User manual

66
Apparaat uitzetten
0 Voor het uitzetten van de koeling de temperatuurregelaar op
stand “0” draaien.
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
0 Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0”
draaien.
0 Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er
resp. uithalen.
0 Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk
“Reiniging en Onderhoud”).
0 Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
Invriezen
De twee bovenste laden zijn geschikt voor invriezen, terwijl de
onderste lade en het bodemvak alleen voor opslag dienen.
Attentie!
Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in
de vriesruimte –18 °C of lager te zijn.
Let op het op het typebordje aangegeven vriesvermogen. Het
vriesvermogen is de maximale hoeveelheid verse waren die bin-
nen 24 uur ingevroren kunnen worden. Als er gedurende meer-
dere dagen achter elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/
3 tot 3/4 van de hoeveelheid aangegeven op het typebordje.
Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De
warmte leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energie-
verbruik.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking
(bereiden tot panklare gerechten) in geen geval een tweede
keer invriezen.
0 Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken,
zodat ze niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak
niet op andere diepvriesproducten overgebracht wordt.
Voorzichtig!
Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken.
De handen kunnen daaraan vast vriezen.
0 De verpakte levensmiddelen in de laden leggen. Niet-bevroren
artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren
waren omdat anders de bevroren artikelen ontdooien kunnen.