Operation Manual

MEEST VOORKOMENDE PROBLEMEN
1. De bovendraad is niet goed ingeregen.
2. Het voetpedaal is niet aangesloten op het juiste aansluitpunt.
3. De naald is niet goed in de naaldhouder aangebracht.
4. De naald is gebogen.
5. De onderdraad is niet goed ingeregen of is gebroken.
6. Het formaat van de gebruikte onderspoel is verkeerd.
7. De draadspanning is niet juist.
ONDERHOUD EN OPBERGING
-Voor een juiste werking moet de naaimachine regelmatig
worden schoongemaakt en gesmeerd.
BELANGRIJK: Alvorens over te gaan tot het schoonmaken, dient
u ervoor te zorgen dat de stekker van de naaimachine uit het
stopcontact is gehaald of dat hij geen batterijen heeft.
-Gebruik een doek om de machine schoon te maken en
overtollig olie te verwijderen. Gebruik geen smeermiddelen,
zoals oplosmiddelen, schuurmiddelen of andere producten die
de naaimachine kunnen beschadigen.
-Gebruik speciale olie voor naaimachines (een ander olietype
kan de machine beschadigen). Breng een druppel olie aan op
plaatsen waar er wrijving ontstaat.
TECHNISCHE SPECIFICATIES
6V DC (4xAA 1,5V)
Dit apparaat is conform met de veiligheidsvoorschriften
en voorwaarden of richtlijnen 2006/95/EC van
Lagespanningsapparaten en 2004/108/EC van
Elektromagnetische Compatibiliteit.
BESCHERMING VAN HET MILIEU – RICHTLIJN
2002/96/EC
Dit product is ontworpen en vervaardigd met hoge
kwaliteitsmaterialen en onderdelen die kunnen gerecycleerd en
herbruikt worden.
Wanneer u het symbool van een overkruiste vuilnisbak
op wielen ziet bij een product, betekent dit dat het
conform is aan de Europese Richtlijn 2002/96/EC.
Gelieve informatie te bekomen van het plaatselijke
recyclagesysteem voor elektrische en elektronische
producten.
Volg de lokale regels en ontdoe u niet van gebruikte producten
door ze in de normale huisvuilbak te deponeren.
Een degelijke recyclage van uw gebruikt product helpt een
negatieve impact vermijden op het milieu en gezondheid.
50-NL
NL-51