Operation Manual

OTHER OP – 5
GEAVANCEERD ONDERSCHEPPINGSPUNT (AIP)
De VHF/UHF-band is vaak belast in stedelijke omgevingen.
AIP helpt bij het verwijderen van interferentie en vermindert
geluidsvervorming als gevolg van intermodulatie. U kunt deze
functie alleen gebruiken op de VHF/UHF-band.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 132 (VHF AIP) en/of
Menu 133 (UHF AIP).
2 Zet de AIP op “On” of “Off”.
SLAGWIJZIGING
Omdat de zendontvanger een microprocessor gebruikt om de
verschillende functies te bedienen, kan de trillingsgenerator
van de CPU-klok of de afbeelding verschijnen op sommige
plaatsen van de ontvangstfrequenties. Selecteer een
slagwijzigingsinstelling van type 1 ~ type 8 die geen interferentie
veroorzaakt. Het standaardtype is type 1 (Off).
1 Voer de Menumodus in en open Menu 138.
2 Zet de Slagwijziging op “Type 1” ~ “Type 8”
TX BLOKKEREN
U kunt verzending blokkeren om te voorkomen dat onbevoegden
met u zendontvanger zenden of om onbedoeld zenden te
voorkomen wanneer u de zendontvanger draagt.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 139.
2 Zet de functie TX blokkeren op “On” of “Off
“TX Inhibit” verschijnt en er klinkt een fouttoon als de
zendontvanger probeert te zenden met de functie TX
blokkeren ingeschakeld.
TIME-OUT TIMER
De time-out-timer beperkt de tijd van uw zending. Net
voordat de zendontvanger de zending stopt, klinkt er een
waarschuwingspieptoon. Deze functie is nodig om de
zendontvanger te beschermen tegen thermische schade en kan
daarom niet worden uitgeschakeld.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 13A.
2 Stel de gewenste tijden in op 0,5/ 1,0/ 1,5/ 2,0/ 2,5/ 3,0/ 3,5/
4,0/ 4,5/ 5,0/ 10,0 (standaard) minuten.
UITGANGSVERMOGEN SELECTEREN
Wanneer de communicatie betrouwbaar is, kunt u beter een laag
uitzendvermogen selecteren. Hierdoor vermindert u het risico
op interferentie met anderen op de band. Wanneer u met een
batterij werkt, hebt u een langere bedieningstijd voordat u de
batterij weer op moet laden.
Druk op [F], [MENU] om hoog (H), laag (L) of economische laag
(EL) te kiezen.
U kunt verschillende energie-instellingen programmeren voor de
banden A en B.
Opmerking: Als de zendontvanger oververhit raakt door hoge
omgevingstemperaturen of door voortdurend gebruik, kan het
beschermingscircuit in bedrijf treden om het uitzendvermogen te
verlagen.
VOX (SPRAAKGESTUURD ZENDEN)
Met VOX hoeft u niet handmatig meer te schakelen naar de
zendmodus telkens wanneer u wilt zenden.
De zendontvanger schakelt automatisch over naar de
zendmodus wanneer VOX bemerkt dat u begint te spreken in de
microfoon.
Wanneer u de VOX-functie gebruikt, moet u gebruik maken van
een optionele hoofdtelefoon omdat de interne luidspreker en de
microfoon te dicht bij elkaar staan om te gebruiken voor de VOX-
functie.
Aanzetten van de VOX-functie:
1 Voer de Menumodus in en open Menu 134.
2 Zet het menu op “On”.
Wanneer VOX is geactiveerd, verschijnt het
pictogram
, versterkingsniveau en de
vertragingstijd op het display.
Opmerkingen:
Als u zich in de Menumodus bevindt, wordt de VOX-functie tijdelijk
uitgeschakeld.
Het VOX-circuit moet eerst uw stem detecteren en u kunt iets
vertraging ondervinden in het zenden. Hierdoor kan het zijn dat
het eerste deel van uw bericht niet wordt verzonden.
Wanneer de VOX-functie is ingeschakeld, schakelt de ASC-functie
uit.
U kunt VOX niet gebruiken met een optionele luidspreker/
microfoon.