Operation Manual

9
buiten werking kan worden gesteld.
De antenne daalt uiterlijk 12 seconden na het inschakelen van het contactstroom-
circuit (indien in stand-by en indien de UFS 940sw uitgeschakeld is). Anders daalt de
stuureenheid tijdens de werking onmiddellijk.
Opgelet: Het neerlaten van de antenne kan tot 30 seconden (na het inschakelen van het
contactstroomcircuit) duren!
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES - BELANGRIJKE AANWIJZINGEN
Veiligheidsmaatregelen tijdens het gebruik
Tijdens het gebruik van de draai-eenheid mogen zich geen personen, en met name
geen kinderen, in de directe nabijheid van de draai-eenheid en de bewegende delen
ervan bevinden – kneuzingsgevaar!
Neem tijdens de montagewerkzaamheden altijd de stekker uit het stopcontact.
Controle vóór aanvang van de rit
Vóór aanvang van een rit moet de antenne steeds in de horizontale positie (parkeerpositie) worden
neergelaten. Als de antenne tegen vaste of beweeglijke voorwerpen is gestoten, moet de installatie op
vast zitten worden gecontroleerd.
Omdat de antenne tijdens het rijden aan trilbelastingen is blootgesteld, moet de installatie naar gelang
de rijfrequentie met regelmatige tussenpozen op vast zitten worden gecontroleerd en moeten loszittende
delen worden aangehaald.
De toegelaten maximumsnelheid voor voertuigen met een op het dak gemonteerde ontvangsteenheid
bedraagt in neergelaten positie 130 km/u.
Laat de antenne neer als deze langdurig niet wordt gebruikt. De vastzetschroeven zijn daardoor
moeilijker toegankelijk (diefstalbescherming).
Parkeerpositie van de antenne tijdens het rijden
Tijdens het rijden moet de antenne steeds in de horizontale positie (parkeerpositie) zijn
neergelaten. Plak hiervoor als herinnering deze sticker van de bijsluiter “CAP 610 neerlaten
van de antenne tijdens het rijden” binnen het zicht van uw contactslot.
In elk geval moeten ook de instructies in de montage-, bedienings- en gebruiks-
aanwijzingen van de gebruikte apparaten en de aan- en opbouwsels absoluut in acht
worden genomen!
Gevaar voor ongevallen door een niet-neergelaten antenne bij overschrijding van de
normale voertuighoogte! De bestuurder is verantwoordelijk voor de toestand van de
op-/aanbouwsels!
Bij stormwaarschuwingen moet de draai-eenheid in elk geval in de parkeerpositie
worden geplaatst omdat anders schade aan de CAP 610 en aan het voertuig kan
ontstaan.