Gebruiksaanwijzing 5600 049 904 (8205) Afwasautomaat IGV659.2 IGVS659.2 IGVS649.
nl Inhoud Veiligheidsvoorschriften . . . . Kennismaking met het apparaat Wateronthardingsinstallatie . Zout bijvullen . . . . . . . . . . . . . Vullen met glansspoelmiddel Ongeschikt servies . . . . . . . . Serviesgoed sorteren . . . . . . Afwasmiddelen . . . . . . . . . . . . 4 6 6 7 8 9 10 13 Programma-overzicht . . . . . . Afwassen . . . . . . . . . . . . . . . . Schoonmaken en onderhoud Opsporing van storingen . . . . Inschakelen van de Servicedienst Aanwijzingen . . . . . . . . . . . . .
nl Veiligheidsvoorschriften Bij aflevering Controleer onmiddellijk of de verpakking en de afwasautomaat tijdens het transport beschadigd zijn. Een beschadigd apparaat niet in gebruik nemen maar contact opnemen met uw leverancier. Het verpakkingsmateriaal volgens de bestaande milieuvoorschriften (laten) afvoeren. Het karton bestaat voornamelijk uit oudpapier. Het opvulmateriaal is van CFK-vrij geschuimd styropor. Het foliemateriaal van polyetheen (PE) bestaat voor een deel uit secundaire grondstoffen.
nl Dagelijks gebruik De afwasautomaat alleen in het huishouden en voor het aangegeven doel: het afwassen van huishoudelijk serviesgoed, gebruiken. Niet op de geopende deur gaan zitten of staan. Het apparaat kan kantelen. Het water in de spoelruimte is geen drinkwater. Doe geen oplosmiddel in de spoelruimte. Kans op explosie! Tijdens het programmaverloop de deur alleen voorzichtig openen. Er bestaat gevaar dat er water uit het apparaat spuit.
nl Kennismaking met het apparaat De afbeeldingen van het bedieningspaneel en van de binnenruimte van het apparaat vindt u vooraan in de omslag van deze gebruiksaanwijzing.
nl Zout bijvullen Werking van het zout Tijdens het afwassen wordt het zout automatisch uit het zoutreservoir in de wateronthardingsinstallatie gespoeld waar de kalk wordt opgelost. De kalkhoudende oplossing wordt uit de afwasautomaat gepompt. Daarna functioneert het onthardingssysteem weer. Het regenereren functioneert alleen als het zout in het water is opgelost. De schroefdop van het voorraadreservoir 24 openen. Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt: ca.
nl Vullen met glansspoelmiddel Glansspoelmiddel wordt gebruikt om de glazen helder en het serviesgoed zonder strepen te laten opdrogen. Deksel van het voorraadreservoir voor glansspoelmiddel 29 openklappen. Druk hiertoe op de markering op het deksel en open tegelijkertijd het deksel met het bedieningslipje . Instellen van de juiste dosering van glansspoelmiddel De dosering van de hoeveelheid glansspoelmiddel kan traploos worden ingesteld. De instelknop is door de fabriek op 4 ingesteld.
nl Ongeschikt servies In uw afwasautomaat mag u het volgende niet afwassen: Bestek en servies met houten onderdelen. Ze logen uit en worden lelijk; ook de gebruikte lijm is niet bestand tegen de optredende temperaturen. Gevoelige gedecoreerde glazen, kunstnijverheidsservies en -vazen, speciaal antiek of niet meer te vervangen serviesgoed. De decoraties waren nog niet bestand tegen het afwassen in een afwasautomaat.
nl Serviesgoed sorteren Serviesgoed inruimen Grove etensresten verwijderen. Voorspoelen onder stromend water is niet nodig. Het serviesgoed als volgt inruimen: alle soorten vaatwerk zoals kopjes, glazen, pannen etc. met de opening naar beneden zetten. Serviesgoed met een ronding of een holte schuin in de servieskorf zetten zodat het water er vanaf kan lopen. Het serviesgoed moet stevig staan en mag niet wankelen. De twee sproeiarmen moeten ongehinderd kunnen ronddraaien.
nl Bakplaat-sproeikop * De etagère * * niet bij alle modellen Bekijk eerst de afbeeldingen in de omslag. Grote bakplaten of roosters kunt u met behulp van de bakplaatĆsproeikop reinigen: bovenste servieskorf eruit halen en de sproeikop erin zetten zoals afgebeeld. De bakplaten volgens de afbeelding inruimen, zodat de sproeistraal alle delen kan bereiken (maximaal 4 bakplaten en 2 roosters).
nl bovenste servieskorf met boven en onder een paar rollen De bovenste servieskorf uittrekken. De bovenste servieskorf eruit halen en op de bovenste resp. onderste rollen weer inhangen. Bovenste servieskorf met hendels aan de zijkant (Rackmatic) De bovenste servieskorf uittrekken. 12 Om de korf te laten zakken: de twee hendels links en rechts aan de buitenkant van de korf één voor één naar binnen drukken. Hierbij altijd de korf aan de zijkant met één hand aan de bovenste rand vasthouden.
nl Afwasmiddelen Attentie U kunt in uw afwasautomaat de in de handel verkrijgbare vloeibare of poedervormige afwasmiddelen, resp. tabletten gebruiken (geen handafwasmiddel!). Afwasmiddelbakje met doseerhulp De indeling in het afwasmiddelbakje biedt hulp bij de juiste dosering van het afwasmiddel. Het afwasmiddelbakje bevat bij de onderste lijn 15 ml afwasmiddel en bij de middelste lijn 20 ml. Een vol afwasmiddelbakje bevat 40 ml afwasmiddel. Er zijn momenteel drie soorten afwasmiddel verkrijgbaar: 1.
nl Deksel van het afwasmiddelbakje sluiten: (1) deksel dichtschuiven en tot slot (2) licht erop drukken zodat de sluiting hoorbaar vastklikt. ATTENTIE ! BELANGRIJKE AANWIJZINGEN BIJ HET GEBRUIK VAN GECOMBINEERDE REINIGINGSPRODUCTEN Neem bij het gebruik van zogenaamde gecombineerde reinigingsproducten die het gebruik van bijv.
nl Programma-overzicht In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bij uw apparaat behorendeprogramma’s kunt u op het bedieningspaneel aflezen. Soort serviesgoed Soort etensresten bijv. van Intensief 70° Voorspoelen 50° Reinigen 70° Tussenspoelen Tussenspoelen Tussenspoelen Naspoelen 70° Drogen gemiddeld Auto 55_ /65_ Gemengd Afspoelen als het serviesgoed enkele dagen tot de afwas in het weinig heel weinig apparaat bewaard weinig aangekoekt wordt.
nl Afwassen Besparingstip Bij een niet vol beladen machine kunt u meestal gebruik maken van een minder sterk programma. Programmagegevens De programmagegevens hebben betrekking op normale omstandigheden. Door: verschillen in de hoeveelheid serviesgoed de temperatuur van het toegevoerde water de druk in de waterleiding de omgevingstemperatuur toleranties in de netspanning en de onvermijdelijke toleranties in het apparaat (bijv. temperatuur, hoeveelheid water, ...) kunnen grotere afwijkingen optreden.
nl Einde van het programma Het einde van het programma wordt akoestisch aangegeven door een zoemtoon. Deze functie kan als volgt veranderd worden: functietoets C ingedrukt houden en de hoofdschakelaar 1 inschakelen. Daarna de toetsen loslaten. De functietoets C knippert en op de cijferindicatie brandt de door de fabriek ingestelde waarde (halfluid). Om de instelling te veranderen: functietoets C indrukken.
nl Resttijdindicatie De resttijdindicatie corrigeert zichzelf. Aan het begin van het programma geeft deze de vermoedelijke duur van het programma aan. Deze tijd is gebaseerd op het ervoor gebruikte programma resp. op de duur van het programma bij het testen in de fabriek. Tijdens het programmaverloop wordt de tijd tot het einde van het programma aangegeven. Hierbij wordt de resttijd, afhankelijk van de temperatuur van het toegevoerde water en van de hoeveelheid serviesgoed, gecorrigeerd.
nl Schoonmaken en onderhoud Regelmatige controle en onderhoud van het apparaat dragen ertoe bij defecten te voorkomen. Dit bespaart u tijd en ergernis. Daarom moet u af en toe de afwasautomaat goed controleren. Algemene toestand van de machine Spoelruimte controleren op aanslag van vet en kalk. Als u zulke aanslag aantreft: afwasmiddelbakje met afwasmiddel vullen. Het apparaat zonder serviesgoed in het programma met de hoogste afwastemperatuur starten.
nl Sproeiarmen Afvoerpomp Kalk en etensresten in het spoelwater kunnen de sproei-openingen en de lagers van de sproeiarmen 22 en 23 blokkeren. Grove etensresten in het spoelwater die niet door de zeven worden tegengehouden, kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het spoelwater wordt dan niet afgepompt en blijft boven de zeef staan. In dit geval: eventueel water eruit scheppen. Zeven 25 eruit halen. Schroef uit de afdekking schroeven (torx T 20) en de afdekking eraf halen.
nl Opsporing van storingen Kleine storingen zelf verhelpen De meest voorkomende storingen in het dagelijks gebruik van het apparaat kunt u zelf verhelpen zonder de hulp van de Servicedienst in te roepen. Hiermee bespaart u kosten en bent u ervan zeker dat u het apparaat weer snel kunt gebruiken. Het volgende overzicht kan u erbij helpen de oorzaken van de ontstane storingen vinden. Storingen ... bij het inschakelen Het apparaat start niet. De zekering van de huisinstallatie is niet in orde.
nl ... bij de afwas Abnormale schuimvorming Handafwasmiddel in het reservoir voor glansspoelmiddel. Gemorst spoelmiddel kan bij de volgende spoelbeurt tot overmatige schuimvorming leiden, daarom moet u het gemorste spoelmiddel met een doek verwijderen. Het programma stopt tijdens de afwas Stroomtoevoer onderbroken. Watertoevoer onderbroken. Klappende geluiden tijdens de afwas Sproeiarm slaat tegen serviesgoed. Kletterende geluiden tijdens de afwas Serviesgoed niet goed ingeruimd.
nl Er blijven gedeeltelijk witte vlekken op het serviesgoed achter, de glazen blijven melkkleurig Te weinig afwasmiddel gebruikt. Hoeveelheid glansspoelmiddel te laag ingesteld. Ondanks een hoge hardheidsgraad van het leidingwater geen zout toegevoegd. Onthardingsinstallatie te laag ingesteld. Het deksel van het zoutreservoir is niet goed vastgedraaid. Als u afwasmiddel zonder fosfaat hebt gebruikt, probeer dan eens afwasmiddel met fosfaat ter vergelijking.
nl Inschakelen van de Servicedienst Als het u niet lukt de fout te verhelpen, schakel dan de Servicedienst in. Het dichtstbijzijnde adres van de Servicedienst vindt u in het telefoonboek of in de meegeleverde brochure met service-adressen. Geef aan de Servicedienst het typenummer (1) en het FD-nummer (2) op. U vindt deze gegevens op het typeplaatje op de deur van het apparaat.
nl Aanwijzingen voor vergelijkende tests De voorwaarden voor de vergelijkende tests vindt u op het extra blad “Aanwijzingen voor vergelijkende tests”. De verbruikswaarden voor de betreffende programma’s vindt u in de korte handleiding. Algemeen Geïntegreerde en onderbouwapparaten die achteraf als vrijstaand apparaat worden opgesteld, moeten beveiligd worden tegen kantelen, bijv. door vastschroeven aan de muur of door inbouw onder een doorlopend werkblad dat aan de kasten ernaast is vastgeschroefd.
nl Aansluiten op de watertoevoer Demontage Aansluiting volgens montagevoorschrift. Toevoerslang met behulp van de meegeleverde onderdelen op de kraan aansluiten. Let erop dat de watertoevoerslang niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld is. Bij vervanging van het apparaat moet ook de watertoevoerslang voor de aansluiting op de kraan vervangen worden. De oude toevoerslang mag niet meer gebruikt worden. Let erop dat de watertoevoerslang niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld is.