Operation Manual

15
Let er vóór het begin van de plakwerkzaamheden op dat de verwerkingstemperatuur van het
te plakken materiaal en de afdichtmassa tussen +5 °C en +40 °C ligt. Bereid alle noodzakelijke
bevestigingselementen en gereedschap voor.
Bereid de tube met afdichtmassa voor volgens de meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Trek de dakdoorvoer er weer uit (afb. A) en voorzie de onderkant van de dakdoorvoer ens van een
gelijkmatige laag afdichtmassa.
Plaats de dakdoorvoer weer in het boorgat en druk deze aan tegen het voertuigdak.
Breng op het oppervlak binnen de cirkelvormige groef aan de onderkant van de montageplaat een
gelijkmatige en volledig dekkende laag afdichtmassa aan (afb. D).
Dit gedeelte moet volledig op het voertuigdak worden vastgelijmd om de noodzakelijke hechtkracht te
bereiken.
Plaats de montageplaat, zoals u eerder bij de markering van de boorgaten hebt uitgevoerd, op het
dak.
Let er hierbij op dat de pijl op de montageplaat in voorwaartse rijrichting van het voertuig wijst.
De bevestigingsgaten moeten exact overeenkomen met de aangebrachte boringen.
Fixeer de montageplaat met de voorbereide schroeven door de zes schroeven kruisgewijs gelijkmatig
afwisselend aan te draaien.
Aanwijzing: De gebruikte afdichtmassa is in staat kleine, door krommingen van het voertuigdak
veroorzaakte spleten te overbruggen. Let er echter op dat de montageplaat door het
aandraaien van de schroeven niet wordt verbogen.
Verwijder eventuele aan de zijkanten naar buiten vloeiende afdichtmassa met een schone doek
en eventueel met Sika ex
®
-remover (verkrijgbaar in de vakhandel). Gebruik hiervoor geen
oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen of verfverdunners die de aangebrachte afdichtmassa onder
de montageplaat kunnen beschadigen. Reinig uw handen alleen met handwasmiddel en water.
Zet de kabeldoorvoer vast door de bijgevoegde kartelmoeren vanuit het inwendige van het voertuig te
borgen (afb. A).
Let er a.u.b. op dat de uitharding van de afdichtmassa afhankelijk is van de omgevingstemperatuur
en luchtvochtigheid. Een de nitieve vastheid wordt pas na ongeveer vijf dagen bereikt. De uitvoering
van verdere montagewerkzaamheden is echter probleemloos mogelijk omdat de montageplaat door
de aangedraaide schroeven wordt vastgehouden.
MONTAGE EN AANSLUITING
VARIANT MET KABELDOORVOER ONDER DE DRAAI-EENHEID
Steek de uiteinden van de kabel met de stekkerverbindingen zover mogelijk door de kabeldoorvoer
aan de binnenkant van het voertuig.
MONTAGE VAN DE DRAAI-EENHEID