Operation Manual

ANDERE BEWERKINGEN
VOLLEDIGE DUPLEX
Met deze zendontvanger kunt u tegelijk signalen zenden en
ontvangen. U kunt dus geluid zenden op de huidige band terwijl
u pakketdata ontvangt op een andere band (databand).
1 Zet de functieband op Band B.
2 Druk op [F], [DUP] om de Volledige-Duplexmodus te openen.
“DUP” verschijnt.
Druk nogmaals op [F], [DUP] om de Volledige-Duplexmodus te
verlaten.
Opmerkingen:
Als de functieband Band A is, kunt u niet naar de Volledige-
Duplexmodus schakelen.
Als u in de enkele-bandmodus bent en Band A/B staat op
VHF/VHF of UHF/UHF, kunt u niet naar Volledige-Duplexmodus
schakelen.
Sluit in de Volledige-Duplexmodus een hoofdtelefoon aan op
de SP-aansluiting. Gebruik van een hoofdtelefoon voorkomt
feedback waardoor de zendontvanger een rondzingend geluid kan
zenden.
OPGELET: Alleen gebruiken als u zeker weet dat ontvangst niet
wordt onderbroken tijdens communicatie.
INSCHAKELMELDING
Iedere keer wanneer u de zendontvanger aanzet, verschijnt
“HELLO” (standaard) gedurende 2 seconden op de display.
U kunt u favoriete bericht programmeren in plaats van de
standaardmelding.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 100.
2 Voer uw bericht in.
• Druk op [A/B] om zo nodig het hele bericht te wissen.
DISPLAY-HELDERHEID
U kunt de verlichting van de display handmatig wijzigen volgens
de lichtsituatie waarin u zich bevindt.
Verlichtingstimer
Stel de tijdsduur in waarin de displayverlichting aan moet
blijven.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 101.
2 Selecteer een tijd (in sec) van de beschikbare lijst: 2 ~ 10.
Lampregeling
De display-verlichting gaat afhankelijk van de instelling aan
wanneer u op een willekeurige toets drukt of alleen wanneer
u op de toets [LAMP] drukt.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 102.
2 Zet het type lampregeling op “Manual” of “Auto”.
Manual: De achtergrondverlichting gaat branden wanneer u
op de toets [LAMP] drukt.
Auto: De achtergrondverlichting gaat branden wanneer
u op iedere willekeurige toets drukt of wanneer u aan de
Afstemknop draait.
De achtergrondverlichting gaat uit volgens de instelling van
de verlichtingstimer of wanneer u op de toets [LAMP] drukt.
Displaycontrast
De zichtbaarheid van het display verandert onder invloed van
omgevingsfactoren, bijvoorbeeld overdag en ’s nachts. Als u
het display niet goed kunt zien, gebruik deze functie om het
beste displaycontrast te selecteren.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 103.
2 Stel uw contrastniveau in van 1 tot 8.
Opmerking: Het displaycontrast is gevoelig voor
temperatuursveranderingen. Stel het contrast naar behoefte in.
OTHER OP – 1