Operation Manual

APRS – 12
KEUZE VAN EEN POSITIECOMMENTAAR
Open Menu 380.
De APRS gegevens die u verzendt bevatten altijd een van de
15 vooringestelde positiecommentaren. Kies een geschikt
commentaar voor uw situatie.
De te kiezen commentaren worden hieronder vermeld:
“Off Duty”, “Enroute”, “In Service”, “Returning”, “Committed”,
“Special”, “PRIORITY”, “CUSTOM 0 ~ CUSTOM 6” of
“EMERGENCY!”
Als u instelt op “EMERGENCY!, verschijnt een
bevestigingsverzoek. Druk nogmaals op [
OK].
VOORZICHTIG:
Select wanneer het niet nodig is nooit “EMERGENCY!”.
Wanneer een noodsignaal wordt ontvangen met behulp van
APRS, gaat het noodalarm op alle stations af.
OPSLAG VAN STATUSTEKST
De statustekst is nog een vorm van commentaar die u met
de positiegegevens kunt verzenden. In tegenstelling tot
een positiecommentaar, kunt u elk gewenst commentaar
van maximaal 42 letters en cijfers samenstellen. Deze
zendontvanger heeft 5 geheugenkanalen voor het
voorprogrammeren.
1 Open Menu 390.
2 Selecteer een statustekstnummer.
• Druk op [MHz] om de momenteel gebruikte statustekst te
markeren met een (
).
3 Kies de frequentie voor het verzenden van de statustekst
wanneer het APRS baken wordt verzonden. U kunt kiezen
voor “OFF”, of van “1/1” ~ “1/8” (alleen voor APRS).
1/X betekent dat de statustekst X aantal malen verzonden zal
worden.
4 Voer uw statustekst in.
QSY-FUNCTIE
De QSY-functie gebruikt AFRS (Automatic Frequency
Reporting System) om een frequentie te rapporteren waarop
stemcommunicaties kunnen worden begonnen. Een station
die de QSY-functie gebruikt, integreert de frequentie-informatie
in een positie-beaconzending. Een station dat deze informatie
ontvangt, kan de frequentie, of QSY, wijzigen naar de frequentie
van de gedetecteerde stem om een stemcommunicatie te
beginnen door [Tune] te selecteren.
Zenden van QSY-informatie
Een correct geconfi gureerd en functionerend TM-D72 QSY-
station kan de stemfrequentie automatisch integreren van de
non-databand aan het begin van de statustekst. Dit mechanisme
wordt gebruikt voor automatische zending van frequentie-
informatie.
Het formaat van de zendfrequentie is FFF.FFF MHz.
Als bijvoorbeeld bij een beacon-zending de non-databand een
geselecteerde frequentie heeft van 446.100 MHz, wordt de
frequentie van “446.100MHz” geïntegreerd aan het begin van
de statustekst. Als u in een van de statussen 1 tot en met 4
de frequentie “446.100MHz” confi gureert aan het begin van de
statustekstberichten, wordt deze vaste frequentie verzonden
als QSY-informatie samen met de beacon-zending. Naast
de frequenties kunt u ook velden gebruiken waar u andere
instellingen kunt verzenden zoals Wijd/nauw, Toon/CTCSS/DCS,
Verschuiving (+/-) en Offset-frequentie door een spatie open te
laten tussen iedere waarde. U kunt daarom naast een frequentie
ook andere informatie verzenden.
QSY-informatieformaat:
(Plaats een spatie na de frequentie voordat u de instelling Wijd/
nauw, Toon/CTCSS/DCS, Verschuiving/Offset opent.
“T079”: een hoofdletter “T” geeft Wijd aan. Toonfrequentie van
79,7 Hz. (Codering)
“t079”: een kleine letter “t” geeft Nauw aan. Toonfrequentie van
79,7 Hz. (Codering)
“tOFF”: een kleine letter “t” geeft Nauw aan. Toon = OFF (zonder
een tooncodering of -decodering.)
“C079”: een hoofdletter “C” geeft Wijd aan. CTCSS-frequentie
van 79,7 Hz. (Codering/ decodering)
“c079”: een kleine letter “c” geeft Nauw aan. CTCSS-frequentie
van 79,7 Hz. (Codering/ decodering)
“D023”: een hoofdletter “D” geeft Wijd aan. DCS-code van 023.
(Codering/ decodering)
“d023”: een kleine letter “d” geeft Nauw aan. DCS-code van 023.
(Codering/ decodering)
“+”: plus Verschuiving (er wordt een standaardoffset-frequentie
toegepast.)
“–”: min Verschuiving (er wordt een standaardoffset-frequentie
toegepast.)
“+500”: plus Verschuiving, 5 MHz Offset
“–060”: plus Verschuiving, 600 kHz Offset
De waarde van de offset moet bestaan uit drie cijfers. (x 10k Hz/
50 kHz stap).
Raadpleeg de website voor QSY-informatieformaat:
http://aprs.org/info/freqspec.txt (vanaf november 2011)