Operation Manual

APRS – 23
INSTELLINGEN VOOR GELUID
Ontvangstpieptoon
Open Menu 3T0.
Deze zendontvanger laat een pieptoon horen telkens
wanneer er een APRS pakket wordt ontvangen.
Selectie Bediening
Off
De APRS pieptoon klinkt niet.
Message
Only
De pieptonen klinken alleen wanneer er een
bericht wordt ontvangen bij uw stationsadres.
Mine
De pieptoon klinkt wanneer er een bericht wordt
ontvangen bij uw stationsadres en de door u
verzonden gegevens worden ontvangen door een
digipeater.
All New
De pieptoon klinkt wanneer er een bericht wordt
ontvangen bij uw stationsadres en de door u
verzonden gegevens worden ontvangen door een
digipeater.
All
De pieptoon klinkt wanneer er een bericht wordt
ontvangen bij uw stationsadres en de door u
verzonden gegevens worden ontvangen door een
digipeater.
TX-pieptoon (Beacon)
Open Menu 3T1.
Wanneer een beacon met de informatie van uw stationpositie
(Mijn positie-informatie) anders dan handmatig wordt
verzonden, kunt u selecteren of het een pieptoon moet
uitzenden.
Off: Er klinkt geen pieptoon.
On: Er klinkt een pieptoon wanneer een beacon wordt
verzonden met behulp van de PTT-schakelaar of wanneer
het automatisch wordt verzonden. Wanneer automatisch
antwoordbericht een antwoord verzendt, klinkt er een
pieptoon (morsecode A).
Opmerking: Afhankelijk van het verkeer op het verzendkanaal
kan de verzendpieptoon worden vertraagd bij gebruik van de
interne TNC DCD-zoekfunctie.
Speciale beltoon
Open Menu 3T2.
Deze functie laat een speciale beltoon horen wanneer
er gegevens worden ontvangen op het Dit station adres.
Stel de oproeptoon in van de stations waarvan u speciale
opbelmeldingen wilt ontvangen.
INSTELLINGEN VOOR DISPLAY
Weergavegebied
Open Menu 3U0.
Geeft het weergavegebied aan.
Entire Always: De ontvangen nieuwe data, gedupliceerde
data en Mijn station-data verschijnen op het volledige display.
Andere datainformatie verschijnt alleen bovenin het display.
Entire Disp: De ontvangen nieuwe datainformatie
verschijnt op het volledige display, andere datainformatie
verschijnt alleen bovenin het display.
One line: de ontvangen nieuwe data-informatie verschijnt
alleen bovenin het display.
Opmerking: als u een noodbericht of een specifi ek voor uw station
verzonden bericht ontvangt, verschijnt de ontvangen data op het
volledige display, zelfs als de displaymethode op “One Line” staat.
Onderbrekingstijd
Stel de weergaveduur in van een indicatie voor wanneer
nieuwe data wordt ontvangen. Als u “Infi nite” selecteert, kan
de indicatie niet worden geannuleerd.
Open Menu 3U1.
De onderbrekingstijd kan worden ingesteld op 3, 5, 10
seconden of “Infi nite”.