Operation Manual

APRS – 18
PROGRAMMEREN VAN EEN PAKKETPAD
Open Menu 3H0.
Selecteer het pakketpadtype uit “New-N”, “Relay”, “Region”, of
“Others”.
Wanneer u op [MHz] drukt, verschijnt de
pictogram aan de
linkerkant van het pakketpadtype, met de huidige toegepaste
informatie.
New-N:
Dit digipeat-type werd eerst hoofdzakelijk gebruikt in Noord-
Amerika maar wordt nu wereldwijd gebruikt.
1 Zet het <Type> op “New-N”, druk vervolgens op [MHz].
2 Zet <WIDE1-1> op “Off of “On”.
Zet <WIDE1-1> op “On” om de digipeater van het RELAY-
type (invultype) te gebruiken met het <New-N>.
Wanneer deze op “On” staat, kan 1 pakketpad worden
gebruikt naast <WIDE1-1> afhankelijk van de <Total Hops>-
instelling.
3 Selecteer het relay-stapnummer voor de <Total Hops>-
instelling.
U kunt de inhoud van de instellingen bevestigen in [ ].
Relay:
Dit is een van de digipeat-types die in Europa worden gebruikt.
1 Zet het <Type> op “Relay”, druk vervolgens op [MHz].
2 Zet <RELAY> op “Off” of “On”.
Zet <RELAY> op “On” om de digipeater van het RELAY-type
(invultype) te gebruiken met het <Relay>.
Wanneer deze op “On” staat, kan 1 pakketpad worden
gebruikt naast RELAY afhankelijk van de
<Total Hops>-
instelling.
3 Selecteer het relay-stapnummer voor de <Total Hops>-
instelling.
U kunt de inhoud van de instellingen bevestigen in [ ].
Region:
Gebruik deze methode wanneer het pakket wordt gerelayeerd
binnen een beperkt gebied.
Pakketpaden worden opgegeven met behulp van ABBR
(afkortingen). (In de Verenigde Staten staat CA bijvoorbeeld voor
Californië, AZ voor Arizona, etc.)
1 Zet het <Type> op “Region”, druk vervolgens op [MHz].
2 Voer met behulp van de ABBR-instelling een afkorting in van
maximaal 5 tekens.
3 Selecteer het relay-stapnummer voor de <Total Hops>-
instelling.
U kunt de inhoud van de instellingen bevestigen in [ ].
Others:
Gebruik deze methode wanneer het relay-pad naar een
individueel station is opgegeven.
Wanneer u geen tekenreeks invoert, wordt de pakketdata niet
gerelayeerd.
1 Zet het <Type> op “Others”, druk vervolgens op [MHz].
2 Voer een pad in.
Een pakketpad is de digipeat-route van de pakketdata die
wordt verzonden vanaf Mijn station.
Als u bijvoorbeeld uw pakket wilt verzenden via de [W5DJY-1]
> [W4DJY-1] route, voert u [W5JY-1, W4DJY-1] in, waarbij u
ieder digipeater-gespreksteken scheidt met een komma.