Operating instructions

Table Of Contents
20 Nederlands
2. Controleer de algemene toestand van
het apparaat.
3. Controleer de toestand van de ven-
tielstekker.
4. De toestand van de elektrische kabels
controleren.
5. Open de onderste afdekking en contro-
leer de toestand van de compressor.
6. Laat beschadigde onderdelen vervan-
gen.
Wekelijks
1. Reinig de buitenkant van het apparaat.
2. Tap het condensaat in de accumulator af
(zie “Onderhoudswerkzaamheden”).
LET OP
Beschadigingsgevaar
Water in de persluchtleiding kan de ban-
denspanningssensor beschadigen.
Tap het condensaat in de persluchtketel re-
gelmatig af.
Onderhoud om de 2 jaar
Alleen met AWT -C, AWT -C Fp
1. Laat de drukmeter van de bandenvuller
ijken door het ijkbureau.
Onderhoudswerkzaamheden
Maak de muntencassette leeg
1. Open de deur.
1 Deur
2 Muntcassette
2. Trek de muntautomaat eruit en maak de-
ze leeg.
Tap het condensaat af
1. Voorste afdekking afnemen.
1 Afdekking
2 Condensaataftapkraan
2. Houd de condensaataftapkraan boven
een kanaal of opvangbak.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel, gevaar voor bescha-
diging
De waterstraal die uit de condensaataftap-
kraan ontsnapt, kan verwondingen of scha-
de veroorzaken.
Richt de condensafvoerkraan nooit op
mensen, dieren, het apparaat of elektrische
componenten.
3. Open langzaam de condensaataftap-
kraan en tap het condensaat af.
4. Sluit de condensaataftapkraan.
5. Voorste afdekking aanbrengen.
Vervoer
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel, gevaar voor bescha-
diging
Houd bij het transport rekening met het ge-
wicht van het apparaat.
1. Bij het transport in voertuigen het appa-
raat conform de richtlijnen tegen wegglij-
den en omvallen beveiligen.
Opslag
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel en beschadiging
Houd bij de opslag rekening met het ge-
wicht van het apparaat.
Hulp bij storingen
GEVAAR
Gevaar voor elektrische schok.
Zet voor werkzaamheden aan het apparaat
de hoofdschakelaar op "OFF" en koppel de
plaatselijke stroomtoevoer los.
Het apparaat werkt niet
Controleer de stroomvoorziening ter
plaatse.
Zet de hoofdschakelaar op “ON”.
Contacteer de Klantenservice.
Het apparaat start niet nadat de ventiel-
plug met de banden is aangesloten.
Controleer de correcte bevestiging van
de ventielstekker.
Controleer de toestand van de slang en
de ventielplug.
Druk op de toets "band plat".
Geen perslucht voorhanden
De greep van de mulchverdeler om-
hoogtrekken.
1 Inschakeltoets compressor
De compressor is oververhit: Wacht tot
de compressor is afgekoeld.
De luchtdruk is te laag
Controleer de druk op de manometer.
Stel indien nodig de drukregelaar bij.
1 Drukregelaar
2 Manometer
Storingen weergegeven op het display
Fout Oorzaak Remedie
ER1 Instabiele drukmeting door defect ventiel-
plug of slang
Vervang de ventielstekker.
Vervang de slang.
ER2, ER7 De luchtdruk is te laag.
Instabiele drukmeting door defect ventiel-
plug of slang.
Druk op de manometer controleren, indien nodig druk-
regelaar bijstellen.
Vervang de ventielstekker.
Vervang de slang.
ER3 De luchtdruk is te laag. Controleer de druk op de manometer, indien nodig de
drukregelaar bijstellen.
ER4 De luchtdruk is te hoog. Controleer de druk op de manometer, indien nodig de
drukregelaar bijstellen.
ER5 De spaningstoevoer is defect. Contacteer de Klantenservice.
ER6, ER8, ER9, ERU, ERB Storing in de elektronica. Contacteer de Klantenservice.
ERP De klepplug is losgeraakt tijdens het op-
pompen.
De luchtdruk is niet stabiel.
Controleer de correcte bevestiging van de ventielstek-
ker.
Controleer de druk op de manometer, indien nodig de
drukregelaar bijstellen.