Operation Manual

APRS – 10
INSTELLEN VAN DE COM -AANSLUITING
Baudwaarde
Open Menu 330.
Kies de communicatiesnelheid voor de externe GPS of
andere apparatuur die is aangesloten op de GPS-aansluiting.
De snelheid wordt ingesteld op 4800 bps (NMEA)/ 9600 bps
(IPS-indeling: SONY) wanneer er een GPS-ontvanger wordt
aangesloten.
Het komt niet overeen met de Gamin-TXT-indeling.
Invoertype
Open Menu 331.
Off: U kunt APRS-communicaties uitvoeren zonder gebruik
van een externe GPS-ontvanger of weerstation. Stel de
positiedata van uw station handmatig in met Menu 360 (MY
Position) of via de interne GPS-ontvanger.
GPS: U kunt APRS-communicaties uitvoeren met een
externe GPS-ontvanger. Controleer de positiedata van uw
station door te drukken op de toets [POS].
Weather (Davis): U kunt APRS-communicaties uitvoeren
met een Davis weercontrole-apparaat. Controleer de
weerdata van uw station door te drukken op de toets [F],
[POS].
Bedieningscontrolemodel (vanaf november 2011)
Vantage PRO2
TM
Gebruik de datalogger die wordt meegeleverd met
“WeatherLink
®
for Vantage Pro2
TM
, Windows, Serial Port”
(Davis artikelnr. 06510SER) of “WeatherLink
®
for APRS, with
Streaming Data Logger” (Davis artikelnr. 06540) met Vantage
PRO2
TM
.
Als u de datalogger voor “WeatherLink
®
for APRS, with
Streaming Data Logger” (Davis artikelnr. 06540) gebruikt,
zet u de Baud Rate (Menu 330) op 9600 bps voor stabiele
bediening.
Weather (PeetBros. ): U kunt APRS-communicaties
uitvoeren met een PeetBros weercontrole-apparaat.
Controleer de weerdata van uw station door te drukken op de
toets [F], [POS].
Bedieningscontrolemodel (vanaf november 2011)
ULTIMETER
®
2100 (pakketmodus)
Uitvoertype
Open Menu 332.
Waypoint: Waypoint/ DGPS-informatie wordt
doorgezonden. Het gespreksteken en de positiedata
ontvangen van een ander station kunnen worden
weergegeven als waypoint-data via het apparaat dat is
aangesloten op uw GPS-ontvanger of op het display van de
GPS-ontvanger.
Opmerking: Als menunummer 331 op “Off” staat en de
weerstationsunit is geselecteerd, wordt er geen way-pointdata
uitgevoerd.
INSTELLEN VAN WEGPUNTEN
Wegpunt-formaat
Open Menu 340.
Kies het soort wegpunt-formaat dat wordt verzonden.
NMEA: Voor gegevens die worden uitgestuurd via de GPS-
aansluiting volgens het NMEA-0183 “$GPWPL” formaat.
MAGELLAN: Voor gegevens die worden uitgestuurd via de
GPS-aansluiting volgens het “$PMGNWPL” formaat.
KENWOOD: Voor gegevens die worden uitgestuurd via de
GPS-aansluiting volgens het “$PKWDWPL” formaat.
Wegpuntlengte
Open Menu 341.
Stelt de lengte in voor de wegpuntnaam. De lengte kan
worden ingesteld als “6-Char”, “7-Char”, “8-Char” of “9-Char”.
Wegpunt-uitvoer
Open Menu 342.
All: Alle wegpunt-informatie wordt verzonden.
Local: Als de positielimiet op AAN staat, zullen alle
gegevens binnen de positielimiet worden verzonden. Als
de positielimiet op UIT staat, zullen alle wegpuntgegevens
worden verzonden.
Filtered: De informatie die is toegestaan via het pakketfi lter
wordt uitgestuurd als wegpunt-informatie.