Operation Manual

PACKET – 2
LIJST MET TNC-COMMANDO’S
Hieronder staan de door de ingebouwde TNC ondersteunde commando’s. U moet een spatie ingeven tussen een commandonaam (of
afkorting) en een parameter, of tussen twee parameters. bijv. AU OFF, BEACON EVERY 18.
Commandonaam Afkorting Beschrijving Parameter Standaard
AUTOLF AU
Als hij aan staat, wordt na elke carriage return (CR) een line
feed (LF, regelopschuiving) naar de computer gestuurd.
ON/ OFF ON
AXDELAY AXD
Hiermee wordt de vertraging aangegeven die tussen PTT ON
en het begin van de verzending aan TXDELAY toegevoegd moet
worden. De eenheid van de parameter is 10 milliseconde.
0 ~ 120 0
AXHANG AXH
Hiermee wordt de hangtijd van de voice repeater aangegeven.
De eenheid van de parameter is 100 milliseconden.
0 ~ 250 0
BEACON B
Als hij op EVERY is ingesteld, wordt er om de ingestelde tijd
(n) steeds een signaalpakket verzonden. Als hij op AFTER
is ingesteld, wordt er na de ingestelde tijd (n) één maal een
signaalpakket verzonden. De eenheid van n is 10 seconden.
EVERY/ AFTER n
(n = 0 ~ 250)
EVERY 0
BTEXT BT
Hiermee wordt de inhoud van het datadeel van een signaal-
pakket aangegeven.
0 ~ 159 tekens
CALIBRAT CAL
Hiermee wordt een spatie/mark-blokgolf (verhouding 50/50)
verzonden. Voer Q in om de Calibrate-stand af te sluiten en de
Command-mode opnieuw te openen.
−−
CHECK CH
Hiermee wordt de tijd tussen het uitvallen van het signaal tot
het afsluiten aangegeven. De eenheid van de parameter is 10
seconde.
0 ~ 250 30
CMSG CMS
Nadat u een verbinding heeft gemaakt, wordt het bericht
automatisch verzonden.
ON/ OFF ON
CMSGDISC CMSGD
Nadat u een verbinding hebt gemaakt, wordt deze automatisch
gesloten.
ON/ OFF ON
CONMODE CONM
Als NOMODE uitstaat, gaat de TNC automatisch in de
Converse-stand of de Transparent-stand staan als de verbinding
tot stand gekomen is.
CONVERSE/
TRANS
CONVERSE
CONNECT C
Hiermee wordt een aansluitingsverzoek verzonden. Call is het
roepnaamvan het station waarmee verbonden moet worden.
VIA Call1 t/m call8 zijn roepnamen van stations die als digitale
repeater moeten dienen.
Call (VIA call1, call2,
... call8)
CONOK CONO
Als hij aanstaat, wordt een aansluitingsverzoek geaccepteerd
en een UA pakket teruggezonden. Als hij uitstaat, wordt een
aansluitingsverzoek geweigerd en een DM pakket terug-
gezonden.
ON/ OFF ON
CONSTAMP CONS
Als hij aanstaat, worden de huidige datum en tijd weergegeven
als er een verbinding tot stand gekomen is. U kunt de juiste
datum en tijd instellen met DAYTIME.
ON/ OFF OFF
CONVERSE CONV of K
Hiermee gaat de TNC in de Converse-stand. Druk op [Ctrl]+[C]
om de Command-stand opnieuw te openen.
−−
CPACTIME CP
Als hij aanstaat en in de Converse-stand, wordt om de door
PACTIME ingestelde tijd een pakket verzonden.
ON/ OFF OFF
CR CR
Als hij aanstaat, wordt naar alle pakketten die verzonden moeten
worden een carriage return (CR) gehangen.
ON/ OFF ON
DAYSTAMP DAYS
Als hij aanstaat, kunt u op [Ctrl]+[T] drukken in de
Conversestand om de TNC de datumgegevens naast de
tijdgegevens te laten verzenden.
ON/ OFF OFF
DAYTIME DA
Hiermee worden de huidige datum en tijd ingesteld. Voer de
JJMMDDuummss in. Hierbij wordt 00 ingesteld als er geen
seconden ingesteld zijn.
−−
DAYUSA DAYU
Als hij aanstaat, wordt de datum als MM/DD/JJ weergegeven.
Als hij uitstaat, wordt de datum als DD-MM-JJ weergegeven.
ON/ OFF ON
DIGIPEAT DIG Als hij aanstaat kan de TNC als digitale repeater dienen. ON/ OFF ON
DISCONNE D Hiermee wordt een afsluitverzoek verzonden.