Operation Manual

OTHER OP – 3
Vergrendeling microfoontoetsen
De functie Vergrendeling microfoontoetsen vergrendelt de PF
(Programmeerbare functie)-toetsen van de microfoon.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 182.
2 Zet de vergrendeling microfoontoetsen aan of uit.
VOLUMEBALANS (BAND A/B)
U kunt de volumebalans regelen tussen de A band (bovenste
indicator) en de B band (onderste indicator).
1 Voer de Menumodus in en open Menu 120.
2 Regel de volumebalans.
PIEPTOON TOETS
U kunt desgewenst de pieptoonfunctie van de zendontvanger op
“Off”, “RADIO & GPS”, “RADIO Only” of “GPS Only” zetten.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 121.
2 Zet de pieptoonfunctie op “Off”, “RADIO & GPS”, “RADIO
Only” of “GPS Only”.
Zelfs als u de pieptoonfunctie hebt uitgezet, geeft
de zendontvanger een pieptoon onder de volgende
voorwaarden:
1) Wanneer u de Automatisch uitschakelfunctie hebt
geactiveerd geeft de zendontvanger gedurende 1 minuut
een pieptoon voordat het apparaat uitschakelt.
2) Na het uitzenden voor de maximale tijdsduur volgens de
Time-out-timer, geeft de zendontvanger een pieptoon.
Opmerking: De pieptonen voor APRS worden door de instellingen in
het APRS-menu geactiveerd en niet door deze instelling.
PROGRAMMEERBARE VFO
Als u de frequenties altijd binnen een bepaald bereik selecteert,
kunt u de boven- en ondergrens instellen voor de frequenties
die u kunt selecteren. Als u bijvoorbeeld 144 MHz voor de
ondergrens en 145 MHz voor de bovengrens selecteert, valt het
afstelbereik tussen 144,000 MHz en 145,995 MHz.
1 Selecteer uw VFO-frequentie.
2 Voer de Menumodus in en open Menu 130.
3 Druk op [ OK].
De ondergrens van de frequentie knippert.
4 Druk op [ ]/[ ] of draai aan de Afstemknop om uw
ondergrens te selecteren en druk vervolgens op [
OK] om
de geselecteerde waarde in te stellen.
De bovengrens van de frequentie knippert.
5 Druk op [ ]/[ ] of draai aan de Afstemknop om uw
bovengrens te selecteren en druk vervolgens op [
OK] om
de geselecteerde waarde in te stellen.
6 Druk op [ESC
] om de Menumodus te verlaten.
Opmerking: U kunt niet de 100 kHz en bijbehorende cijfers
programmeren. De precieze 100 kHz en bijbehorende cijfers van de
bovengrens hangen af van de frequentiestapgrootte die u gebruikt.
WIJZIGEN VAN DE FREQUENTIESTAPGROOTTE
Het is erg belangrijk de juiste frequentiestapgrootte te
kiezen bij het selecteren van uw precieze frequentie. De
standaardstapgrootte op de 144 MHz-band is 5 kHz (TH-D72A)
of 12,5 kHz (TH-D72E). De standaard op de 430/440 MHz-band
is 25 kHz.
1 Druk op [A/B] om band A of B te selecteren en druk op
[VFO].
2 Druk op [F], [ENT].
3 Stel de stapgrootte in op 5,0, 6,25, 8,33, 10,0, 12,5, 15,0,
20,0, 25,0, 30,0, 50,0, or 100,0 kHz.
Opmerkingen:
U kunt voor iedere band een afzonderlijke selecteerbare
stapfrequentie kiezen.
Wisselen tussen stapgrootten kan de weergegeven frequentie
corrigeren. Als bijvoorbeeld 144,995 MHz wordt weergegeven
met een geselecteerde stapgrootte van 5 kHz, corrigeert het
wijzigen naar een stapgrootte van 12,5 kHz de weergegeven
frequentie naar 144,9875 MHz.