Operation Manual

8
Wegenverkeersreglement (Straßenverkehrs-Zulassungs-Ordnung StVZO)
Bij een vaste installatie van de draai-eenheid op een voertuig dat aan het wegverkeer deelneemt, moeten
de geldende voorschriften van het Duitse wegenverkeersreglement (StVZO) in acht worden genomen.
In het bijzonder geldt dit voor de artikelen 19/2, 30 C en 32 (2), evenals de richtlijn 74/483/EG.
Samengevat beschrijven deze dat een registratie in de voertuigdocumenten niet noodzakelijk is
voor zover de antenne-eenheid zich bij beladen voertuig op een hoogte van meer dan 2 m bevindt en
de antenne-eenheid aan de zijkanten niet buiten de voertuigomtrek uitsteekt. Daarbij mag de hoogst
toegestane hoogte van 4 m (voertuig plus antenne-eenheid) niet worden overschreden.
Er bestaat verhoogd gevaar voor ongelukken als de gebruikelijke voertuighoogte wordt
verhoogd door een niet neergelaten antenne. Voor de toestand van de op- en aanbouw
is enkel en alleen de bestuurder van het voertuig verantwoordelijk!
Kabels
Installeer alle kabels telkens zodanig dat niemand erop kan stappen of erover kan struikelen.
Om stoorinvloeden c.q. stooruitzendingen te voorkomen, dient u bij een eventuele verlenging van de
antennekabel een 75-Ω-coaxkabel met een afschermingsmaat van minstens 75 dB te gebruiken.
Als u de kabels met draad o.i.d. heeft samengebonden, moet u deze ontvlechten om
nasmeulen te voorkomen!
Bij het aansluiten van de stroomkabels (voor de receiver en draai-eenheid) op het boordnet mogen de
polen niet worden verwisseld.
Bij installaties met omgewisselde kabels bestaat gevaar voor oververhitting en
onherstelbare schade aan de onderdelen!
Voedingsspanning, beveiliging
Gebruik de installatie op de accu (12 V) van uw voertuig of op een geschikte netadapter. Deze netadapter
moet een stabiele uitgangsspanning van 12 V, 11 A permanente stroom en 15 A (300 ms) piekstroom
garanderen.
De stroomopname bedraagt kortdurend tot max. 12 A.
Voor een veilige werking van de aansluit-/stuureenheid moet de stroomkabel rechtstreeks op de accu
worden aangesloten. In geval van een te lage voedingsspanning geeft de receiver UFS 940sw dit aan
door middel van de melding “Boordspanning te laag!” op het tv-scherm.
In de stroomkabel is een 15-A-zekering geïntegreerd. Bij het reageren van de zekering moet de foutbron
worden verholpen en de defecte zekering door een zekering met dezelfde nominale waarde worden
vervangen (15 A).
Verwijder of overbrug de zekering in de kabel nooit – gevaar voor kabelbrand!
Als de met “Contact” aangeduide ader van de stroomkabel op het stroomcircuit van het contact wordt
aangesloten, beschikt de draai-eenheid over een functie voor het automatisch neerlaten van de antenne.
Het neerlaten vindt plaats zodra het contactstroomcircuit van het voertuig wordt ingeschakeld. Let er bij
het aansluiten van de stuureenheid op het boordnet op dat de leidingen “12 V”, “Massa” en “Contact”
niet door tussenliggende schakelaars worden onderbroken waardoor de automatische neerlaatfunctie
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES - BELANGRIJKE AANWIJZINGEN