Operation Manual

GPS – 5
TRACKLOGBOEK INSTELLEN
Tracklogboek, ophaalsoort
U kunt de voorwaarden instellen voor het opslaan van
draagbare volginformatie als GPS Logger.
U kunt de instellingen voor rijsnelheid en dergelijke wijzigen.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 230.
2 Selecteer “Time”, “Distance” of “Beacon” voor de
Opnamemethode (Record Method).
3 Open Menu 231.
4 Selecteer een intervaltijd van 2 ~ 1800 seconden (in
stappen van 1 seconde).
De intervalinstelling is alleen beschikbaar als de
Opnamemethode op “Time” staat.
5 Open Menu 232.
6 Selecteer een afstand van 0,01 ~ 9,99 (in stappen van
0,01).
De afstandsinstelling is alleen beschikbaar als de
Opnamemethode op “Distance” staat.
De eenheden gebruikt voor afstand (Distance) kunnen mijlen
(mi), kilometers (km) of zeemijlen (nm) zijn.
Totale interval- en logtijd:
Punthvlhd
Intervaltijd (seconden)
2 5 10 15 30 2800
5000
166,7 416,7 833,3 1250 2500
150000
(min)
2,8 6,9 13,9 20,8 41,7
2500
(uur)
Interval en totale afstand:
Punthvlhd
Intervalafstand (km)
0,01 2,00 4,00 6,00 8,00 9,99
5000 50 10000 20000 30000 40000
49950
(km)
DOELPUNT
U kunt positie-informatie voor een doelpunt (target point)
registreren.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 240.
2 Selecteer een doelpunt (van 1 ~ 5).
3 Druk op [MHz]. De selectiemarkering voor het doelpunt “in
use” (
) verschijnt links van het kanaalnummer.
4 Open Menu 241.
5 Voer een naam in voor het doelpunt (maximaal 8 tekens).
6 Open Menu 242.
<Menu 3W0: “dd°mm.mm’ ”>
<Menu 3W0: “dd°mm’ss.s” ”>
7 Voer de noord-/zuidbreedtegraad in.
8 Open Menu 243.
<Menu 3W0: “dd°mm.mm’ ”>
<Menu 3W0: “dd°mm’ss.s” ”>
9 Voer de oost-/westlengtegraad in.