Operation Manual

SCANNEN
Scannen is een nuttige functie voor het bewaken van uw favoriete frequenties. Naarmate u vertrouwd raakt met alle scantypes, zult u
beter in staat zijn het apparaat effi ciënter te bedienen.
Deze zendontvanger bevat de volgende scantypes:
Scantype Scanbereik
VFO-scan Scant alle frequenties op de huidige band.
Geheugenscan Scant alle frequenties die zijn opgeslagen in geheugenkanalen.
Groepscan Scant de frequenties in de geheugenkanalen die behoren tot de groep die u hebt opgegeven.
Programmascan Scant alle frequenties binnen het geprogrammeerde bereik op de huidige band.
MHz-scan Scant alle frequenties binnen een bereik van 1 MHz van de oorspronkelijke frequentie.
Oproepscan Scant het oproepkanaal en de op dat moment geselecteerde VFO-frequentie of geheugenkanaal.
Opmerkingen:
Stel het squelch-niveau in voordat u scant. Als u een squelch-niveau selecteert dat te laag is, stopt het scannen onmiddellijk.
Bij gebruik van CTCSS of DCS stopt de scan voor ieder ontvangen signaal. Het scannen wordt echter direct hervat als het ontvangen signaal
niet dezelfde CTCSS-toon of DCS-code bevat die u hebt geselecteerd.
Als u drukt op [PTT] en deze ingedrukt houdt, stopt de scan tijdelijk als deze wordt uitgevoerd op een niet-TX band.
Als u begint met scannen, schakelt de Automatic Simplex Checker uit.
EEN SCANHERVATTINGSMETHODE SELECTEREN
De zendontvanger stopt met scannen op een frequentie of
geheugenkanaal waarop een signaal is ontdekt. Het gaat
vervolgens door, afhankelijk van de hervattingsmodus die u
hebt geselecteerd. U kunt kiezen uit de volgende modi. De
standaardmodus is Timeoperated, of op basis van tijd.
Time-Operated
De zendontvanger blijft ongeveer 5 seconden op een
gevonden frequentie of geheugenkanaal en gaat vervolgens
door met scannen, zelfs als het signaal nog steeds aanwezig
is.
Carrier-Operated
De zendontvanger blijft op een gevonden frequentie of
geheugenkanaal totdat het signaal wegvalt. Er is een interval
van 2 seconden tussen het wegvallen van het signaal en het
hervatten van de scan.
Seek
De zendontvanger blijft op een gevonden frequentie of
geheugenkanaal staan, zelfs wanneer het signaal wegvalt, en
hervat het scannen niet automatisch.
Opmerking: Om het scannen tijdelijk te stoppen en naar zwakke
signalen te luisteren, druk op [MONI].
1 Voer de Menumodus in en open Menu 150.
2 Stel de Scan Resume (Scanhervattings-)-modus in op “Time”
(Time-Operated), “Carrier” (Carrier-Operated) of “Seek”.
Hervattingstijd voor time-operated scannen
Stel de wachttijd in voor de time-operated, of getimede
scanmethode.
Wanneer een signaal wordt ontvangen, wordt het scannen
gepauzeerd op de betreffende frequentie gedurende de
door u ingestelde wachttijd. Wanneer de ingestelde tijd is
verstreken, wordt het scannen hervat (zelfs als het signaal
nog wordt ontvangen).
1 Voer de Menumodus in en open Menu 151.
2 Stel de hervattingstijd in op 1 ~ 10 sec.
Hervattingstijd voor carrier-operated scannen
Stel de wachttijd in voor de carrier-operate scanmethode.
Wanneer een signaal wordt ontvangen, wordt de scan
gepauzeerd op de betreffende frequentie. Wanneer
het signaal stopt, wordt de scan hervat nadat de door u
ingestelde wachttijd is verstreken.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 152.
2 Stel de hervattingstijd in op 1 ~ 10 sec.
SCAN – 1