de hr-combiketel (of andere naverwarmer) draagt de Ecolution® bij aan het zuinig verwarmen van uw woning en bereiding, indien u in het bezit bent van een Ecolution® combi, van warm tapwater. Tevens ventileert de Ecolution® uw woning voor een gezond binnenmilieu.
1 INLEIDING De Ecolution® zal vaak worden gecombineerd met een hr-combiketel. Lees naast deze installateurshandleiding tevens die van de desbetreffende ketelfabrikant. Met de aankoop van deze warmtepomp heeft u zich een veilig en vertrouwd kwaliteitsproduct verschaft. Alle Inventum B.V. apparaten voldoen aan de zwaarste kwaliteitseisen, ook waar het gaat om energieverbruik. Deze handleiding is door Inventum B.V. met de grootste zorgvuldigheid samengesteld.
Voorzichtig: schade aan de warmtepomp Let op dat de opstellingsruimte van de warmtepomp vochtvrij en vorstvrij is. De warmtepomp mag alleen gemonteerd worden door een installateur, die op grond van zijn vakopleiding en ervaring, over voldoende vakkennis beschikt ten aanzien van centrale verwarming, tapwaterinstallaties en ventilatietechnieken. 2.2 Legionellapreventie De Ecolution® beschikt over een (wekelijks) anti-legionella-programma om Legionella te voorkomen.
4 PRODUCTINFORMATIE Veel woningen zijn voorzien van ventilatiesysteem C, natuurlijke toevoer en mechanische afvoer van ventilatielucht. Deze warme ventilatielucht uit de woning wordt door de Ecolution® benut als bron voor de warmtepomp. De Ecolution® zorgt, door warme, uit de afvoerafkomstige, ventilatielucht (gemiddeld 20 °C) naar een hogere temperatuur te brengen, voor ruimteverwarming en/of verwarmt tapwater.
in een woning op temperatuur te houden en is er niet voor bedoeld om die ruimten op temperatuur te brengen. Om de woning op temperatuur te krijgen of versneld 1° of 2° in temperatuur te verhogen, dient in deze hybride opstelling de hr-combiketel als ondersteuning met een grotere capaciteit. Ook in het winterseizoen, tijdens lagere buitentemperaturen, zal de Ecolution® ondersteund worden door de hr-combiketel om samen de totaal benodigde hoeveelheid warmte te leveren.
5 BEDIENINGSPANEEL Wijzigingen die u aanbrengt zijn op eigen verantwoordelijkheid. De Ecolution® regelunit bestaat uit een display, een + en toets om wijzigingen in te stellen en een i en een R R i toets. De en de toets zijn om in de menu’s te komen, er door heen te lopen, te wijzigen, te bevestigen en te resetten. Bij aanraking van een willekeurige toets zal het display gedurende 30 seconden oplichten. Bij het doorlopen van de menu’s zal het display altijd in de normale bedrijfstand branden.
5.3 Gebruikersmenu Toegang menu drukt 3 sec de i -toets in. Een volgende menuregel druk kort de i -toets in. Verlaat het menu druk kort R -toets in. 0 2 3 4 T-1 T-4 T-5 T-6 T-7 T-8 T-9 -1 -1 -15 - 21 15:31 0000 00 00 1 05 08 Extra instellingen Houd de i - toets 3 sec ingedrukt om het extra instellingen menu te openen, zie tabel 7 Backlight 0 = uit / 1 = automatisch / 2 = continue aan Instelling CV1 binnenluchtthermostaat op zomerstand - instelbaar van 14 tot 17 °C (zie volgende pagina).
Ventilatietimer stand 3 (menuregel 1) De timerfunctie regel is bedoeld om de timertijd in te stellen en heeft betrekking op het kort op stand 3 zetten van de driestandenschakelaar. Wanneer de bewoners gebruik willen gaan maken van douche of bad, dan is het gewenst om de driestandenschakelaar op stand 3 te zetten i.v.m. juiste en snelle ontvochtiging van de badkamer. Dit kan men door middel van de timerfunctie doen door kortstondig de schakelaar (1 sec.) op stand 3 te zetten en weer terug naar normale stand.
6.2 filters Filters kunnen NIET gereinigd worden! Het filter dient jaarlijks geïnspecteerd en/of vervangen te worden om een goede werking van de warmtepomp te kunnen waarborgen. Bij het niet jaarlijks vervangen van het filter gaan de stofdeeltjes zich ophopen waardoor storingen kunnen optreden. Wanneer er een afzuigkap op het ventilatiesysteem zit aangesloten dient het filter om de 4 maanden vervangen te worden. Filters kunnen niet gereinigd worden.
TREFWOORDENREGISTER Pag. A M Aansprakelijkheid ...................................... 44 Aanlegthermostaat ................................... 21,25,29,43 Afzuigkap ................................................... 7,38 Appendages................................................ 12 Aansluiten................................................... 18,19,21,22 Akoestische storingssignalering................. 33,43 AP-meldingen ............................................. 32 N Normen ........................
BIJLAGE: 04517 CV AANLEGTHERmOSTAAT CV aanlegthermostaat t.b.v. ventilatiewarmtepomp De aanlegthermostaat is nodig indien men in het installateursmenu kiest voor CV2 of CV3 bedrijf, in CV2 of CV3 bedrijf detecteert de aanlegthermostaat wanneer de cv-ketel in bedrijf komt voor ruimteverwarming. Op deze manier weet de ventilatiewarmtepomp wanneer er ruimteverwarming gewenst is.
notities INSTALLATEUR GEBRUIKER Ecolution® Combi 50 & Solo Uitgave september 2015 47
Contact Installateur Geïnstalleerd door: Helpdesk Voor vragen of hulp kunt u tijdens kantooruren bellen met onze helpdesk, T 030 2748484. U kunt ook uw vraag stellen per e-mail: info@inventum.com Filterservice Nieuwe vervangingsfilters kunt u bestellen bij Inventum B.V. of bij uw installateur. Inventum B.V. Postbus 275, 3990 GB Houten Kaagschip 25, 3991 CS Houten Tel.: +31 (0)30 274 84 84 Fax: +31 (0)30 274 84 85 E-mail: info@inventum.com Fax: 03 227 43 44 www.inventum.com art.code: 11598.